-
1 afzonderlijk
4 [eigenaardig] spécial♦voorbeelden:1 de keuze wordt aan de ouders van ieder afzonderlijk kind overgelaten • on laisse le choix aux parents de chacun des enfants2 afzonderlijke scholen voor protestanten en katholieken • écoles distinctes pour les protestants et les catholiquesII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 (met) iemand afzonderlijk spreken • avoir une entrevue particulière avec qn.een geschrift afzonderlijk uitgeven • publier une oeuvre séparément -
2 afzonderlijk
1. bnindividuel/-elle, particulier/-ière, séparé2. bwindividuellement, séparément -
3 afzonderlijk
particulier, particulièrement -
4 (met) iemand afzonderlijk spreken
(met) iemand afzonderlijk sprekenavoir une entrevue particulière avec qn.Deens-Russisch woordenboek > (met) iemand afzonderlijk spreken
-
5 de keuze wordt aan de ouders van ieder afzonderlijk kind overgelaten
de keuze wordt aan de ouders van ieder afzonderlijk kind overgelatenDeens-Russisch woordenboek > de keuze wordt aan de ouders van ieder afzonderlijk kind overgelaten
-
6 een afzonderlijk gesprek
een afzonderlijk gesprek -
7 een geschrift afzonderlijk uitgeven
een geschrift afzonderlijk uitgevenDeens-Russisch woordenboek > een geschrift afzonderlijk uitgeven
-
8 onder afzonderlijk couvert
onder afzonderlijk couvert -
9 alleenstaand
1 [afzonderlijk] isolé2 [m.b.t. personen] seul♦voorbeelden:een alleenstaande woning • 〈 geen andere huizen in de omgeving〉 une maison isolée; 〈 niet in een rij〉 une maison individuelle -
10 apart
♦voorbeelden:een kamer apart • une pièce séparéedat is een verhaal apart • ça, c'est une autre histoireiemand apart nemen • prendre qn. à partde verschillende delen zijn apart te verkrijgen • les différentes parties peuvent s'acheter séparémentde jongens en meisjes apart zetten • séparer les garçons et les fillesgeld apart zetten • mettre de l'argent de côtédat toneelstuk is echt iets aparts • cette pièce de théâtre est vraiment extraordinairehij ziet er wat apart uit • il a l'air bizarre -
11 couvert
♦voorbeelden:onder afzonderlijk couvert • sous pli séparé -
12 kleurenfilm
-
13 los
2 [niet bevestigd, gebonden] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 détaché; 〈 verwijderbaar〉 amovible; 〈 niet gebonden〉 défait♦voorbeelden:een losse tand • une dent qui branleer is een schroef los • une des vis s'est desserréehaar hoest werd losser • sa toux devenait plus grasseeen losse voering • une doublure amoviblealles wat los en vast zit • tout le saint-frusquinde hond is los • le chien n'est pas attachéde leeuw is los • le lion s'est échappélos! • lâche(z)!→ link=zand zandlosse melk • lait en vraclos werk • du travail occasionnellos werkman • ouvrier à la journéethee wordt bijna niet meer los verkocht • le thé ne se vend pratiquement plus au poidsdat is niet los te denken van • c'est indissociable delos van • abstraction faite de¶ ze leven er maar op los • 〈 zonder nadenken〉 ils vivent au jour le jour; 〈 bandeloos〉 ils mènent une vie de bâton de chaiseer gemakkelijk op los slaan • avoir la main leste
См. также в других словарях:
Cornelis van Eck — (* 28. Oktober 1662 in Arnhem; † 26. Februar 1732 in Utrecht) war ein niederländischer Jurist. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia