-
1 bereid
1 [geen bezwaren hebbend] disposé (à)2 [gereedgemaakt] prêt♦voorbeelden:1 zich tot iets bereid verklaren • se déclarer disposé à faire qc.iemand tot iets bereid vinden • trouver qn. disposé à faire qc.bereid zijn om te helpen • être prêt à aider (qn.)tot alles bereid zijn • être prêt à tout -
2 genegen
1 [bereid] disposé2 [welwillend] favorable (à)♦voorbeelden:iemand genegen zijn • être bien disposé à l'égard de qn. -
3 ontdoen
1 [vrijmaken] strip♦voorbeelden:een tak van de schors ontdoen • strip the bark off a branchII 〈wederkerend werkwoord; zich ontdoen〉2 [uit de weg ruimen] dispose of, get rid of♦voorbeelden: -
4 iemand een kwaad hart toedragen
iemand een kwaad hart toedragenêtre mal disposé envers qn.————————iemand een kwaad hart toedragenêtre mal disposé envers qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand een kwaad hart toedragen
-
5 beschikken
1 [+ over] [bezitten] have (control/disposal of) ⇒ have at one's disposal3 [beslissen] ordain♦voorbeelden:over een meerderheid beschikken • have a majorityover genoeg tijd beschikken • have enough time at one's disposalzodra wij beschikken over de juiste gegevens • as soon as we have the correct dataover iemands lot beschikken • determine someone's fatevrij over iets kunnen beschikken • be able to make free use of somethingze kon zelf niet over het geld beschikken • she did not have free disposal of her money3 afwijzend/gunstig beschikken op een verzoek • grant/deny a request -
6 kwijtraken
1 [bevrijd worden van] get rid of2 [verliezen] lose3 [als afvalstof lozen] pass (out)♦voorbeelden:auto's raken we niet meer kwijt • cars are here to stayde weg kwijtraken • lose one's way4 die spullen zul je makkelijk kwijtraken • you will easily dispose/get rid of those goods -
7 opstellen
1 [een plaats geven] set up/erect 〈 materiaal〉; post, place (something, someone); 〈 in formatie〉 arrange, dispose, line up; deploy 〈 leger, wapens〉♦voorbeelden:1 een leger opstellen • dispose/deploy an army/troopsraketten opstellen • deploy missileseen theorie opstellen • formulate a theoryII 〈wederkerend werkwoord; zich opstellen〉2 [houding aannemen] take up a position (on), adopt an attitude (towards); 〈 zich voordoen〉 pose (as)♦voorbeelden: -
8 wegdoen
2 [opbergen] put away♦voorbeelden:1 boeken wegdoen • get rid of/dispose of bookszijn winkel wegdoen • sell off one's shop2 doe dat mes weg! • put that knife away! -
9 wegwerken
1 [doen verdwijnen] get rid of ⇒ 〈 verorberen〉 polish off, 〈 informeel〉 put away 〈 eten, drank〉, smoothe away 〈 oneffenheden〉2 [dwingen heen te gaan] dispose of, get rid of♦voorbeelden:1 een paar oneffenheden/kleine foutjes wegwerken • smoothe away a few blemishes/minor errorseen tekort wegwerken • eliminate a deficitiets op een foto wegwerken • block out something on a photo2 een mededinger/minister wegwerken • dispose of a rival, send a minister packing -
10 beschikken over
v. dispose of, appoint -
11 ordenen
v. order, regulate, arrange, rank, dispose, plan, marshal -
12 rangschikken
v. arrange, range, marshal, grade, table, class, order, size, sort, dispose, cast, digest, file -
13 schikken
v. arrange, accommodate, order, suit, match, regulate, set, compose, conform, compromise, dispose, array -
14 zich ontdoen van
v. rid oneself of, dispose of, shed -
15 bereid
bndisposé (à), prêt (à) -
16 bereidwillig
= bereidvaardig; bnobligeant, coopératif/-ive, disposé (à), prêt (à) -
17 gehumeurd
bn -
18 geneigd
bnenclin (à), disposé (à) -
19 gestemd
-
20 goedgezind
См. также в других словарях:
disposé — disposé, ée [ dispoze ] adj. • 1370 bien, mal disposé « en bonne, mauvaise santé »; de disposer 1 ♦ Arrangé, placé. Fleurs disposées avec goût. Objets disposés symétriquement. 2 ♦ Être disposé à : être préparé à, avoir l intention de. ⇒ 1. prêt… … Encyclopédie Universelle
Dispose — Dis*pose , v. t. [imp. & p. p. {Disposed}; p. pr. & vb. n. {Disposing}.] [F. disposer; pref. dis + poser to place. See {Pose}.] 1. To distribute and put in place; to arrange; to set in order; as, to dispose the ships in the form of a crescent.… … The Collaborative International Dictionary of English
disposé — disposé, ée (di spô zé, zée) part. passé. 1° Arrangé. Les feuilles disposées autour de la tige. Toutes choses disposées en un ordre admirable. 2° Préparé pour, en parlant des choses. Une salle disposée pour un bal. Absolument. • Jamais… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
dispose — dis‧pose [dɪˈspəʊz ǁ ˈspoʊz] verb dispose of something phrasal verb [transitive] 1. to get rid of something that is no longer needed or wanted: • We charge customers as little as DM50 to dispose of an old computer terminal. 2. COMMERCE … Financial and business terms
Dispose — Dis*pose , n. 1. Disposal; ordering; management; power or right of control. [Obs.] [1913 Webster] But such is the dispose of the sole Disposer of empires. Speed. [1913 Webster] 2. Cast of mind; disposition; inclination; behavior; demeanor. [Obs.] … The Collaborative International Dictionary of English
dispose of — dis·pose of vt dis·posed of, dis·pos·ing of 1: to transfer to the control or ownership of another disposed of the property by will 2: to deal with conclusively: determine finally received petitions for injunctions...The common theme in disposing… … Law dictionary
dispose of — (something) to end a problem. We need to dispose of the threat from diseases that can be easily controlled by vaccination … New idioms dictionary
dispose of — [v1] throw away adios*, bestow, chuck*, deep six*, destroy, discard, dump, eighty six*, eliminate, file in circular file*, get rid of, give, jettison, junk*, kiss*, kiss off*, make over, part with, relinquish, scrap, sell, transfer, unload;… … New thesaurus
dispose — ► VERB 1) (dispose of) get rid of. 2) arrange in a particular position. 3) give, sell, or transfer (money or assets). 4) incline (someone) towards a particular activity or frame of mind. DERIVATIVES disposer noun … English terms dictionary
dispose — [di spōz′] vt. disposed, disposing [ME disposen < OFr disposer, to put apart, hence arrange < perf. stem of L disponere, to arrange: see DIS & POSITION] 1. to place in a certain order or arrangement 2. to arrange (matters); settle or… … English World dictionary
Dispose — Dis*pose , v. i. To bargain; to make terms. [Obs.] [1913 Webster] She had disposed with C[ae]sar. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English