-
1 negeren
negeren————————negeren1 ignore ⇒ take no notice of, 〈 persoon ook〉 give the cold shoulder, 〈 naast zich neerleggen〉 disregard, 〈 naast zich neerleggen〉 brush aside♦voorbeelden:deze feiten worden eenvoudig genegeerd! • these facts are simply being ignorediemand straal/volkomen negeren • 〈 ook〉 cut someone dead/cold -
2 negeren
-
3 negeren
игнорировать; проигнорировать; не обратить внимания; пропустить мимо ушей; донять; допечь* * *(d)не признавать, игнорировать* * *гл.1) общ. не признавать, донимать, допекать, третировать, придираться (к кому-л.), делать вид, что не замечаешь (кого-л.), игнорировать (кого-л.)2) устар. отрицать -
4 negeren
ignorieren -
5 negeren
v. overjump, cold shoulder, ignore -
6 negeren
ww -
7 negeren
bortse från -
8 negeren
umursamamak v -
9 negeren
bouder, ignorer, méconnaître -
10 een verordening negeren
een verordening negerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verordening negeren
-
11 iemand straal/volkomen negeren
iemand straal/volkomen negeren〈 ook〉 cut someone dead/coldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand straal/volkomen negeren
-
12 игнорировать
negeren -
13 пренебречь
negeren, verwaarlozen ; tarten, minachten -
14 пренебрегать
negeren, verwaarlozen ; tarten, minachten -
15 disregard
n. veronachtzaming; geringschatting, minachting--------v. negeren; geen notitie nemen vandisregard1[ disriga:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 veronachtzaming ⇒ onverschilligheid, het negeren♦voorbeelden:————————disregard2〈 werkwoord〉1 geen acht slaan op ⇒ negeren, veronachtzamen♦voorbeelden: -
16 cut
adj. gesneden; verkorting, gedeelte; in prijs verlaagd--------n. snee; snijwond; gedeelte; dracht (van kleding)--------v. snijden; verkorten; verlagen; knippencut1[ kut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉slag/snee met scherp voorwerp ⇒ (mes)sne(d)e, keep, insnijding, snijwond; hak, houw; striem, (zweep)slag5 coupure ⇒ weglating, in/verkorting8 〈 benaming voor〉in/doorsnijding ⇒ geul, kloof, kanaal, doorgraving; kortere weg♦voorbeelden:cut and thrust • (woorden)steekspel, vinnig debat————————cut21 〈 benaming voor〉scheid/bewerkbaar zijn met scherp voorwerp ⇒ (zich laten) snijden/knippen/maaien, te snijden/knippen/hakken/maaien zijn2 〈 benaming voor〉een inkeping/scheiding maken ⇒ snijden; knippen; hakken, kappen, kerven; maaien4 rennen7 〈 informeel〉een plaat maken/opnemen♦voorbeelden:1 the butter/grass cuts easily • de boter/het gras snijdt/maait gemakkelijk→ cut across cut across/, cut at cut at/, cut down cut down/, cut down on cut down on/, cut in cut in/, cut into cut into/, cut out cut out/, cut through cut through/, cut up cut up/♦voorbeelden:→ cut back cut back/1 snijden in ⇒ verwonden; stuksnijden2 〈 benaming voor〉 scheiden door middel van scherp voorwerp ⇒ (af/door/los/weg)snijden/knippen/hakken; (om)hakken/kappen/zagen3 〈 benaming voor〉 maken met scherp voorwerp ⇒ kerven; slijpen; (bij)snijden/knippen/hakken; boren; graveren; snijden 〈 grammofoonplaat〉; 〈 bij uitbreiding〉 opnemen, maken 〈 grammofoonplaat〉5 〈 benaming voor〉 inkorten ⇒ snijden (in), couperen 〈 boek, film e.d.〉; afsnijden 〈 route, hoek〉; besnoeien (op), inkrimpen, bezuinigen6 〈 benaming voor〉 stopzetten ⇒ ophouden met; afsluiten, afsnijden 〈 water, energie〉; uitschakelen, afzetten9 negeren ⇒ veronachtzamen, s laten liggen♦voorbeelden:cut the tape • het lint doorknippencut free • lossnijden/kappen/hakken; bevrijdencut someone loose • iemand lossnijden/losmakencut open • openhalen/rijtencut away • wegsnijden/hakken/knippen; snoeiencut in half/two • doormidden/in tweeën snijden/knippen/hakkencut into halves/thirds/pieces • doormidden/in drieën/in stukken snijden/knippen/hakkencut a way through the jungle • zich een weg banen door de jungle3 cut a record • een plaat maken/opnemencut one's initials into something • zijn initialen ergens in kervenmy wage was cut • mijn loon is verlaagd9 cut someone dead/cold • iemand niet zien staan, iemand straal negeren -
17 flout
-
18 ignore
-
19 pass off
voorbijgaan; negeren; aansmeren, in handen stoppenpass off1 (geleidelijk) voorbijgaan ⇒ weggaan, verlopen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 negeren2 uitgeven♦voorbeelden: -
20 bouder
bouder [boedee]1 mokken ⇒ pruilen, bouderen♦voorbeelden:bouder contre son ventre • uit boosheid niet willen etenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) mokken3) mijden, negeren
См. также в других словарях:
Party for Freedom — Infobox Dutch Political Party party name = Party for Freedom party party wikicolourid = PVV leader = Geert Wilders partychair = Geert Wilders | TKleader = Geert Wilders foundation = 22 February, 2006 split = VVD TKseats = ImageSize = width:100… … Wikipedia
Krudt og klunker — Infobox Film name = Krudt og klunker image size = caption = director = Annelise Hovmand producer = Johan Jacobsen writer = Annelise Hovmand Benjamin Jacobsen Finn Methling narrator = starring = Gunnar Lauring music = cinematography = Rudolf… … Wikipedia
negieren — Vsw erw. fach. (16. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus l. negāre (negātum). Das Adjektiv negativ hat ausgehend von verneinend im Sinne von das Gegenteil behauptend später auch die Bedeutungen invers geladen bzw. inverses Bild . Abstraktum:… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache