-
1 skin game
-
2 мошенничество
oplichterij, (boeren)bedrog, bedriegerij, afzetterij -
3 обман
n1) gener. fopperij, fraude, geknoei, knoeiboel, knoeierij, knoeiwerk, knopendraaien, lak, afzetterij, bedriegerij, bedrog, een wassen neus, goochelspel, humbug, judasstreek, misleiding, nep, oplichterij, zwendel, zwendelarij2) liter. goochelarij -
4 cheat
n. oplichter; oplichting--------v. oplichten; ontrouw zijn; liegencheat1[ tsjie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bedrog ⇒ afzetterij, fraude2 bedrieger ⇒ valsspeler, fraudeur————————cheat21 bedrog plegen ⇒ frauderen, vals/gemeen spelen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bedriegen ⇒ oplichten, afzetten♦voorbeelden:cheat at exams • spiekencheat at games • vals spelen (bij spelletjes)cheat someone out of something • iemand iets afhandig maken -
5 extortion
-
6 extortionate
adj. afzetterij[ iksto:sjnət]1 afpersers- ⇒ afdwingend, buitensporig (hoog)♦voorbeelden:1 an extortionate demand • een exorbitante/veel te ver gaande eis -
7 racket
n. racket; herrie; afzetterij; beroep--------v. de gevolgen voor zijn rekening nemen, (het gelag) betalen; herrie maken, lawaai maken6 bedriegerij ⇒ bedrog, zwendel7 〈 informeel〉 gangsterpraktijken ⇒ misdadige organisatie; 〈 in het bijzonder〉 afpersing, intimidatie♦voorbeelden:3 kick up a racket • een rel/herrie schoppen5 what racket is Peter in? • wat voert Peter uit?be on the racket • aan de boemel zijn, de bloemetjes buiten zetten -
8 ramp
-
9 rip-off
-
10 bunko
n. valsspelen (bij kaartspel), afzetterij -
11 extortionately
adv. door afzetterij -
12 ripoff
n. afzetterij, te duur artikel; diefstal, roof; bedrieglijke daad; iemand die afzet, afzetter, imitatie, namaak -
13 piraterie
piraterie [pieraatrie]〈v.〉2 afzetterij ⇒ flessentrekkerij, oplichterij♦voorbeelden:f1) zeeroverij2) oplichterij -
14 arnaque
-
15 carottage
-
16 Nepp
-
17 Übervorteilung
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский