-
1 tongriem
-
2 tongriem
♦voorbeelden:¶ goed van de tongriem gesneden zijn • have a ready tongue, have the gift of the gab -
3 tongriem
-
4 tongriem
n. worm -
5 goed van de tongriem gesneden zijn
goed van de tongriem gesneden zijnDeens-Russisch woordenboek > goed van de tongriem gesneden zijn
-
6 goed van de tongriem gesneden zijn
goed van de tongriem gesneden zijnhave a ready tongue, have the gift of the gabVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > goed van de tongriem gesneden zijn
-
7 hij is goed van de tongriem gesneden
мест.общ. он боёк на языкDutch-russian dictionary > hij is goed van de tongriem gesneden
-
8 van de tongriem snijden
v. worm -
9 filet
filet [fiele]〈m.〉3 filet ⇒ (vlees van de) haas, gefileerd(e) vlees of vis4 net ⇒ bagagenet, vangnet, netwerk♦voorbeelden:faux filet • stuk naast de ossenhaasfilet mignon • puntje van de ossenhaas————————filet (de la langue)m2) beetje3) filet [vlees]4) (vang)net5) lijntje, streep6) schroefdraad -
10 он боёк на язык
-
11 уздечка языка
nanat. tongband, tongriem, toompje -
12 Blarney Stone
[ bla:nie stoon]♦voorbeelden:¶ he must have kissed the Blarney Stone • hij kan goed vleien/liegen, hij is goed van de tongriem gesneden -
13 gab
n. gewauwel, gekakel; praats; spreektalent--------v. kakelengab11 gesnater ⇒ gebabbel, geschetter♦voorbeelden:————————gab2〈werkwoord; gabbed〉 -
14 have the gift of the gab
-
15 he is a voluble speaker
-
16 he must have kissed the Blarney Stone
hij kan goed vleien/liegen, hij is goed van de tongriem gesnedenEnglish-Dutch dictionary > he must have kissed the Blarney Stone
-
17 voluble
adj. spraakzaam, rad (van tong), woordenrijk[ voljoebl] 〈volubly; zelfstandig naamwoord: volubility〉♦voorbeelden: -
18 gift of the gab
goed van de tongriem gesneden, bespraakt, rad van tong -
19 langue
langue [lãg]〈v.〉1 tong2 taal♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 langue de bois • wollig taalgebruik, stereotiepe propagandataallangue de terre • landtonglangue de vipère, de serpent • kwaadspreker, -spreeksteravoir la langue épaisse • een beslagen tong hebbenavoir la langue liée à qn. • iemand dwingen ergens over te zwijgenavoir la langue trop longue • een lange tong hebbenmauvaise langue • kwaadspreker, -spreeksteravoir la langue bien pendue • goed van de tongriem gesneden zijntu a avalé ta langue? • heb je je tong verloren?lier la langue à qn. • iemand dwingen ergens over te zwijgense mordre la langue • zich op de tong bijten 〈 van spijt〉; het nog net binnenhouden 〈 wat men wilde zeggen〉tenir, garder sa langue • z'n mond houdenne pas savoir tenir sa langue • z'n mond niet kunnen houdentirer la langue à qn. • de tong tegen iemand uitsteken〈 figuurlijk〉 tirer la langue • dorst hebben; zich moeite geven; behoeftig zijn〈 spreekwoord〉 il faut tourner sa langue sept fois dans sa bouche avant de parler • men moet eerst denken, dan pas sprekenne pas avoir sa langue dans sa poche • niet op z'n mondje gevallen zijn→ couplangue mère • stamtaalun professeur de langues • een leraar vreemde talenlangue écrite, parlée • schrijf-, spreektaallangue véhiculaire • voertaallangue verte • argotlangue vulgaire • volkstaalf1) tong2) taal -
20 avoir la langue bien pendue
avoir la langue bien pendueDictionnaire français-néerlandais > avoir la langue bien pendue
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Mund — In Mundarten und Umgangssprache steht für Mund meist ›Maul‹, besonders in den oberdeutschen Mundarten. Norddeutsch tritt dafür oft auch der derbe Ausdruck ›Schnauze‹, niederdeutsch ›Snuut‹ ein. Außer den bereits bei ⇨ Maul aufgeführten… … Das Wörterbuch der Idiome
Zunge — 1. An der Zunge des Bewerbes hüpft der Name des Geliebten. 2. An der Zunge erkennt man den Kopf (Menschen). 3. Auf der Zunge Honig, unter der Zunge Essig. 4. Auf eine wunde Zunge muss man keinen Pfeffer streuen. 5. Beherzte Zunge, blödes Herz.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Zungenband — * Dem braucht man das Zungenband nicht zu lösen. Holl.: Men behoeft hem van den tongriem niet te snijden. (Harrebomée, II, 339a.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon