-
1 lick
n. lik; veeg; klap (slang); uitbarsting van energie, krachtsexplosie--------v. aflikken, likken aan, lekken; (af)ranselen; verslaan; onder de knie krijgenlick1[ lik]1 lik♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————lick2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 likken♦voorbeelden:1 lick (something) off/out/up • (iets) af/uit/oplikkenlick bad habits out of someone • slechte gewoontes er bij iemand uit rammen -
2 lick (something) off/out/up
lick (something) off/out/up(iets) af/uit/oplikken -
3 lick a problem
-
4 lick bad habits out of someone
lick bad habits out of someone -
5 lick one's chaps
-
6 lick one's chops
-
7 lick one's wounds
-
8 lick someone's boots
iemands hielen likken, iemand vleien -
9 lick into shape
in goede conditie brengen; fatsoeneren, bijschaven -
10 lick one's lips
zijn lippen likken -
11 lick the boots
zich vleierig voordoen, zich (voor iemand) vernederen, iemands gat likken -
12 lick the wounds
de wonden likken -
13 a lick of paint
-
14 knock/lick something into shape
knock/lick something into shapeiets fatsoeneren/bijschaven -
15 salt lick
zoutblok waar dieren aan likken; plaats waar dieren zout en minerale bestanddelen komen likken die in de natuur gevonden wordtsalt lick1 liksteen -
16 deer lick
n. stuk grond dat natuurlijk of kunstmatig zout is waar herten komen likken -
17 boot
n. laars; (in computers) starten, de computer opnieuw starten; (in autos) bagageruimte; ontslag; schop--------v. schoppen; ontslaanboot1[ boe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:3 give/get the boot • ontslag geven/krijgendie in one's boots/with one's boots on • in het harnas stervenlick someone's boots • iemands hielen likken, iemand vleien〈 slang〉 put the boot in • in elkaar trappen, erop inhakken→ big big/————————boot2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
18 chap
n. spleet, scheur; vent, kerel--------v. (doen) barsten, klovenchap1[ tsjæp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————chap2〈werkwoord; chapped〉1 splijten ⇒ (doen) barsten, kloven -
19 chop
n. slag; hakbijl; gehakt vlees; stempel; commercieel merk--------v. hakken; afhakkenchop1[ tsjop]1 houw ⇒ hak, slag♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————chop2〈 chopped〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:1 chop at something/someone • naar iemand/iets uithalen2 chop and change • erg veranderlijk zijn, vaak van mening veranderenwhy do you chop about so much? • waarom ben je toch zo veranderlijk?the wind chopped about/around • de wind schiftte voortdurendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hakken ⇒ kappen, houwen♦voorbeelden:chop down trees • bomen omhakkenchop off branches • takken afhakken -
20 shape
n. gedaante; vorm; vermogen; patroon, structuur--------v. vormen; zich ontwikkelen; vorm gevenshape1[ sjeep]1 vorm ⇒ gestalte, gedaante, verschijning2 (bak/giet)vorm ⇒ model, sjabloon♦voorbeelden:give shape to • vorm geven aan, tot uitdrukking brengentake shape • (vaste/vastere) vorm aannemen/krijgenround in shape • rond van vormin the shape of • in de vorm/gedaante vanI've had no trouble with him in any shape or form • ik heb op geen enkele manier moeilijkheden met hem gehadknock/lick something into shape • iets fatsoeneren/bijschavenknock out of shape • vervormen1 (goede) conditie ⇒ (goede) toestand, vorm♦voorbeelden:1 in bad/good shape • in slechte/goede conditiein(to) shape • in (goede) conditiethat's the shape of it • zo staan de zaken (ervoor)out of shape • in slechte conditie————————shape2♦voorbeelden:shape (up) well • zich gunstig ontwikkelen¶ shape up • zich goed (gaan) gedragen, zijn fatsoen houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vormen ⇒ maken, ontwerpen3 bepalen ⇒ vormen, vorm/richting geven aan♦voorbeelden:shape something from • iets vormen uit/met, iets maken vanshape plastic into buckets • uit/van plastic emmers makenshaped like (a pear) • in de vorm van (een peer), (peer)vormig
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Lick It Up — Студийный альбом Kiss Дата выпуска 18 сентября 1983 Записан июль август 1983 … Википедия
lick — [lik] vt. [ME licken < OE liccian, akin to Ger lecken < IE base * leig̑h , to lick > Gr leichein, L ligurrire, to lick, lingere, to lick up] 1. to pass the tongue over [to lick one s lips] 2. to bring into a certain condition by passing… … English World dictionary
Lick It Up — Album par Kiss Sortie 18 septembre 1983 Enregistrement Juillet – Août 1983 Durée 41:27 Genre … Wikipédia en Français
Lick It Up — (1983) album de Kiss Publicación 18 de Septiembre de 1983 Grabación Julio Agosto de 1983 en Record Plant Recordig Studios, Nue … Wikipedia Español
Lick It Up — Studioalbum von Kiss Veröffentlichung 23. September 1983 Aufnahme Juli und August 1983 Label … Deutsch Wikipedia
Lick — Lick, n. [See {Lick}, v.] 1. A stroke of the tongue in licking. A lick at the honey pot. Dryden. [1913 Webster] 2. A quick and careless application of anything, as if by a stroke of the tongue, or of something which acts like a tongue; as, to put … The Collaborative International Dictionary of English
lick — ► VERB 1) pass the tongue over (something), typically in order to taste, moisten, or clean it. 2) move lightly and quickly like a tongue. 3) informal defeat comprehensively. ► NOUN 1) an act of licking. 2) informal a small amount or quick… … English terms dictionary
Lick — (l[i^]k), v. t. [imp. & p. p. {Licked} (l[i^]kt); p. pr. & vb. n. {Licking}.] [AS. liccian; akin to OS. likk[=o]n, D. likken, OHG. lecch[=o]n, G. lecken, Goth. bi laig[=o]n, Russ. lizate, L. lingere, Gr. lei chein, Skr. lih, rih. [root]121. Cf.… … The Collaborative International Dictionary of English
lick — [n] light touch; little amount bit, brush, cast, dab, dash, hint, sample, smack, speck, stroke, suggestion, taste, tinge, trace, whiff; concepts 612,831 lick [v1] touch with tongue brush, calm, caress, fondle, glance, gloss, graze, lap, lap… … New thesaurus
Lick — Lick, n. A slap; a quick stroke. [Colloq.] A lick across the face. Dryden. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Lick — Lick, v. t. [Cf. OSw. l[ a]gga to place, strike, prick.] To strike with repeated blows for punishment; to flog; to whip or conquer, as in a pugilistic encounter. [Colloq. or Low] Carlyle. Thackeray. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English