-
41 opening argument
openingstoespraak (uitleg van de advocaat voor voorbrengen van getuigen) -
42 threadbare argument
een afgezaagde bewering -
43 fallacious argument
misvatting -
44 airtight
-
45 clincher
n. doorslaggevend argument[ klintsjə]1 beslissende omstandigheid ⇒ doorslaggevend argument, afdoende opmerking -
46 demur
n. bezwaar maken, bedenkingen hebben--------v. bezwaar maken, tegenwerping; aarzelingdemur1[ dimmə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bedenking ⇒ tegenwerping, bezwaar♦voorbeelden:1 with no/without demur • zonder meer, zonder aarzelen————————demur2〈werkwoord; demurred〉1 bedenkingen hebben ⇒ tegenwerpingen/bezwaar maken2 〈 juridisch〉een exceptie/excepties opwerpen♦voorbeelden: -
47 double-edged
tweesnijdenddouble-edged♦voorbeelden: -
48 enforce
v. (het) opleggen (v.d. wet), verplichten; versterken[ info:s] 〈zelfstandig naamwoord: enforcement〉♦voorbeelden: -
49 make mincemeat of
in de pan hakken, geen stukje heel laten van (een argument) -
50 overbear
v. overwinnen; beheersen; doen gehoorzamenoverbear1 doen zwichten ⇒ overwinnen, tot toegeven dwingen♦voorbeelden: -
51 preponderate
v. zwaarder wegen; (van) overwegend (belang) zijn; het overwicht hebben1 zwaarder wegen ⇒ de overhand hebben, de doorslag geven♦voorbeelden: -
52 retort
n. retort, distilleerkolf; vinnig antwoord; uitlaatklep (apparaat voor uitlaten van vloeistof)--------v. (vinnig) antwoordenretort1[ ritto:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 weerwoord ⇒ repliek, antwoord♦voorbeelden:————————retort2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
53 spurious
-
54 strong
adj. sterk; moedig; krachtig; stinkend--------adv. sterk, krachtig1 sterk ⇒ stoer, krachtig, fors; stevig, vast; f, gezond; zwaar 〈 van bier, sigaar〉; geconcentreerd, sterk 〈 van oplossing〉; sterk, scherp 〈 van geur, smaak〉; drastisch 〈 van maatregel〉; rans 〈 van boter〉; groot, sterk 〈 van groep〉; bekwaam; hevig, stevig 〈 van wind〉; hoog 〈 van koorts, prijs enz.〉; vurig; onregelmatig 〈 van werkwoord〉; uitgesproken; vastbesloten; kras 〈 van taal〉♦voorbeelden:1 strong argument • sterk/sluitend argumentstrong arm • macht, geweldstrong arm of the law • (sterke) arm der wetstrong belief/conviction • vaste overtuigingstrong dollar • sterke dollarstrong feelings • intense gevoelens, groot ongenoegenstrong language/stuff • krasse/krachtige taal, gevloektake a strong line • zich (kei)hard opstellenstrong measure • drastische maatregelstrong nerves • stalen zenuwenstrong stomach • sterke maag, maag die veel verdraagtstrong supporter • hevig/vurig aanhanger/supporterhold strong views • er een uitgesproken mening op nahoudenstrong voice • krachtige stem〈 slang〉 (still) going strong • nog steeds actief, nog steeds in de running/op dreeftwo hundred strong • tweehonderd man sterkbe strong for • veel ophebben met, krachtig steunenbe strong in • uitben/goed zijn in -
55 sweep
n. beurt, opruiming; veger, stoffer; zwaai, slag, draai, bocht; schoorsteen/ straatveger--------v. vegen; opvegen; voeren; schrijdensweep1[ swie:p]2 veger ⇒ bezem, stoffer4 veeg ⇒ haal (met een borstel), streek5 zwaai ⇒ slag, houw, riemslag; zwier, draai, bocht6 〈 benaming voor〉gebogen traject/lijn♦voorbeelden:make a clean sweep • schoon schip maken5 sweep of the eye • oogopslag, blikwide sweep • wijde draai/bochtmake a sweep • een bocht maken, draaienat one/a sweep • in één klap¶ sweep of mountain country • stuk bergland, berglandschapclean sweep • verpletterende overwinning3 beweging ⇒ stroom, golving♦voorbeelden:beyond/within the sweep of • buiten/binnen het bereik van————————sweep21 zich (snel) (voort)bewegen ⇒ spoeden, vliegen♦voorbeelden:sweep by/past • voorbijschietensweep down on • aanvallensweep on • voortijlensweep round • zich (met een zwaai) omdraaiensweep from/out of the room • de kamer uit stuivensweep into power • aan de macht komena wave swept over the ship • een golf sloeg over het schip1 vegen ⇒ aan/af/op/wegvegen2 (laten) slepen ⇒ slepen over, strijken langs/over♦voorbeelden:sweep the house clean/clear of dirt • het huis schoonvegen〈 figuurlijk〉 sweep the seas • de zeeën schoonvegen/zuiveren van piratensweep the dirt away • het vuil wegvegensweep up • aan/uitvegen, bijeenvegen2 mee/wegsleuren ⇒ meevoeren, afrukken3 doorkruisen ⇒ teisteren, razen over4 afzoeken ⇒ aftasten, afvissen♦voorbeelden:sweep someone a bow/curtsey • statig buigen voor iemand2 sweep along • meesleuren/slepenbe swept off one's feet • omvergelopen worden; 〈 figuurlijk〉 overdonderd worden; versteld staan, hals over kop verliefd wordenbe swept out to sea • in zee gesleurd wordena new fashion sweeping America • een nieuwe mode die Amerika verovert -
