-
1 geringschatting
♦voorbeelden:met geringschatting spreken over • speak disparagingly ofVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geringschatting
-
2 geringschatting
-
3 geringschatting
пренебрежение; недооценка* * *сущ.общ. игнорирование, недооценка, неуважение, пренебрежение -
4 geringschatting
n. belittlement, disparagement -
5 geringschatting
haine -
6 blijk van geringschatting
blijk van geringschattingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > blijk van geringschatting
-
7 met geringschatting spreken over
met geringschatting spreken overVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met geringschatting spreken over
-
8 detraction
n. geringschatting, het kleineren; vermindering[ ditræksjn] -
9 disregard
n. veronachtzaming; geringschatting, minachting--------v. negeren; geen notitie nemen vandisregard1[ disriga:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 veronachtzaming ⇒ onverschilligheid, het negeren♦voorbeelden:————————disregard2〈 werkwoord〉1 geen acht slaan op ⇒ negeren, veronachtzamen♦voorbeelden: -
10 scorn
n. minachting, geringschatting--------v. minachten, verachten; versmaden, beneden zich achtenscorn1[ sko:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————scorn2〈 werkwoord〉 -
11 slight
adj. licht; lichtvaardig; dun; breekbaar; weinig, gering, beperkt; zwak; klein--------n. geringschatting, kleinering--------v. geringschatten, buiten beschouwing laten; opzij zetten, veronachtzamenslight1[ slajt] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 put a slight upon • geringschatten, kleineren————————slight2〈bijvoeglijk naamwoord; slightness〉1 tenger ⇒ broos, frêle2 gering ⇒ klein, onbeduidend♦voorbeelden:not in the slightest • niet in het minst————————slight3〈 werkwoord〉 -
12 игнорирование
ngener. geringschatting -
13 недооценка
ngener. bagatellisering, geringschatting, miskenning -
14 неуважение
ngener. geringschatting -
15 пренебрежение
ngener. veronachtzaming, dedain, zelfverwaarlozing, achterstelling, depreciatie, geringschatting, minachting, verachting -
16 contempt
n. verachting, minachting; verachting (van de rechtbank)[ kəntem(p)t]1 min/verachting ⇒ geringschatting♦voorbeelden:1 〈 juridisch〉 contempt of court • 〈 letterlijk〉minachting voor de rechtbank, contempt of court 〈 in Angelsaksisch recht, strafbare weigering de instructies van de rechtbank op te volgen〉have/hold something in contempt • neerzien op iets, iets min/verachtenbeneath contempt • beneden alles -
17 depreciation
-
18 depreciative
adj. waardevermindering, geringschatting -
19 rude gesture
onbeleefd/grof gebaar (gebaar met drie vingers als teken v. afkeuring en geringschatting) -
20 dédain
dédain [deedẽ]〈m.〉1 minachting ⇒ laatdunkendheid, geringschatting♦voorbeelden:un sourire de dédain • een laatdunkend lachjeprendre qc. en dédain • iets gaan minachtentémoigner du dédain à qn. • iemand vanuit de hoogte behandelenconsidérer qn. avec dédain • iemand geringschattend opnemendédain de la mort • doodsverachtingm
- 1
- 2