-
1 céder
céder [seedee]♦voorbeelden:céder à un homme • voor een man bezwijkencéder devant les menaces • voor dreigementen zwichtenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afstaan ⇒ afstand doen van, overdoen♦voorbeelden:céder le pas à qn. • iemand voor laten gaancéder le pas à qc. • voorrang aan iets gevencéder le passage • voorrang gevencéder son tour à qn. • iemand voor laten gaanne le céder en rien à qn. • niet voor iemand onderdoenv1) toegeven (aan), zwichten, wijken (voor)2) bezwijken [dijk, touw]3) afstaan, afstand doen (van)4) overdragen, verkopen [juridisch] -
2 don
don [dõ]〈m.〉2 aanleg ⇒ talent, gave, begaafdheid♦voorbeelden:le don d'organes • het afstaan van organenles dons de la terre • de voortbrengselen der aardefaire don de qc. à qn. • (aan) iemand iets schenkendon de soi • zelfopofferingavoir un don pour qc. • aanleg voor iets hebbenm1) gave, gift2) aanleg, talent -
3 loin
loin1 [lwẽ]〈m.〉♦voorbeelden:au loin • in de vertepartir au loin • ver weg gaande loin • van verre; verrewegdater de loin • van lang geleden daterenrevenir de loin • van een ernstige ziekte herstellence spectacle ne peut, et de loin, soutenir la comparaison • dit schouwspel kan in de verste verte niet de vergelijking doorstaande loin en loin • hier en daar; nu en danvoir venir qn. de loin • iemand doorhebben————————loin2 [lwẽ]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:affaire qui peut aller loin, qui risque d'aller loin • zaak die verstrekkende gevolgen kan hebbentout cela est bien loin • dat is allemaal al lang geledenêtre loin • ver(af) zijn; lang geleden zijnêtre loin • ver weg zijn; in gedachten verzonken zijnvoir loin • vooruitziend zijnne pas aller loin • het niet lang meer maken; van weinig waarde zijnaller plus loin que qn. • iemand voorbijstrevenje suis loin de prétendre • het komt niet in me op om te bewerenil n'est pas loin de consentir • hij is genegen toestemming te gevencela ne fait pas loin de trois kilomètres • dat is bijna drie kilometerloin de là • integendeelloin de moi • dat zij verre van mijd'aussi loin que, du plus loin que 〈+ aantonende of aanvoegende wijs〉 • zodra, zolang als(bien) loin que 〈+ aanvoegende wijs〉 • in plaats van dat, wel verre van dat→ oeil1. mverte, afstand2. advver, veraf [plaats/tijd] -
4 dessaisir
dessaisir [deesezzier]♦voorbeelden:1 dessaisir un tribunal d' une affaire • een rechtszaak aan de jurisdictie van een rechtbank onttrekken1 vrijwillig afstand doen (van) ⇒ afstaan, uit handen geven -
5 le don d'organes
le don d'organes -
6 rétrocéder
-
7 être loin de qn.
être loin de qn.
См. также в других словарях:
afstaan — Hamburg • abgestanden … Plattdeutsch-Hochdeutsch