-
1 wegmaken
1 [kwijtmaken] lose2 [laten verdwijnen] take out3 [onder narcose brengen] put to sleep♦voorbeelden:zich stilletjes wegmaken • make off stealthily -
2 wegmaken
-
3 wegmaken
вывести; усыпить; (с)делать аборт* * *гл.общ. засунуть, удалять, усыплять (наркозом), потерять, стирать -
4 wegmaken
v. take out, put off, anesthetize, anesthetise, anaesthetize, anaesthetise -
5 een operatiepatiënt wegmaken
een operatiepatiënt wegmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een operatiepatiënt wegmaken
-
6 vlekken wegmaken
vlekken wegmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vlekken wegmaken
-
7 zich stilletjes wegmaken
zich stilletjes wegmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich stilletjes wegmaken
-
8 zich wegmaken
гл.общ. убегать, убираться -
9 zich wegmaken
v. get off -
10 засунуть
vgener. wegmaken -
11 потерять
vgener. (надежду, свободу) teloorgaan, uit het gezicht verliezen, wegmaken -
12 стирать
v1) gener. wissen, (резинкой) gummen, afdoen, raderen (резинкой), wassen (бельё), wegdoezelen, wegvagen, uitwassen (бельё), afschuren, afvagen, afvegen, afwrijven, doorlopen (íîãè), uitdoen (написанное), uitgommen (резинкой), uitslijten, uitvlakken, uitwissen, wegmaken, wegvegen, wegwissen2) liter. afslijten -
13 убегать
v1) gener. ontsnappen, wegkomen, weglopen, wijken, de vlucht kiezen, heenlopen, loskomen (из заключения), ontkomen, ontlopen, ontvlieden, ontvluchten, vluchten (voor-от), wegvluchten, zich wegmaken2) colloq. de piek schuren, pleite gaan -
14 убираться
-
15 удалять
vgener. afnemen, ontdoen, ruimen, verwijderen, wegmaken, wegwerken, afschuiven, wegcijferen -
16 усыплять
vgener. wegmaken (наркозом) -
17 deworm
-
18 put to sleep
-
19 sleep
n. slaap; coma--------v. slapen; uitrusten; liggen (- met)sleep1[ slie:p] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:go to sleep • gaan slapen, in slaap vallenmy foot has gone to sleep • mijn voet slaaptnot lose sleep over something • niet wakker liggen van ietssend to sleep • in slaap doen vallenhave a good sleep • goed slapen————————sleep2♦voorbeelden:sleep late • uitslapensleep on • doorslapensleep out • buitenshuis/in de open lucht slapensleep on/over something • een nachtje over iets slapensleep together • met elkaar naar bed gaansleep with someone • met iemand naar bed gaanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:sleep off one's hangover • zijn roes uitslapen -
20 égarer
égarer [eegaaree]1 doen (ver)dwalen ⇒ de verkeerde weg wijzen, op een dwaalspoor brengen3 misleiden ⇒ van het rechte pad brengen, in verwarring brengen3 zoek raken ⇒ wegraken, verloren gaan1. v1) op een dwaalspoor brengen, misleiden2) zoekmaken, kwijtraken2. s'égarerv1) verdwalen3) zoek raken
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Gras — 1. Ae mî Gräs, ä winjer Hâ. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 57. 2. All bi lütjen kummt dat Gras ut n Grund. (Oldenburg.) – Weserzeitung, 4057. 3. Aus Gras wird Heu, aus frischen Blumen Streu. Die Russen fügen hinzu: Aus einem schönen Mädchen ein … Deutsches Sprichwörter-Lexikon