-
1 to jolt
schokken -
2 to shock
schokken -
3 make someone turn in their grave
schokken, veroorzaken dat iem. zich in zijn graf omdraait -
4 to shake
schokkenschudden -
5 jolt
n. ruk, duw, stoot; schok--------v. schokken, horten, stotenjolt1[ dzjoolt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————jolt2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jolt someone out of a false belief • iemand plots tot een beter inzicht brengen -
6 shake
n. beving; schudding; milkshake; oogopslag (spreektaal)--------v. schudden; bibberen; door elkaar schudden, verbijsteren; doen bewegen; krullen; schudden, geven (v.e. hand)shake1[ sjeek]♦voorbeelden:he said no with a shake of the head • hij schudde (van) neebe all of a shake • over zijn hele lichaam trillen3 in two shakes (of a lamb's tail) • zo, direct, in een secondeII 〈meervoud; the〉→ great great/————————shake21 schudden ⇒ schokken, beven, (t)rillen2 wankelen♦voorbeelden:3 shake (on it)! • geef me de vijf!, hand erop!→ shake down shake down/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen schudden ⇒ schokken, doen beven/trillen2 (uit)schudden ⇒ zwaaien, heen en weer schudden♦voorbeelden:shake sugar on bread • suiker op brood strooienshake out • uit/leegschuddenshake before use/using • schudden voor gebruik4 mother was shaken by Paul's death • moeder was getroffen/geschokt door de dood van Paul5 these stories have shaken the firm's credit • deze verhalen hebben de firma in diskrediet gebracht→ shake down shake down/, shake up shake up/ -
7 stun
n. bewusteloos slaan; schokken, verwarren--------v. verbazen; ontzetten, schokken2 schokken ⇒ verwarren, verdoven3 versteld doen staan ⇒ verbluft doen staan, verbazen♦voorbeelden: -
8 horrify
-
9 jar
n. pot, potje; schok; ruzie; krakend geluid--------v. krassen, schuren; trillen, niet harmoniëren; onaangenaam aandoen; doen trillen, doen bevenjar1[ dzja:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (zenuw)schok ⇒ onaangename verrassing, ontnuchtering♦voorbeelden:————————jar2〈 jarred〉♦voorbeelden:his voice jars on my ears • zijn stem doet pijn aan mijn orenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
10 rock
n. rots; "Rock"muziek; beweging--------v. zacht bewegen; zich bewegen; schokkenrock1[ rok]I 〈eigennaam; Rock; the〉2 rotsblok3 (steen)rots ⇒ steun, toeverlaat4 〈 voornamelijk Brits-Engels〉zuurstok/pepermuntstaaf/kaneelstok♦voorbeelden:as solid as a rock • oersolide, onwrikbaar; betrouwbaarbe on the rocks • op de klippen gelopen/gestrand zijn 〈 ook figuurlijk〉; naar de knoppen zijn; 〈 informeel〉 (financieel) aan de grond (zitten)〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 on the rocks • on the rocks/op ijs(blokjes) geserveerd 〈 van dranken〉————————rock21 schommelen ⇒ wieg(el)en, deinenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 shock
n. schok; opschudding; electrische schok; bos; bos (haar)--------v. schok geven; aanstoot geven; schokken; een schok geven (electriciteit; hokken (schoven graan)shock1[ sjok]♦voorbeelden:1 schok ⇒ schrik, (onaangename) verrassing♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————shock21 schokken ⇒ choqueren, laten schrikken♦voorbeelden: -
12 startle
v. laten schrikken; op doen springen; schokken; angst aanjagen[ sta:tl]II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 schokken -
13 astound
-
14 bump
adv. met een klap--------interj. boem--------n. knobbel; stoot--------v. stoten; hotsen; aanbotsenbump1[ bump] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bons ⇒ schok, stoot————————bump21 bonzen ⇒ stoten, botsen♦voorbeelden:people keep bumping into me • er lopen de hele tijd mensen tegen me op→ bump into bump into/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 stoten tegen ⇒ botsen tegen, rammen2 af/weg/omstoten ⇒ omverbotsen/stoten♦voorbeelden:don't bump your head • stoot je hoofd niet————————bump3〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
15 concuss
v. een schok veroorzaken[ kənkus] 〈 voornamelijk passief〉1 (de hersenen) beschadigen door schok/stoot 〈enz.〉♦voorbeelden: -
