-
81 mijn nieuwe baan gaat volgende week in
mijn nieuwe baan gaat volgende week inVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > mijn nieuwe baan gaat volgende week in
-
82 morgen over een week
morgen over een weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > morgen over een week
-
83 om de (andere) week
om de (andere) weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > om de (andere) week
-
84 onze offerte blijft een week geldig
onze offerte blijft een week geldigour offer stands/holds (good)/is open for one weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onze offerte blijft een week geldig
-
85 over een week
over een week -
86 pakweg 200 gulden per week
pakweg 200 gulden per weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > pakweg 200 gulden per week
-
87 ten minste/op zijn minst een week
ten minste/op zijn minst een weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ten minste/op zijn minst een week
-
88 twee keer per maand/week
twee keer per maand/weektwice a month/a weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > twee keer per maand/week
-
89 tweemaal per week heb ik avonddienst
tweemaal per week heb ik avonddienstVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tweemaal per week heb ik avonddienst
-
90 vandaag een week geleden
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vandaag een week geleden
-
91 vandaag over een week
vandaag over een weekin a week from now/todayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vandaag over een week
-
92 verleden week
verleden week -
93 volgende week is vroeg genoeg
volgende week is vroeg genoegVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > volgende week is vroeg genoeg
-
94 volgende week
volgende week -
95 vorige week dinsdag
vorige week dinsdagon (the) Tuesday of last week, Tuesday lastVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vorige week dinsdag
-
96 vorige week is hij dertig geworden
vorige week is hij dertig gewordenhe was/turned thirty last weekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vorige week is hij dertig geworden
-
97 vorige week nog
vorige week nogVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vorige week nog
-
98 we hebben deze week heel wat afgestudeerd
we hebben deze week heel wat afgestudeerdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > we hebben deze week heel wat afgestudeerd
-
99 wel een week later
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wel een week later
-
100 wel twee keer per week
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wel twee keer per week
См. также в других словарях:
week-end — [ wikɛnd ] n. m. • 1906; mot angl., de week « semaine » et end « fin » ♦ Congé de fin de semaine, comprenant la journée ou l après midi du samedi et le dimanche. Des week ends. Partir pour le week end, fam. en week end. « ses parents sont partis… … Encyclopédie Universelle
week — W1S1 [wi:k] n [: Old English; Origin: wicu] 1.) a period of seven days and nights, usually measured in Britain from Monday to Sunday and in the US from Sunday to Saturday once/twice/three times etc a week ▪ Letters were delivered twice a week… … Dictionary of contemporary English
Week-ends — Week end Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Le week end (anglicisme) ou weekend ou la fin de semaine (au Québec) est une période hebdomadaire d’un ou deux jours, généralement le samedi et le dimanche, pendant laquelle la… … Wikipédia en Français
Week end — Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Le week end (anglicisme) ou weekend ou la fin de semaine (au Québec) est une période hebdomadaire d’un ou deux jours, généralement le samedi et le dimanche, pendant laquelle la plupart des… … Wikipédia en Français
week — [ wik ] noun count *** a period of seven days, usually counted from a Sunday: He travels south two days a week. That left 15 dollars per week for food. last/next week: He will meet his uncle in Boston next week. a. a week in which particular… … Usage of the words and phrases in modern English
week — [wēk] n. [ME weke < OE wicu with lengthened & lowered vowel, akin to Ger woche (OHG wohha) < IE * weig , to bend (see WEAK): basic sense “period of change”] 1. a period of seven days, esp. one beginning with Sunday and ending with Saturday… … English World dictionary
Week-end (Lorie) — Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Week end Single par Lorie extrait de l’album Attitudes Face B instrumental … Wikipédia en Français
Week End Tour (Lorie) — Week End Tour Album par Lorie Sortie CD : 4 octobre 2004 DVD : 6 décembre 2004 Enregistrement 13 mars 2004 Lille (Zénith Aréna … Wikipédia en Français
week in and week out — week in (and) week out phrase every week for a long time We don’t have the same menu week in and week out. Thesaurus: happening at particular intervals of timehyponym all the time and alwayssynonym Main entry: week … Useful english dictionary
Week-End (film, 1967) — Pour les articles homonymes, voir Week end (homonymie). Week end est un film franco italien réalisé par Jean Luc Godard et sorti en 1967. Sommaire 1 Synopsis 2 … Wikipédia en Français
week — /week/, n. 1. a period of seven successive days, usually understood as beginning with Sunday and ending with Saturday. 2. a period of seven successive days that begins with or includes an indicated day: the week of June 3; Christmas week. 3.… … Universalium