-
1 afschieten
2 [door schieten wegnemen] shoot off3 [doodschieten] shoot4 [afscheiden door middel van een schot] divide/partition off♦voorbeelden:4 een kamertje met planken afschieten • divide/partition off a room with boarding1 [zich snel verplaatsen] shoot2 [losschieten] slip off♦voorbeelden:1 op iemand/iets afschieten • go dashing towards someone/something -
2 afschieten
1 [afvuren] tirer2 [door schieten wegnemen] arracher3 [doodschieten] abattre4 [afscheiden d.m.v. een beschot] aménager (en posant une cloison)♦voorbeelden:3 (iemands) duiven afschieten • abattre les pigeons de qn.4 een kamertje met planken afschieten • mettre une cloison de planches pour aménager une petite pièce1 [zich snel verplaatsen] se précipiter (vers)2 [losschieten] se détacher (de)♦voorbeelden: -
3 afschieten
стрелять; запустить; сбить; выстрелить; сбить; отделять; отгораживать; ускользать; соскальзывать; быстро спускаться; набрасываться; то люди бросаются на эти товары* * *гл.общ. выстрелить, соскальзывать, ускользать, набрасываться (op-на), отделять (перегородкой, ширмой), выпускать (снаряд и т.п.), быстро спускаться, отгораживать, сбить (выстрелом) -
4 afschieten
I.abschießenII.erlegen -
5 afschieten op
I.losfahren aufII.losrasen aufIII.losschießen aufIV.losstürzen aufV.zuschießen aufVI.zustürzen auf -
6 afschieten
v. put down, shoot; launch, discharge -
7 (iemands) duiven afschieten
(iemands) duiven afschietenabattre les pigeons de qn. -
8 de hoofdvogel afschieten
de hoofdvogel afschieten -
9 een kamertje met planken afschieten
een kamertje met planken afschietenDeens-Russisch woordenboek > een kamertje met planken afschieten
-
10 een kogel afschieten
een kogel afschieten -
11 rotjes afschieten
rotjes afschieten -
12 een geweer afschieten
een geweer afschietenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geweer afschieten
-
13 een kamertje met planken afschieten
een kamertje met planken afschietendivide/partition off a room with boardingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kamertje met planken afschieten
-
14 met een katapult afschieten
met een katapult afschietenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een katapult afschieten
-
15 op iemand/iets afschieten
op iemand/iets afschietengo dashing towards someone/somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op iemand/iets afschieten
-
16 wild afschieten
wild afschietenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wild afschieten
-
17 быстро спускаться
advgener. afschieten -
18 выпускать
vgener. emitteren, afleveren (продукцию), afschieten (снаряд и т.п.), afsteken (металл из домны), aftappen (кровь), opschieten (ïòèö), laten vallen, loslaten, op vrije voeten stellen, produceren, uitbrengen, uitgeven, uitlaten, uitleggen (платье), weglaten -
19 выстрелить
vgener. afgaan (о ружье), afschieten, aftrekken (из ружья), losgaan, afvuren, losbranden -
20 набрасываться
v1) gener. aanpakken (Tim Oliehoek onterecht is aangepakt voor Spion van Oranje. -- На Тима Олихука несправедливо набросились из-за "Оранжевого шпиона". ("набрасываться" -- в смысле "предъявлять претензии")), afschieten (op-íà), schieten (op-íà), (h, â) uitvaren (tegen-íà), van leer trekken, zich op (iets) werpen (на что-л.)2) milit. aanvallen (на пищу и т.п.)
- 1
- 2