16 convulse
v. uit evenwicht brengen[ kənvuls]1 stuiptrekken ⇒ stuipen/convulsies krijgenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schokken ⇒ in (hevige) beroering brengen, aangrijpen♦voorbeelden:1 we were convulsed by the news of his death • het nieuws van zijn dood sloeg bij ons in als een bom2 be convulsed with laughter • zich een stuip/bult lachen -
17 flounce
n. volant; strook; plof, ruk--------v. plonzen, ploffen; stuivenflounce1[ flauns] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zwaai ⇒ ruk, schok————————flounce22 driftig/ongeduldig lopen ⇒ (weg)benen♦voorbeelden:flounce about the room • opgewonden door de kamer ijsberenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 met een strook/stroken afzetten -
18 jerk
n. ruk, schok, trek; zenuwtrek; lul, zak--------v. (plotseling) rukken; (plotseling) duwen; gooien, werpen; bevenjerk1[ dzjə:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ruk ⇒ schok, trek♦voorbeelden:stop with a jerk • met een ruk stoppen————————jerk2♦voorbeelden:jerk to a halt • met een ruk stoppen→ jerk off jerk off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rukken aan ⇒ stoten, trekken aan♦voorbeelden: -
19 joggle
n. heen en weer/op en neer schudden--------v. schokken, bewegen, heen en weer bewegenjoggle1[ dzjogl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————joggle2〈 werkwoord〉1 hotsen ⇒ heen en weer/op en neer (doen) gaan, schudden -
20 jump
n. sprong; aanloop; huppel; spronglengte; korte reis; plotseling opschrikken--------v. springen; opschrikken; aanloop nemen; huppelen; even wegbrengen; weggaan, vluchten; met kracht pakken; eruit latenjump1[ dzjump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:by jumps • sprongsgewijze————————jump23 opspringen ⇒ opschrikken, een schok krijgen♦voorbeelden:he jumped at him • hij sprong op hem toejump for joy • opspringen/dansen van vreugdejump to one's feet • opspringen→ jump off jump off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jump rope • touwtje springen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Schokken — Schokken, Stadt im Kreise Wongrowitz des Regierungsbezirks Bromberg (preußische Provinz Posen), an einem See; 3 Kirchen, Tuchweberei; 1230 Ew … Pierer's Universal-Lexikon
Schokken — Schokken, preuß. Stadt, s. Schocken … Kleines Konversations-Lexikon
Schokken — Skoki … Deutsch Wikipedia
schokken — dyorku … Woordenlijst Sranan
Kreis Wongrowitz — PAGENAME was one of several Kreise (English: counties ) in the northern administrative district of Bromberg, in the Prussian province of Posen. Polish: Wgrowiec ; renamed by Nazis to Eichenbrück .HistoryGeographical features Communities These… … Wikipedia
Skoki — Skoki … Deutsch Wikipedia
Kreis Wongrowitz — Der Kreis Wongrowitz (bis 1875 Kreis Wongrowiec) am Nordrand der preußischen Provinz Posen bestand in der Zeit von 1815 bis 1918. Inhaltsverzeichnis 1 Vorgeschichte (1772 bis 1807) 2 Verwaltungsgeschichte 3 Kommunale Gliederung … Deutsch Wikipedia
Landkreis Wongrowitz — Der Kreis Wongrowitz (bis 1875 Kreis Wongrowiec) am Nordrand der preußischen Provinz Posen bestand in der Zeit von 1815 bis 1918. Inhaltsverzeichnis 1 Vorgeschichte (1772 bis 1807) 2 Verwaltungsgeschichte 3 Kommunale Gliederung 4 Landräte … Deutsch Wikipedia
Liste der Kriegsgefangenenlager der Wehrmacht — Modell des Gefangenenlagers Stammlager Luft III Bronzer … Deutsch Wikipedia
Shock — Shock, v. t. [imp. & p. p. {Shocked}; p. pr. & vb. n. {Shocking}.] [OE. schokken; cf. D. schokken, F. choquer, Sp. chocar. [root]161. Cf. {Chuck} to strike, {Jog}, {Shake}, {Shock} a striking, {Shog}, n. & v.] 1. To give a shock to; to cause to… … The Collaborative International Dictionary of English
Shocked — Shock Shock, v. t. [imp. & p. p. {Shocked}; p. pr. & vb. n. {Shocking}.] [OE. schokken; cf. D. schokken, F. choquer, Sp. chocar. [root]161. Cf. {Chuck} to strike, {Jog}, {Shake}, {Shock} a striking, {Shog}, n. & v.] 1. To give a shock to; to… … The Collaborative International Dictionary of English