56 tenuous
adj. dun, ragfijn, subtiel, zwak[ tenjoeəs] 〈 tenuousness〉3 onbeduidend ⇒ vaag, zwak♦voorbeelden: -
57 wash
adj. kan gewassen worden--------n. was; wassen; afwas; schoonmaak; wasmiddel; laag; golfslag--------v. wassen; schoonmaken; afwassen; overstromen; overtrekken (met verf)wash1[ wosj]2 vieze, waterige troep ⇒ slootwater, slappe thee♦voorbeelden:have a wash • zich wassen♦voorbeelden:1 golfslag♦voorbeelden:————————wash2♦voorbeelden:it won't wash with him • hij zal het niet geloventhe stain will wash off • de vlek gaat er (in de was) wel uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:wash off • (eraf) wassen -
58 weak
adj. slap, zwak; breekbaar[ wie:k]4 waterig♦voorbeelden:have a weak head • zwakzinnig zijngo weak at the knees • slappe knieën krijgen 〈 met betrekking tot verliefdheid〉; op zijn benen staan te trillen 〈 van angst〉weak at/in physics • zwak/minder goed in natuurkundehave a weak spot for • een speciaal plekje in zijn hart hebben voor -
59 brawl
n. vechtpartij--------v. knokken, vechten; een luid argumentbrawl1[ bro:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————brawl2〈 werkwoord〉 -
60 chicanery
См. также в других словарях:
argument — [ argymɑ̃ ] n. m. • 1160; lat. argumentum → arguer 1 ♦ Raisonnement destiné à prouver ou à réfuter une proposition, et par ext. Preuve à l appui ou à l encontre d une proposition. ⇒ raisonnement; argumentation, démonstration; preuve, raison.… … Encyclopédie Universelle
argument — ar·gu·ment n 1: a reason or the reasoning given for or against a matter under discussion compare evidence, proof 2: the act or process of arguing, reasoning, or discussing; esp: oral argum … Law dictionary
argument — ARGUMENT. s. m. Terme de Logique. Raisonnement par lequel on tire une conséquence d une ou de deux propositions. Argument en forme. Puissant argument. Argument concluant, démonstratif, pressant, invincible. Fort argument. Faux argument. Argument… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
Argument Ontologique — L argument ontologique visant à prouver l existence de Dieu cherche à montrer que Dieu existe nécessairement, en vertu de la définition de ce qu est Dieu. Formulé de nombreuses fois au cours de l histoire, c est cependant à Descartes qu on le… … Wikipédia en Français
Argument De La Diagonale De Cantor — L argument de la diagonale, ou argument diagonal fut découvert par le mathématicien allemand Georg Cantor (1845 1918) et publié en 1891. Il permit à ce dernier de donner une deuxième démonstration de la non dénombrabilité de l ensemble des… … Wikipédia en Français
Argument Diagonal — Argument de la diagonale de Cantor L argument de la diagonale, ou argument diagonal fut découvert par le mathématicien allemand Georg Cantor (1845 1918) et publié en 1891. Il permit à ce dernier de donner une deuxième démonstration de la non… … Wikipédia en Français
Argument de la diagonale de cantor — L argument de la diagonale, ou argument diagonal fut découvert par le mathématicien allemand Georg Cantor (1845 1918) et publié en 1891. Il permit à ce dernier de donner une deuxième démonstration de la non dénombrabilité de l ensemble des… … Wikipédia en Français
Argument diagonal — Argument de la diagonale de Cantor L argument de la diagonale, ou argument diagonal fut découvert par le mathématicien allemand Georg Cantor (1845 1918) et publié en 1891. Il permit à ce dernier de donner une deuxième démonstration de la non… … Wikipédia en Français
Argument der menschlichen Grenzfälle — (AMG) bezeichnet in der tierethischen Literatur eine Klasse von Argumenten. Ausgegangen wird davon, dass zwischen Menschen und nichtmenschlichen Tierarten[A 1] keine scharfe Trennlinie anhand für moralische Bewertungen verwendbarer Kriterien… … Deutsch Wikipedia
argument — Argument. s. m. Terme de Logique. Raisonnement par lequel on tire une consequence d une ou de deux propositions. Argument en forme. argument probable. puissant argument. argument concluant, demonstratif, invincible, fort argument. faux argument.… … Dictionnaire de l'Académie française
argument — ARGUMÉNT, argumente, s.n. 1. Raţionament, dovadă adusă în sprijinul unei afirmaţii. 2. (mat.) Variabila (variabilă) independentă a unei funcţii. – Din fr. argument, lat. argumentum. Trimis de romac, 13.09.2007. Sursa: DEX 98 ARGUMÉNT s. I. 1.… … Dicționar Român