-
1 a walk in the woods
een wandeling in het bos/de bossen -
2 babe in the woods/in arms
babe in the woods/in armsonnozele hals, naïeveling -
3 maiden woods
-
4 neck of the woods
buurt, omgeving -
5 out of the wood/ woods
out of the wood/ woodsin veilige haven, buiten gevaar, uit de problemen -
6 we were making toward(s) the woods
we were making toward(s) the woodsEnglish-Dutch dictionary > we were making toward(s) the woods
-
7 babe in the woods
kindje in de wieg -
8 be out of the woods
uit de problemen zijn; buiten gevaar zijn -
9 in this neck of the woods
in dit gedeelte van de wereld -
10 wood
adj. houten; bos---------n. hout; bos; plank; planken ton; blokfluit; golfstick--------v. bebossen; met hout bedekken; hout aanvoerenwood1[ woed]♦voorbeelden:1 a walk in the woods • een wandeling in het bos/de bossenout of the wood/ 〈 Amerikaans-Engels〉 woods • in veilige haven, buiten gevaar, uit de problemen1 hout♦voorbeelden:I haven't had the flu this winter yet, touch/ 〈 Amerikaans-Engels〉 knock (on) wood • ik heb deze winter nog geen griep gehad, laat ik het afkloppen¶ from the wood • uit het vat/de tap, op fust→ dead dead/————————wood21 houten -
11 babe
n. baby; hulpeloos; kindje[ beeb]♦voorbeelden:¶ babe in the woods/in arms • onnozele hals, naïeveling -
12 maiden
adj. maagdelijk--------n. meisje, meid; maagd; juffrouw; ongetrouwde vrouwmaiden1————————maiden24 ongerept♦voorbeelden: -
13 make
n. merk--------v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creërenmake1[ meek]1 merk2 natuur ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij♦voorbeelden:2 of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaatthat young man is really on the make • die jongeman is een echte streber————————make21 doen ⇒ zich gedragen, handelen♦voorbeelden:we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen¶ make believe • spelen, doen alsofyou'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doenmake away/off • 'm smeren, ervandoor gaanmake away with oneself • zich van kant makenmake away with • doden; meenemen, jattenmake off with • weg/meenemen, jattenmake at someone • op iemand afstormen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoerenmake with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorstmake with the show • kom op met de show, voer de show opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)7 worden ⇒ maken, zijn8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden9 afleggen ⇒ overbruggen, doen10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉♦voorbeelden:1 make coffee/tea • koffie/thee zettenmake dinner • het warme eten klaarmakenmake a house • een huis bouwenGod made man • God schiep de mensmake room • plaats makenmake over a dress • een jurk vermaken/verstellenmake a chair from paper • een stoel van papier makena bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brugthey made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhoutthat boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kanthe letter made mother happy • de brief maakte moeder blijthe workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerdermake the news public • het nieuws openbaar makenmake over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)make a stone into an axe • van een steen een bijl makenyou've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaaktmake a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalenhe made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie4 you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgenthe police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenenthe story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachenTom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellenshe made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereenhe made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te sprekenyou can't make me • je kunt me niet dwingen5 this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk6 what do you make the time? • hoe laat heeft u het?I make it seven thirty • ik heb het half achtthree and four make seven • drie en vier is zeventhat makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willenthat novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezenshe will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijnthe man is made for this job • de man is geknipt voor deze baanafter that he made major • daarna werd hij majoorthis car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/umake the front pages • de voorpagina's halenmake port • de haven binnenlopenI wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/rakenmake it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagenhave it made • geslaagd zijn, op rozen zitten11 make a decision • een beslissing nemen, beslissenmake an effort • een poging doen, pogenmake a phone call • opbellenmake war against/on/with • oorlog voeren tegen/metthis new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hemmake something do • zich met iets behelpenyou'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaienlet's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afsprekenmake little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen vanhe made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkansmake much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijkmake nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem ditomake over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen -
14 neck
adj. met betrekking tot de hals; dichtbij--------n. nek; brutaal--------v. Vrijen, kussen (met) (slang)neck1[ nek] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 (zee/land/berg)engte♦voorbeelden:〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 neck of the woods • buurt, omgevingrisk one's neck • zijn leven wagen〈 informeel〉 stick one's neck out • zijn hachje wagen, zich kwetsbaar opstellen→ dead dead/————————neck2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
15 Pissarro
n. familienaam, Pissarro; Pissarro, Camille Jacob (1830-1903), Franse impressionistische schilder, vriend en leraar van Paul Gaugin en Paul Cezanne, schepper van "Bather in the Woods"
См. также в других словарях:
Woods — ist der Familienname folgender Personen: Alan Woods (* 1944), britischer Politiker Bambi Woods (* 1955), US amerikanische Pornodarstellerin Barbara Alyn Woods (* 1962), US amerikanische Schauspielerin Bill Woods (1924–2000), US amerikanischer… … Deutsch Wikipedia
Woods — may refer to:* Woodland or Forest * Wood, solid material from trees or shrubs * Woods (surname), a family nameIn media: * The Woods (film), a film directed by Lucky McKee * The Woods (album), an album by Sleater Kinney * The Woods (band), an… … Wikipedia
woods|y — «WUD zee», adjective, woods|i|er, woods|i|est. of, having to do with, or characteristic or suggestive of the woods; sylvan. ╂[American English < woods + y1] … Useful english dictionary
Woods — 〈[wụdz] Pl.; Sp.; Golf〉 Holzschläger; Ggs Irons [<engl. wood „Holz“] * * * Woods [wʊdz], Eldrick Tiger, amerikan. Golfspieler, * Cypress (Calif.) 30. 12. 1975; seit 1996 Profi; gewann u. a. die Major Turniere »US Masters« (1997, 2001, 2002) … Universal-Lexikon
Woods — [woodz] Lake of the see LAKE OF THE WOODS … English World dictionary
Woods — Woods, Lake of the W. (spr. Lehk of de Wuds), so v.w. Holzsee … Pierer's Universal-Lexikon
Woods — 〈[wụdz] Pl. ; Sport; Golf〉 Holzschläger; Ggs.: Irons [Etym.: <engl. wood »Holz«] … Lexikalische Deutsches Wörterbuch
Woods — Woods, Tiger (1975 ) a US golfer who, in 1997, became the youngest person ever to win the US Masters Tournament. In 2000 he won the US Open and The Open (in Britain). This made him the youngest player to have won all four Majors (=the two Opens,… … Dictionary of contemporary English
Woods — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Sur les autres projets Wikimedia : « Woods », sur le Wiktionnaire (dictionnaire universel) Sommaire 1 … Wikipédia en Français
Woods — (as used in expressions) Bretton Woods, Conferencia de Muir Woods National Monument Woods, lago Woods, Tiger Eldrick Woods … Enciclopedia Universal
woods — See: BABE IN THE WOODS, CROW BEFORE ONE IS OUT OF THE WOODS, NECK OF THE WOODS, TAKE TO THE WOODS … Dictionary of American idioms