-
1 rejection
afkeuring -
2 condemnation of violence
afkeuring van geweld -
3 decry attack
afkeuring van aanval -
4 struck off in limine
afkeuring,afwijzing,annulering (wees de aanklacht af voordat het besproken werd (voor het gerecht)) -
5 disapprobation
-
6 censure
n. afkeuring, berisping--------v. censureren, schrappencensure1[ sensjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afkeuring ⇒ berisping, terechtwijzing♦voorbeelden:————————censure2〈 werkwoord〉1 afkeuren ⇒ laken, bekritiseren♦voorbeelden: -
7 disapproval
n. afkeuring, misnoegen[ dissəproe:vl]♦voorbeelden: -
8 disfavour
-
9 frown
n. frons, fronsende blik, afkeuring--------v. de wenkbrauwen fronsen, streng kijken; afkeuren(d staan tegenover)frown1[ fraun] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 frons ⇒ fronsende blik, afkeuring————————frown2〈 werkwoord〉1 de wenkbrauwen/het voorhoofd fronsen ⇒ streng kijken, turen♦voorbeelden: -
10 rejection
-
11 vote with one's feet
zijn afkeuring laten blijken door weg te gaan; uitdrukking van het publiek om diens sympathie of afkeuring te geven door een massademonstratie of mars -
12 Bronx cheer
-
13 a chorus of disapproval
-
14 blame
n. schuld; verwijt--------v. de schuld geven aan, beschuldigenblame1[ bleem] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 kritiek ⇒ afkeuring, veroordeling♦voorbeelden:put/lay the blame on someone/at someone's door • iemand de schuld geven————————blame2〈 werkwoord〉1 de schuld geven aan ⇒ verwijten, iets kwalijk nemen2 afkeuren ⇒ veroordelen, bekritiseren♦voorbeelden:I don't blame Jane • ik geef Jane geen ongelijk (ik had het ook niet gedaan)we are not to blame • wij kunnen er niets aan doenhe is to blame • het is zijn schulddon't always blame him for everything/don't always blame everything on him • geef hem niet altijd overal de schuld van→ bad bad/ -
15 boo
interj. boe!--------n. boe--------v. boe roepen, joelen, uitjouwenboo1[ boe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 boe ⇒ kreet van afkeuring, gejouw, boegeroep♦voorbeelden:————————boo2〈 werkwoord〉1 boe roepen ⇒ joelen, jouwen♦voorbeelden: -
16 brickbat
n. baksteen; afkeuring, schimpscheut, hatelijkheidbrickbat -
17 chide
-
18 chorus
n. koor; koorzang; refrein--------v. in een koor zingenchorus1[ ko:rəs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 koor2 refrein♦voorbeelden:in chorus • samen, in koor————————chorus2〈werkwoord; chorus(s)ed〉1 in koor zingen/praten/zeggen -
19 condemnation
-
20 crikey
interj. Mijn God! (uitdrukking van verbazing of afkeuring); eufemisme voor Christus (als een lichte godlastering)[ krajkie] 〈Brits-Engels; informeel〉
См. также в других словарях:
Rita Verdonk — Infobox Politician name =Rita Verdonk imagesize =250px caption = birth date =Birth date and age|1955|10|18|mf=y birth place =Utrecht, Netherlands residence = death date = death place = office2 = Minister for Integration Immigration salary2 = term … Wikipedia