-
21 alles is schoon op
alles is schoon opVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alles is schoon op
-
22 bloedhekel
♦voorbeelden:¶ een bloedhekel hebben aan iets/iemand • absolutely hate something/someone -
23 dat is absoluut onmogelijk
dat is absoluut onmogelijkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is absoluut onmogelijk
-
24 dat is dringend noodzakelijk
dat is dringend noodzakelijkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is dringend noodzakelijk
-
25 dat is om te zoenen
dat is om te zoenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is om te zoenen
-
26 dat is te(n) enen male onmogelijk
dat is te(n) enen male onmogelijkthat is simply/absolutely/utterly impossibleVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is te(n) enen male onmogelijk
-
27 dat lijkt nergens op/naar
dat lijkt nergens op/naarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat lijkt nergens op/naar
-
28 dat smaakt overheerlijk
dat smaakt overheerlijkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat smaakt overheerlijk
-
29 dringend
1 [urgent] urgent 〈 behoefte, telegram, verzoek〉; pressing 〈 behoefte, bezigheden〉; acute, dire 〈 nood〉♦voorbeelden:1 er is dringend behoefte/een dringende behoefte aan geneesmiddelen • there is urgent need of medicinesdringende bezigheden • urgent/pressing businessuiterst dringend • direII 〈 bijwoord〉1 [onmiddellijk] urgently; acutely, direly♦voorbeelden:ik moet u dringend spreken • I must speak to you immediatelydringend nodig hebben • be in urgent need of -
30 een bloedhekel hebben aan iets/iemand
een bloedhekel hebben aan iets/iemandabsolutely hate something/someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bloedhekel hebben aan iets/iemand
-
31 en ik heb het nog zo verboden
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > en ik heb het nog zo verboden
-
32 en
en3 [bij verrassing, teleurstelling; als inleiding op tegenstellend zinsverband] and, but ⇒ so♦voorbeelden:3 en waarom doe je het niet? • so why don't you do it?en toch • and stillnou en? • so what?, and …?en ik heb het nog zo verboden • and I absolutely forbade iten maar kletsen • nothing but chattervind je het fijn? (nou) en of! • do you like it? I certainly do!, I'll say!en(, hoe gaat het ermee)? • well(, how's it going)? -
33 enenmale
-
34 er is geen sprake van
er is geen sprake vanit/that is (absolutely) out of the questionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is geen sprake van
-
35 erg
erg1〈 het〉2 [opzet] (evil) intention(s)♦voorbeelden:1 hij werd voortdurend bedrogen zonder er erg in te hebben • he was constantly cheated without his realizing it2 ik deed/zei het zonder erg • I did/said it unintentionally————————erg21 [onaangenaam; slecht, schandelijk; hevig] bad♦voorbeelden:erge honger hebben • be very/terribly hungryvan de ergste soort • of the (very) worst kindhet middel is erger dan de kwaal • the cure is worse than the diseasedat is niet erg, hoor • it's not seriousis het erg/vind je het erg als ik er niet ben? • do you mind if I'm not there?de toestand van de patiënt is weer erger geworden • the patient's condition has become (even) more serious/criticalhet erger maken dan het is • make it seem worse than it (really) isiets erg vinden • think something is badhet wordt hoe langer hoe erger • it gets worse the longer it goes onhet had erger kunnen zijn • it could have been (even) worsewat erg voor je! • I feel so sorry for you!wat erg! • how awful/dreadful!zoiets ergs heb ik nog nooit meegemaakt • I've never been through anything that badhet is (zo) al erg genoeg • it's bad enough as it isdes te erger • so much the worsezo erg is het nu ook weer niet • it's not as bad as all thatop het ergste voorbereid zijn • be prepared for the worsthet is meer dan erg • it's absolutely terribleII 〈 bijwoord〉1 [zeer] very♦voorbeelden:een erg(e) grote/mooie • a very big/beautiful onezijn toestand was erg slecht • his condition was serioushij was niet erg vriendelijk • he wasn't very friendlywe hebben erg gelachen • we laughed a lothet spijt me erg • I'm very sorryniet erg waarschijnlijk • not very likelyheeft u lekker gegeten? Niet erg • did you enjoy your meal? Not muchhij ziet er erg slecht uit • he looks awful/dreadful/terriblehij is er heel erg aan toe • he's in a very bad way -
36 gelijk
gelijk1〈 het〉1 right♦voorbeelden:iemand gelijk geven • agree with someonedaar heb je gelijk aan/in • you are right theregelijk heb je • right you are(groot/volkomen) gelijk hebben • be (perfectly) righthet gelijk aan zijn kant hebben, in zijn gelijk staan • be (in the) rightje moet niet altijd je gelijk willen halen • you must learn to take no for an answer/ 〈 informeel〉 to know when you're lickedzijn gelijk willen halen • want to have the last wordiemand in het gelijk stellen • declare/say that someone is right————————gelijk23 [de juiste tijd aanwijzend] right♦voorbeelden:1 twee mensen een gelijke behandeling geven • treat two people equally/(in) the same (way)ze zijn van gelijke grootte • they are the same size/of a sizehet water staat op gelijke hoogte met de kade • the water is level with the quayin gelijke mate • to the same extent/degreeop gelijke voet staan met • be on an equal footing/on a par withmet gelijke wapenen strijden • fight on equal termsop gelijke wijze • in the same way, likewisehet is mij gelijk • it's all the same to megelijk aan • equal toalle burgers zijn voor de wet gelijk • all citizens are equal before the law〈 tennis〉 veertig gelijk • deuce, forty allmet de grond gelijk maken • level, raze (to the ground)II 〈 bijwoord〉2 [gelijkelijk] equally3 [op hetzelfde punt, even ver] level♦voorbeelden:1 zij zijn gelijk gekleed • they are dressed alike/the samegelijk spelen • draw4 de twee treinen kwamen gelijk aan • the two trains came in simultaneously/at the same time -
37 glad
2 [figuurlijk] [gewiekst] slippery, slick3 [met een effen/glanzend oppervlak] shiny ⇒ 〈 gepolijst〉 polished, 〈 glanzend〉 glossy 〈voornamelijk stof/verf/papier/foto〉♦voorbeelden:een glad beslag • a smooth mixtureeen gladde kin • a clean-shaven chin/faceeen gladde (gouden) ring • a plain (gold) ringeen glad voorhoofd • a smooth browII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉1 [vlug] smooth♦voorbeelden:1 [geheel] quite ⇒ totally/utterly♦voorbeelden:1 je hebt het glad mis • you are absolutely/ totally wrongik ben het glad vergeten • I clean forgot (it) -
38 gratis en voor niks
gratis, absolutely freeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gratis en voor niks
-
39 gratis
♦voorbeelden:1 gratis consumptie • free/complimentary drinkgratis entree • free admission/entryhet boek is gratis verkrijgbaar • the book is available free (of charge)iets er gratis bij krijgen • get something thrown in (for free)gratis en voor niks • gratis, absolutely freegratis met de bus mee mogen • be allowed to travel free on the bus(es) -
40 heel
2 [niet in stukken] whole4 [groot] quite a/some♦voorbeelden:1 een paar hele kousen • a decent/whole pair of stockingsiets weer heel maken • fix/repair somethingheel Engeland • all England, the whole of Englandhele getallen • whole numbers, integerseen heel jaar • a whole yearover heel het land • throughout the country/landheel zijn leven • his whole lifede hele tijd • the whole timeze is een hele dame geworden • she's become quite a (young) ladyhij is een heel eind in de tachtig • he is well into his eightieshet is een heel eind (weg) • it's a good way (off)een hele som • (quite) a large sum of moneyeen hele tijd • quite some timedat is een heel verhaal • that's a long storyII 〈 bijwoord〉2 [geheel en al] completely, entirely ⇒ wholly3 [volstrekt] at all♦voorbeelden:1 dat is heel gewoon • that's common enough/quite normaleen heel grote neus • a very large noseeen heel klein beetje • a tiny bitdat heeft heel wat gekost • that cost a pretty pennydat kostte heel wat moeite • that took a great deal of effortje weet het heel goed! • you know perfectly well!heel vaak • very often/frequentlyheel weinig waard zijn • be of/have very little valueheel veel • a great deal of, a great manyheel in de verte • way in the distanceheel af en toe • once in a great whileik weet het heel zeker • I'm absolutely positive
См. также в других словарях:
absolutely — This word has a string of important meanings in the broad area ‘in an absolute position, manner, or degree’, and can be applied to many domains of physical and conceptual activity including language and politics. It has also come to be used as a… … Modern English usage
Absolutely — may refer to: * Absolutely (1980), album by Madness * Absolutely (1990), album by Rik Emmett * Absolutely (2006), album by Sister Hazel * Absolutely , British television comedy … Wikipedia
Absolutely — Álbum de Madness Publicación Septiembre de 1980 Grabación 1980 Género(s) Ska, pop Duración 3 … Wikipedia Español
absolutely — [adv1] certainly, without question actually, categorically, come hell or high water*, conclusively, decidedly, decisively, definitely, doubtless, easily, exactly, for sure*, no ifs ands or buts*, no strings attached*, on the button*, on the… … New thesaurus
Absolutely — Ab so*lute*ly, adv. In an absolute, independent, or unconditional manner; wholly; positively. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
absolutely — index de facto, fairly (clearly), faithfully, in toto, ipso facto, purely (positively) Burton s Legal Thesaurus. William C. Bu … Law dictionary
absolutely — (adv.) late 14c., unconditionally, completely, from ABSOLUTE (Cf. absolute) (adj.) + LY (Cf. ly) (2). From mid 15c. as without reference to anything else, not relatively; meaning to the utmost degree emerged by mid 16c. As a colloquial emphatic… … Etymology dictionary
absolutely — ► ADVERB 1) with no qualification, restriction, or limitation. 2) used for emphasis or to express agreement. 3) not viewed in relation to other things or factors … English terms dictionary
absolutely — [ab′sə lo͞ot΄lē, ab΄sə lo͞ot′lē] adv. completely or unconditionally interj. yes: used for emphasis … English World dictionary
absolutely — adverb 1 especially spoken completely and in every way: He s an absolutely brilliant singer. | You can trust her absolutely! | You look absolutely fantastic in that dress. | absolutely no/nothing (=none or nothing at all): He has absolutely no… … Longman dictionary of contemporary English
absolutely — ab|so|lute|ly W3S1 [ˈæbsəlu:tli, ˌæbsəˈlu:tli] adv 1.) completely and in every way ▪ He made his reasons for resigning absolutely clear. ▪ Are you absolutely sure? ▪ This cake is absolutely delicious. 2.) used to emphasize something ▪ The… … Dictionary of contemporary English