-
1 pay on the nail
pay on the nail -
2 hit the nail on the head
sloeg de spijker op zijn kop -
3 nail
n. spijker; nagel; nail (lengtemaat van vroeger)--------v. spijkeren; nagelen; vangen (van een crimineel enz.); openbaar betrappennail1[ neel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 nagel2 spijker♦voorbeelden:pay on the nail • contant betalen————————nail2〈 werkwoord〉2 vastnagelen ⇒ vastleggen/zetten♦voorbeelden:he nailed the source of the rumours • hij wist te achterhalen wie de geruchten had verspreid -
4 nail to the counter/the barn-door
nail to the counter/the barn-doorEnglish-Dutch dictionary > nail to the counter/the barn-door
-
5 hit the (right) nail on the head
-
6 drove a nail into the coffin of
sloeg de laatste spijker in het grafkist van- -
7 tooth
n. tand; punt[ toe:θ] 〈meervoud: teeth [tie:θ]〉♦voorbeelden:have a tooth (pulled) out • een tand/kies laten trekkenin the teeth of … • ondanks …fly in the teeth of • trotseren, ingaan tegenkick in the teeth • voor het hoofd stotenlie in one's teeth/throat • liegen of het gedrukt staatthe sound set his teeth on edge • het geluid ging hem door merg en been→ long long/ -
8 catch
n. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halen--------v. vangen; grijpen; betrappen; nemen, halencatch1[ kætsj]3 vangbal7 vergrendeling ⇒ pal, k♦voorbeelden:no catch • geen aanwinst————————catch25 klem/vast komen te zitten ⇒ blijven haken/zitten♦voorbeelden:the nut doesn't catch • de moer pakt nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)vangen ⇒ pakken, grijpen4 inhalen♦voorbeelden:1 catch fish/thieves • vis/dieven vangena nail caught his shirt • hij bleef met zijn overhemd aan een spijker haken/hangenI caught my thumb in the car door • ik ben met mijn duim tussen het portier gekomencatch one's foot on something • met zijn voet ergens achter blijven haken, over iets struikelen〈 ironisch〉 catch me! • ik kijk wel uit!8 catch someone's attention/interest • iemands aandacht trekken/belangstelling wekkencatch oneself • zich plotseling inhouden, opeens stoppen -
9 home
adj. mijn huis; mijn familie--------adv. thuis; naar huis--------n. huis--------v. naar huis gaan/vliegen/teruggaanhome1[ hoom] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 thuis5 bakermat ⇒ zetel, haard♦voorbeelden:at home 9 to 11 • spreekuur van 9 tot 11〈 figuurlijk〉 at home in/on/with • thuis/goed inmake yourself at home • doe alsof je thuis bent(away) from home • van huisit's a home (away) from home • het is er zo goed als thuis/een tweede thuis〈 spreekwoord〉 home is where the heart is • eigen haard is goud waard; zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens thuis, in mijn 〈enz.〉geboortedorp/stad/streek/land thuis, in mijn 〈enz.〉geboortedorp/stad/streek/land→ Englishman Englishman/————————home23 lokaal5 raak♦voorbeelden:home brew • zelf gebrouwen bierhome computer • huiscomputerhome cooking • Hollandse pot, eenvoudige kosthome goal • thuisdoelpunthome movie • zelf opgenomen filmhome office • hoofdkantoorhome port • thuishavenhome remedy • huismiddel(tje)Home Guard • (lid van de) burgerwachtHome Rule • zelfbestuur————————home3〈 werkwoord〉1 naar huis gaan/vliegen/teruggaan♦voorbeelden:————————home4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:3 at last it's come home to me how much I owe my parents • ineens drong het tot mij door hoeveel ik mijn ouders verschuldigd benhit/strike home • doel treffen -
10 hammer
n. hamer--------v. hameren, smeden; verjagenhammer1[ hæmə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hamer♦voorbeelden:go/come under the hammer • geveild worden————————hammer21 hameren♦voorbeelden:1 hammer (away) at • er op loshameren/losbeukenhammer at the keys • op de piano rammelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
11 knock
n. klop; slag; aanmerking (spreektaal)--------v. kloppen; slaan; stoten; een aanmerking maken (spreektaal); doen verbazen (spreektaal)knock1[ nok] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————knock2♦voorbeelden:knock into someone • iemand tegen het lijf lopen♦voorbeelden:1 knock at/on a door • op een deur kloppen/tikken→ knock about knock about/, knock around knock around/, knock forward knock forward/, knock off knock off/, knock on knock on/, knock together knock together/, knock up knock up/1 (hard) slaan ⇒ meppen, stoten (tegen)♦voorbeelden:1 knock a hole/nail in • een gat/spijker slaan inbe knocked off one's horse • van zijn paard geworpen worden2 don't knock something (till you've tried it) • geef er niet op af (voordat je het geprobeerd hebt)the news knocked him for six • hij was met stomheid geslagen door het nieuws→ knock back knock back/, knock down knock down/, knock off knock off/, knock out knock out/, knock over knock over/, knock together knock together/
См. также в других словарях:
The Nail (fairy tale) — The Nail is Tale 184 from Grimm s Fairy Tales Synopsis A merchant had done wonderful business at the fair. He put all his earning on the horse and planned to go home before sunset. While he was taking a break on his way, someone pointed out to… … Wikipedia
the nail that sticks up gets hammered down — Japanese proverb. 1972 J. HOHENBERG New Era in Pacific 145 It will be a long time before the Japanese give up faith in the group creed: ‘The nail that sticks up must be hammered down.’ 1982 K. OHMAE Mind of Strategist 228 Whenever I wanted to do… … Proverbs new dictionary
On the nail — Nail Nail (n[=a]l), n. [AS. n[ae]gel, akin to D. nagel, OS. & OHG. nagal, G. nagel, Icel. nagl, nail (in sense 1), nagli nail (in sense 3), Sw. nagel nail (in senses 1 and 3), Dan. nagle, Goth. ganagljan to nail, Lith. nagas nail (in sense 1),… … The Collaborative International Dictionary of English
on the nail — UK INFORMAL ► at exactly the right time: »Some credit cards are offering loyalty bonuses to customers who pay on the nail . Main Entry: ↑nail … Financial and business terms
on the nail — IMMEDIATELY, at once, without delay, straight away, right away, promptly, directly, now, this minute; N. Amer. on the barrelhead. → nail * * * Brit. (of payment) without delay * * * on the ˈnail idiom (BrE, informal) (of payment … Useful english dictionary
on the nail — British & Australian if you pay an amount of money on the nail, you pay all of it immediately. He always paid cash, on the nail … New idioms dictionary
on the nail — 1) British informal if you pay on the nail, you pay immediately 2) mainly American informal correct Her comments about their relationship were right on the nail … English dictionary
on the nail — ► on the nail (of payment) without delay. Main Entry: ↑nail … English terms dictionary
on the nail — adverb immediately, without delay Tell me, have you a mind to anything in the Doctors book? Speak the word, and I will help you to it upon the nail. Thomas Nashe, Have With You To Saffron Walden (1596) … Wiktionary
to the nail — adverb (or adjective) : to the last degree : perfectly finished to the nail … Useful english dictionary
JLA: The Nail — Le Clou Le Clou, ou JLA: the Nail en version originale, est un comics originellement publié en trois épisodes en 1998 par DC Comics dans la collection Elseworlds (ce qui siginifie qu il n appartient pas à la continuité de l univers DC). Il a été… … Wikipédia en Français