-
1 affiche
affiche [aafiesĵ]〈v.〉1 aanplakbiljet ⇒ affiche, plakkaat2 (toneel)gezelschap ⇒ toneelspelers, artiesten♦voorbeelden:affiche lumineuse • lichtreclamerester à l'affiche, tenir l'affiche • op het repertoire (blijven) staanf1) aanplakbiljet, affiche2) (toneel)gezelschap, toneelspelers -
2 placard
placard [plaakaar]〈m.〉2 aanplakbiljet ⇒ plakkaat, affiche♦voorbeelden:m1) wandkast4) dikke laag -
3 apposer
-
4 arracher
arracher [aaraasĵee]1 trekken ⇒ uittrekken, losrukken2 ont-, wegrukken ⇒ halen (uit), losmaken (van)3 wegkrijgen ⇒ wegjagen, weghalen♦voorbeelden:un obus lui a arraché le bras • een granaat heeft zijn arm afgeruktarracher les mauvaises herbes • het onkruid wiedenarracher les pommes de terre • de aardappelen rooienarracher les yeux à qn. • iemand de ogen uitkrabbenarracher qn. au sommeil • iemand uit zijn slaap rukken♦voorbeelden:1 s'arracher qn., qc. • vechten om iemand, ietson se l'arrache • hij, zij is zeer gewild gezelschaps'arracher les yeux • elkaar de ogen uitkrabben1. v1) (uit)trekken, losrukken2) ontrukken, halen (uit)3) weghalen2. s'arracherv1) vechten (om) -
5 écriteau
écriteau [eekrietoo]〈m.〉m -
6 pancarte
-
7 vedette
vedette [vədet]〈v.〉1 ster ⇒ idool, bekend artiest(e)♦voorbeelden:2 avoir, tenir la vedette • in het nieuws staan, voorpaginanieuws zijnmettre en vedette • met vette letters drukken; 〈figuurlijk; iemand〉naar voren halen, op de voorgrond schuivenf1) ster, idool2) vette kop [krant, etc]3) motorbootje [leger]4) uitkijkpost [leger] -
8 affichage
affichage [aafiesĵaazĵ]〈m.〉 -
9 affichette
-
10 apposition
apposition [aapooziesjõ]〈v.〉♦voorbeelden: -
11 arracher une affiche
arracher une affiche
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский