-
1 lawaai
babel, bagamunderia, beheit, bochincha, bòmbòshi, boroto, desòrden -
2 шум
lawaai, rumoer, herrie kabaal -
3 шуметь
lawaai maken, rumoeren, ruisen, suizen -
4 make a noise
lawaai maken -
5 make noise
lawaai maken -
6 making noise
lawaai schoppen -
7 bang
adv. klap, dreun; met lawaai--------interj. boem!--------n. slag; geluid van een explosie; harde slag, dreun; verdovend middel, hennep--------v. slaan, treffen; voortdurend lawaai maken; opzettelijk lawaai maken; een speciale haardracht ("pony") maken waarbij het voorhoofd zichtbaarder wordt; (Agressieve Slang) deelnemen aan geslachtsgemeenschap, een paar vormenbang1[ bæng] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 klap ⇒ dreun, slag2 knal ⇒ ontploffing, schot3 plotselinge inspanning/energie♦voorbeelden:3 start off with a bang • hard aan het werk gaan/van stapel lopen————————bang2♦voorbeelden:bang into someone • iemand toevallig ontmoeten→ bang away bang away/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stoten ⇒ bonzen, botsen2 dichtgooien/smijten♦voorbeelden:→ bang out bang out/————————bang3〈 bijwoord〉1 precies ⇒ pats, vlak2 plof ⇒ boem, paf♦voorbeelden:〈 informeel〉 bang on • precies goed/raakbang on time • precies op tijdbang went another million • nog een miljoen naar de maancome bang up against (something) • stuiten op (iets)————————bang41 boem! ⇒ pats!, pang! -
8 blare
-
9 clamour
n. herrie, lawaai, geraas; protest; aanklacht--------n. schreeuwen, tieren; protesteren, zijn stem verheffenclamour11 geschreeuw ⇒ misbaar, getier2 herrie ⇒ geraas, lawaai, leven3 protest ⇒ (aan)klacht; aandrang————————clamour21 schreeuwen ⇒ tieren, lawaai maken2 protesteren ⇒ zijn stem verheffen, aandringen♦voorbeelden:clamour for • aandringen op -
10 noise
n. lawaai; geritsel, ruis; (in computers) achtergrond storing; ongewenste elektrische storingen van een signaal--------v. leven, lawaai, rumoer; kabaal; geraas, gerucht; geluid[ nojz]2 lawaai ⇒ leven, rumoer♦voorbeelden:1 make (sympathetic) noises • zich (gunstig) uitlaten, (positief) reageren→ big big/ -
11 bruit
bruit [brŵie]〈m.〉1 geluid ⇒ ge(d)ruis, lawaai3 ophef ⇒ drukte, opzien4 ruis♦voorbeelden:bruit de chaînes • gerammel van ketenenbruit de ferraille • gekletter, gerinkelbruit de l'orage, du tonnerre • gerommel van het onweer, van de donderbruit des voix • gegons van de stemmenbruits cardiaques • hartruisà grand bruit • met veel lawaaiau bruit de • bij het horen (van het nieuws) vanmauvais bruit • lasterpraatjele bruit court que • het gerucht gaat datfaire, mener grand bruit de qc. • veel ophef over iets makenm1) geluid2) gerucht3) lawaai, drukte4) ruis -
12 Lärm
〈m.; Lärm(e)s〉2 drukte, spektakel 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ lawaai, rumoer♦voorbeelden:viel Lärm um nichts • veel lawaai, drukte om niets -
13 Snr
n. de verhouding tussen lawaai en verstuurde tekens; het verschil in decibellen tussen het verzonden teken en de storingen (lawaai) in hetzelfde systeem1 [Senior/senior] -
14 clamor
n. schreeuw; luid lawaai; massaal protest--------v. schreeuwen; luid lawaai maken; massaal protesteren→ clamour clamour/ -
15 commotion
-
16 din
het Duitse normalisatie instituutdin1[ din] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————din2〈 dinned〉1 weerken ⇒ dreunen, galmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:din something into someone • iets er bij iemand in stampen -
17 racket
n. racket; herrie; afzetterij; beroep--------v. de gevolgen voor zijn rekening nemen, (het gelag) betalen; herrie maken, lawaai maken6 bedriegerij ⇒ bedrog, zwendel7 〈 informeel〉 gangsterpraktijken ⇒ misdadige organisatie; 〈 in het bijzonder〉 afpersing, intimidatie♦voorbeelden:3 kick up a racket • een rel/herrie schoppen5 what racket is Peter in? • wat voert Peter uit?be on the racket • aan de boemel zijn, de bloemetjes buiten zetten -
18 rumpus
-
19 hell of a noise
een hemels lawaai, een vreselijk lawaai -
20 chahut
См. также в других словарях:
lawaai — wunyuwunyu / babari … Woordenlijst Sranan
Cinekid Festival — Location Amsterdam, The Netherlands Founded 1986 Language Dutch English … Wikipedia
Heidenlärm — Sm std. stil. (19. Jh.) Hybridbildung. Gebildet im Anschluß an Psalm 2,1 Warum toben die Heiden ? Ebenso nndl. heidens lawaai. deutsch s. Heide, s. Lärm … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache