-
41 прерывать
onderbreken, afbreken, verbreken -
42 снести
wegbrengen, wegdragen ; afbreken, slopen ; leggen -
43 сносить
wegbrengen, wegdragen ; afbreken, slopen -
44 внезапно оборвать речь
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > внезапно оборвать речь
-
45 обламывать
vgener. afbreken -
46 обрываться
vgener. afbreken -
47 он постоянно всех критикует
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > он постоянно всех критикует
-
48 опровергать
v1) gener. doorprikken, ontzenuwen, rechtzetten (в газете), tegenpraten, afbreken (теорию), betwisten, dementeren, tegenspreken, weerleggen, weerroepen2) liter. terugslaan -
49 остановиться
vgener. vastzitten, afbreken (в середине речи), logeren (в гостинице) -
50 отламывать
vgener. afbreken, afknappen, afrukken, afbrokkelen, (c трудом) afwrikken, afzwaaien, losbreken, slopen, wegbreken -
51 отламываться
vgener. afknappen, afbreken, afbrokkelen -
52 отрываться
vgener. afscheuren, afbreken, losscheuren, zich losrukken -
53 перебивать
vgener. (iem.) in de rede vallen (кого-л.), (iem.) in de woorden vallen (кого-л.), afbreken (ðå÷ü), onderbreken, tegen (iem.) opbieden (покупку, у кого-л., предлагая большую цену) -
54 переносить
vgener. dragen, harden, overbrengen, overdragen, uitstaan, verduren, afbreken (слово на другую строку), doorleven, dulden, kroppen, kunnen velen, ondergaan, overvoeren, uithouden, verdragen, verplaatsen, verschikken (на другой срок), verslepen, verzetten, (терпеливо) zich (iets) laten aanleunen (оскорбление, клевету и т.п.) -
55 порывать
-
56 прекращать
v -
57 прерывать
vgener. afbreken, interrumperen, storen, breken, onderbreken, verbreken -
58 разбивать
vgener. aanleggen (ïàðê), aanplanten, afbreken, afsteken, ineenslaan, kapotmaken, kapotslaan, omschieten, slaken, verbrijzelen (на куски), verslaan, afsloffen, breken, in (iets) omhakken, inslaan (стёкла и т.п.), omhakken, op (iets) omhakken, slaan, vermorzelen -
59 разбирать
vgener. afbreken, bespreken, opbreken, uitzoeken, analyseren, onderzoeken, uitelkaarnemen -
60 разрушать
v1) gener. (планы) verknallen, bederven (планы), aantasten, afbreken, in (iets) omhakken, omhalen, op (iets) omhakken, ruïneren, teisteren, vernielen, verstoren, verwoesten2) liter. omvergooien (планы и т.п.), omverwerpen (планы), torpederen (планы)
См. также в других словарях:
afbreken — Hamburg • abbrechen, abnehmen, abnehmender Mond … Plattdeutsch-Hochdeutsch
afbreken — broko … Woordenlijst Sranan
Brekendorf — Wappen Deutschlandkarte … Deutsch Wikipedia
Unglück — 1. Allein vnglück vnd armut ist vor den Neidhard gut. – Gruter, III, 4; Lehmann, II, 33, 21; Simrock, 7478. 2. Alles Vnglück fahet sich in Gottes namen an (in nomine Domini). – Gruter, III, 4; Henisch, 1697, 30; Petri, II, 8; Blum, 2; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Wagenrunge — *1. Denne kast n Waogenrung im Hinnersten afbrêken. (Pommern.) So derb, drall, stämmig ist er. *2. Hä lätt sich iehr ne êken Wa nrung in n Oars enttweibriäken, iehr r n Groschen gevt. – Schlingmann, 532 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon