-
1 zekering
♦voorbeelden:1 de zekeringen zijn doorgeslagen • les plombs ont sauté; 〈 razend zijn〉 il, elle a explosé; 〈m.b.t. crisis〉 il, elle a craqué -
2 zekering
♦voorbeelden:1 de zekeringen zijn doorgeslagen • the fuses have blown; 〈razend zijn; informeel〉 he/ 〈enz.〉 has blown his top ; 〈in geestelijke crisis raken; informeel〉 he/ 〈enz.〉 has flipped his lid -
3 zekering
-
4 zekering
deSicherung f -
5 zekering
n. fuse, fuze -
6 zekering
• fuse• lock -
7 zekering
sigorta s -
8 een gesmolten zekering
een gesmolten zekering -
9 osigurac
zekering -
10 fuse
n. lont; ontsteker; zekering, stop--------v. (doen) smelten (v. zekering); (doen) ineensmelten (v. metalen enz.); van zekeringen voorzienfuse11 lont♦voorbeelden:————————fuse2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
11 plomb
-
12 предохранитель
-
13 stop
I.de [om een opening af te sluiten]Stöpsel mII.de [pauze]Halt m [Unterbrechung]III.de [zekering]Sicherung f -
14 a fuse has blown
-
15 fused
adj. gesmolten (v. zekering); ineengesmolten (v. metalen enz.); verenigd -
16 safety-fuse
veiligheidslont; zekering -
17 fondre
fondre [fõdr]2 minder worden ⇒ afnemen, slinken, verdwijnen♦voorbeelden:faire fondre le beurre • de boter smeltenfondre de pitié • vertederd worden door medelijdenfondre en larmes • in tranen uitbarstenil a fondu de trois kilos • hij is zes pond afgevallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 samenvoegen ⇒ met elkaar verenigen, fuseren♦voorbeelden:1 smelten ⇒ wegsmelten, zich oplossen, verdwijnen2 samengevoegd worden ⇒ samensmelten, samenvloeien, zich vermengen♦voorbeelden:v1) (weg)smelten2) slinken, afnemen4) versmelten5) samenvoegen -
18 coupe-circuit
-
19 fusible
fusible [fuuziebl]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:1 un fusible • (smelt)zekering, stop -
20 le fusible fond
le fusible fond
Страницы
- 1
- 2