-
1 neerhalen
опустить; спустить; свалить; сбить* * *гл.1) общ. доставать сверху, (iem.) отделывать, (iem.) отчитывать (кого-л.)2) мор. спускать, убирать (паруса) -
2 доставать сверху
vgener. neerhalen -
3 отделывать
v1) gener. bekleden, beleggen (платье), bezetten (платье), likken (стихи и т.п.), opmaken, uitwerken, (iem.) neerhalen, afwerken, bijwerken, faconneren, fatsoeneren, garneren (платье), met de fijne schaaf er over gaan, omleggen (платье), opleggen, uitmaken, uitmonsteren (одежду)2) colloq. toetakelen (кого-л.)3) liter. de vijl er over halen, de vijl er over laten gaan, vijlen -
4 отчитывать
v1) gener. (iem.) de les lezen, (iem.) de levieten lezen (кого-л.), (iem.) neerhalen (кого-л.), terechtwijzen2) liter. (iem.) de pels uitkloppen -
5 спускать
v1) gener. aflopen (о пружине), afstrijken, losdoen (собак), losmaken (собак), spuien (âîäó), afhalen (âíèç), aflaten, (флаг) inhalen, laten aflopen (завод часов), laten vallen, neerlaten, neerslaan2) navy. neerhalen -
6 убирать
v1) gener. onderbrengen (сено и т.п.), opknappen, opnemen, wegdoen, wegruimen, afruimen (со стола), bergen, de oogst inbrengen, inhalen (парус), inschikken, opbergen, opmaken (постель и т.п.), opredderen, opruimen, opschikken, redderen, ruimen, schoon schip maken, schoonmaken, tooien, wegleggen, wegwerken
Перевод: со всех языков на русский
с русского на все языки- С русского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский