-
1 zuippartij
-
2 zuippartij
-
3 zuippartij
-
4 zuippartij
n. booze, boose, lush -
5 booze
-
6 beuverie
-
7 попойка
-
8 blind
adj. blind; verblind--------n. gordijn; mom; misleiding--------v. verblindenblind1[ blajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 scherm ⇒ jaloezie, zonnescherm, rolgordijn2 voorwendsel ⇒ uitvlucht, dekmantel♦voorbeelden:2 his job is a blind for his spying activities • zijn baantje is een dekmantel voor zijn spionagewerk→ Venetian Venetian/————————blind2〈bijvoeglijk naamwoord; blindness〉2 blind ⇒ zonder begrip, ongevoelig3 blind ⇒ onoverzichtelijk, aan het oog onttrokken♦voorbeelden:as blind as a bat/mole • zo blind als een mol, stekeblindblind faith • blind geloof/vertrouwenhe was blindly groping his way through the forest • tastend zocht hij zijn weg door het bosblindly follow the leader • onvoorwaardelijk de leider volgenblind in one eye • blind aan één oogblind with rage • blind van woedethe blind • de blinden¶ not a blind bit of • geen schijn van, niet de/het minste〈 informeel〉 blind date • afspraak tussen elkaar nog onbekende man en vrouw; elk van de partners daarbijturn a blind eye to something • iets door de vingers zien, een oogje dichtknijpen voor ietsblind letter • onbestelbare brief————————blind3〈 werkwoord〉2 verblinden ⇒ misleiden, begoochelen3 verduisteren ⇒ verbergen, overschaduwen♦voorbeelden:2 blind someone with science • iemand overstelpen/overdonderen met kennis/feiten————————blind4〈 bijwoord〉1 blind(elings) ⇒ ondoordacht, roekeloos♦voorbeelden:1 fly blind • blind/op de instrumenten vliegen -
9 booze-up
-
10 piss-up
-
11 soak
n. weken; zuippartij, -lap (slang)--------v. weken, inweken; opzuigen, in de week zetten, kleddernat maken; doordringen; doordruppelen; uitwringensoak1[ sook] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————soak2♦voorbeelden:→ soak in soak in/1 weken ⇒ in de week zetten/staan♦voorbeelden:3 afzetten♦voorbeelden:soaked through • kletsnat→ soak up soak up/ -
12 bringue
bringue [brẽg]〈v.〉 〈 informeel〉2 zuippartij ⇒ vreetpartij, uitspatting♦voorbeelden:2 faire la bringue • boemelen, uitspatten, de bloemetjes buiten zetten -
13 fiesta
-
14 ribote
-
15 soûlerie
-
16 попойка
-
17 Besäufnis
Besäufnis〈v.; Besäufnis, Besäufnisse〉 -
18 Sauferei
-
19 Saufgelage
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский