-
101 zaterdag over een week
zaterdag over een weeka week on/from SaturdayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zaterdag over een week
-
102 zij heeft drie wassen in de week
zij heeft drie wassen in de weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij heeft drie wassen in de week
-
103 zij werkt gemiddeld vier dagen per week
zij werkt gemiddeld vier dagen per weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij werkt gemiddeld vier dagen per week
-
104 zijn reis met een week bekorten
zijn reis met een week bekortenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn reis met een week bekorten
-
105 zo'n vrije dag breekt de week
zo'n vrije dag breekt de weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zo'n vrije dag breekt de week
-
106 a petrece week-end-ul la mare etc.
to (spend the) week-end at the seaside, etc.Română-Engleză dicționar expresii > a petrece week-end-ul la mare etc.
-
107 a week last Friday etc
-
108 'n week van nou af
a week from now -
109 de was in de week zetten
de was in de week zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de was in de week zetten
-
110 een week gestel
een week gestelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een week gestel
-
111 hij is week van hart
hij is week van hartVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij is week van hart
-
112 hij week geen haarbreed
hij week geen haarbreedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij week geen haarbreed
-
113 hij week niet van mijn zijde
hij week niet van mijn zijdeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij week niet van mijn zijde
-
114 iets week maken
iets week makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets week maken
-
115 in/door de week
in/door de weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in/door de week
-
116 verleden week dinsdag is ze twaalf jaar geworden
verleden week dinsdag is ze twaalf jaar gewordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verleden week dinsdag is ze twaalf jaar geworden
-
117 volgende week dinsdag
volgende week dinsdagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > volgende week dinsdag
-
118 good this week/month
Finused to describe instructions to a broker that are valid only for the duration of the week/ month given.Abbr. GTW/GTM -
119 (Those saints whose days fall in the second week in May) Мамерт
Communications: Ice SaintsУниверсальный русско-английский словарь > (Those saints whose days fall in the second week in May) Мамерт
-
120 Animal Action Week
Non-profit-making organization: AAWУниверсальный русско-английский словарь > Animal Action Week
См. также в других словарях:
week-end — [ wikɛnd ] n. m. • 1906; mot angl., de week « semaine » et end « fin » ♦ Congé de fin de semaine, comprenant la journée ou l après midi du samedi et le dimanche. Des week ends. Partir pour le week end, fam. en week end. « ses parents sont partis… … Encyclopédie Universelle
week — W1S1 [wi:k] n [: Old English; Origin: wicu] 1.) a period of seven days and nights, usually measured in Britain from Monday to Sunday and in the US from Sunday to Saturday once/twice/three times etc a week ▪ Letters were delivered twice a week… … Dictionary of contemporary English
Week-ends — Week end Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Le week end (anglicisme) ou weekend ou la fin de semaine (au Québec) est une période hebdomadaire d’un ou deux jours, généralement le samedi et le dimanche, pendant laquelle la… … Wikipédia en Français
Week end — Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Le week end (anglicisme) ou weekend ou la fin de semaine (au Québec) est une période hebdomadaire d’un ou deux jours, généralement le samedi et le dimanche, pendant laquelle la plupart des… … Wikipédia en Français
week — [ wik ] noun count *** a period of seven days, usually counted from a Sunday: He travels south two days a week. That left 15 dollars per week for food. last/next week: He will meet his uncle in Boston next week. a. a week in which particular… … Usage of the words and phrases in modern English
week — [wēk] n. [ME weke < OE wicu with lengthened & lowered vowel, akin to Ger woche (OHG wohha) < IE * weig , to bend (see WEAK): basic sense “period of change”] 1. a period of seven days, esp. one beginning with Sunday and ending with Saturday… … English World dictionary
Week-end (Lorie) — Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Week end Single par Lorie extrait de l’album Attitudes Face B instrumental … Wikipédia en Français
Week End Tour (Lorie) — Week End Tour Album par Lorie Sortie CD : 4 octobre 2004 DVD : 6 décembre 2004 Enregistrement 13 mars 2004 Lille (Zénith Aréna … Wikipédia en Français
week in and week out — week in (and) week out phrase every week for a long time We don’t have the same menu week in and week out. Thesaurus: happening at particular intervals of timehyponym all the time and alwayssynonym Main entry: week … Useful english dictionary
Week-End (film, 1967) — Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Week end est un film franco italien réalisé par Jean Luc Godard et sorti en 1967. Sommaire 1 Synopsis 2 … Wikipédia en Français
week — /week/, n. 1. a period of seven successive days, usually understood as beginning with Sunday and ending with Saturday. 2. a period of seven successive days that begins with or includes an indicated day: the week of June 3; Christmas week. 3.… … Universalium