-
1 verpletteren
1 [te pletter slaan, drukken] écraser2 [figuurlijk] accabler♦voorbeelden:een verpletterend bewijs • une preuve accablanteeen verpletterende nederlaag • une défaite écrasante -
2 verpletteren
2 [figuurlijk] shatter♦voorbeelden: -
3 verpletteren
-
4 verpletteren
I.pulverisierenII.quetschenIII.überwältigenIV.zerdrückenV.zermalmenVI.zerquetschenVII.zersplitternVIII.zerstörenIX.[vernielen]vernichten -
5 verpletteren
v. crush, crash, smash, squash, quash, shatter, scathe, overwhelm, bruise, fight down -
6 verpletteren
överväldiga -
7 verpletteren
abreuver, briser, combler, fracasser, réduire en miettes -
8 iets verpletteren
[fig.]etw. niederschmettern -
9 разгромить
verpletteren -
10 сокрушать
verpletteren, vernietigen -
11 сокрушить
verpletteren, vernietigen -
12 being crushed
verpletteren (gerimpeld worden,overreden worden,verkreukeld,gedrongen) -
13 crush after takeoff
verpletteren na opsteiging -
14 smash
adj. met een klap; geweldig (succes)--------n. slag; gerinkel; klap, slag, dreun; groot succes; smash (tennis)--------v. breken, inslaan; verpletteren, vergruizen, vermorzelen, verpletteren; verpletterd worden, vermorzeld worden; failliet gaan; laten neerkomen; botsensmash1[ smæsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 klap ⇒ slag, dreun♦voorbeelden:————————smash21 razen ⇒ beuken, botsen♦voorbeelden:♦voorbeelden:2 smash in • in elkaar slaan, inslaan————————smash3〈 bijwoord〉 -
15 écraser
écraser [eekraazee]1 verpletteren ⇒ platdrukken, verbrijzelen3 persen ⇒ fijnstampen, uitknijpen7 〈 computer〉overschrijven♦voorbeelden:la ville est écrasée par la cathédrale • de stad wordt geheel beheerst door de kathedraalêtre écrasé de travail • gebukt gaan onder het vele werkêtre écrasé de fatigue • doodmoe zijn¶ nez écrasé • platte, stompe neusécraser qn. de son luxe • iemand de ogen uitsteken met zijn luxe〈 informeel〉 écrase! • hou op!♦voorbeelden:1. v1) verpletteren, platdrukken2) omverrijden3) persen, uitknijpen5) overstelpen6) overheersen7) overschrijven [computer]2. s'écraserv -
16 поражать
vgener. frapperen, verpletteren, verrassen, aantasten (здоровье и т.п.), bevreemden, onthutsen, teisteren, verpletten -
17 разгромить
vgener. verpletteren -
18 размозжить
vgener. verpletteren (голову) -
19 сокрушить
vgener. verpletteren -
20 dash
n. ietsje; scheutje (drank); slag, dreun; spurt, uitval; (100 m.) sprint--------v. (vooruit)stormen, denderen; (met grote kracht) slaan, smijten, beukendash1[ dæsj]1 ietsje, tik(kelt)je ⇒ scheutje; snu(i)fje2 (snelle, krachtige) slag ⇒ dreun3 spurt ⇒ sprint, uitval5 penne/penseelstreek♦voorbeelden:dash of pepper • snufje peperthe prisoners made a dash for freedom • de gevangenen deden een snelle uitbreekpoging1 elan ⇒ zwier, durf————————dash21 (vooruit)stormen ⇒ (zich) storten, denderen♦voorbeelden:dash along/past • voorbijstuivendash away • wegstormen, zich uit de voeten makendash off • er (als de gesmeerde bliksem) vandoor gaandash up • komen aansnellen1 (met grote kracht) slaan ⇒ smijten, beuken♦voorbeelden:dash down • neersmijtenthe waves dashed against the rocks • de golven beukten tegen de rotsen2 (be)spatten ⇒ besmeuren, (be)sprenkelen3 snel/gehaast doen♦voorbeelden:dash one's/someone's brains out • zijn hersenpan kraken, iemand de hersens inslaan2 dash mud over something, dash something with mud • iets met modder bespatten/besmeuren3 dash something down/off • iets nog even gauw eruit stampen/opschrijven4 dash it (all)! • verdraaid!, nondeju!
Страницы
См. также в других словарях:
verpletteren — masi … Woordenlijst Sranan