-
1 mindere
-
2 mindere
mịn|de|re(r, s)adj attrlesser; Güte, Qualität inferior* * *min·de·re(r, s)adj attr lesservon \minderer Güte/Qualität sein to be of inferior quality -
3 mindere
n. inferior, man -
4 mindere
-
5 de mindere goden
de mindere godenthe small fry, the lesser godsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de mindere goden
-
6 het mindere volk
het mindere volkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het mindere volk
-
7 hij was op alle punten haar mindere
hij was op alle punten haar mindereVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij was op alle punten haar mindere
-
8 in meerdere of mindere mate
in meerdere of mindere mateVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in meerdere of mindere mate
-
9 in mindere mate
in mindere mateVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in mindere mate
-
10 schlecht
ich fürchte das Fleisch ist \schlecht geworden I'm afraid the meat has gone off [or is off];2) ( mindere Qualität aufweisend) bad, poor;von \schlechter Qualität of poor quality;\schlechte Verarbeitung poor workmanship3) ( unzureichend) poor;noch zu \schlecht still not good enough;deine Aussprache ist noch zu \schlecht your pronunciation is still not good enoughein \schlechtes Gehalt a poor salary5) ( moralisch verkommen) bad, wicked, evil;ein \schlechtes Gewissen haben to have a bad conscience;einen \schlechten Ruf haben [o in \schlechtem Ruf stehen] to have a bad reputation;jdm etwas S\schlechtes nachsagen to say sth bad about sb, to speak disparagingly about sb, to cast aspersions on sb ( form)6) ( unangenehm) bad;\schlechtes Benehmen bad manners pl7) ( ungünstig) bad;\schlechte Zeiten hard timeseine \schlechte Entwässerung water retention;\schlechte Augen poor [or weak] eyesight, weak eyes;ein \schlechtes Herz a bad heart9) ( übel)WENDUNGEN:es [bei jdm] \schlecht haben to not be doing well [or to be doing badly] [with sb];jdn aber \schlecht kennen to not know sb [very well];es sieht \schlecht aus it doesn't [or things don't] look good;so \schlecht habe ich selten gegessen I've rarely had such bad food2) ( ungenügend) badly, poorly;die Geschäfte gehen \schlecht business is bad3) ( nicht hinreichend) badly;etw \schlecht beschreiben to describe sth superficially [or badly];es ist \schlecht vorstellbar it's difficult to imagine4) ( gering) poorly;\schlecht bezahlt badly [or poorly] paid;\schlecht gehen to be badly off, to be doing badly;\schlecht zahlen to pay badly;\schlecht honoriert badly paid\schlecht gehen to not feel [or be] well;( sich übel fühlen) to feel sick;\schlecht hören to be hard of hearing;\schlecht sehen to have poor [or weak] eyesight6) ( unangenehm) badly;\schlecht reden über jdn to say bad things about sb, to speak disparagingly about sb, to cast aspersions on sb7) ( nicht gut)\schlecht beraten ill-advised;\schlecht mit jdm auskommen to not get on [well] with sb;wir kommen \schlecht miteinander aus we don't get on well together;\schlecht zusammenpassen to not get on well together8) ( schwerlich) not really;du wirst \schlecht anders können you can't really do anything elseWENDUNGEN:auf jdn/etw \schlecht zu sprechen sein to not want anything to do with sb/sth;nicht \schlecht ( fam);in dem Restaurant speist man nicht \schlecht you can eat [quite] well in that restaurant;nicht \schlecht staunen to be astonished;nicht \schlecht verwundert sein to be amazed -
11 god
-
12 maat
I 〈de〉2 [eenheid] measure3 [gematigdheid] moderation♦voorbeelden:in belangrijke mate • to a considerable extentin niet geringe mate • to no small extent/degreeextra grote maten • outsizesin hoge mate • greatly, highly, to a great degree, to a large extentincourante maten • off-sizesin meerdere of mindere mate • to a greater or lesser extentin ruime mate • in great measurein toenemende mate • increasingly, more and morein voldoende mate • sufficientlyin welke mate …? • to what extent/degree …?in zekere mate • to a certain extent/degreede maat van iets bepalen/nemen • measure something, take the measurements of somethingmaat elf hebben/dragen • take/wear (a) size elevenwelke maat hebt u? • what size do you take?iemand de maat nemen • take someone's measure(ments)neem maar een maat groter • try a size bigger/larger〈 figuurlijk〉 onder de maat blijven • not come up to scratch/expectationsiets op maat snijden/zagen • cut/saw (down) to sizematen voor droge en natte waren • dry and liquid measureszij weten geen maat te houden • they don't know where to draw the linealles met mate • everything in moderation(geen) maat kunnen houden • be (un)able to keep time〈 figuurlijk〉 in/uit de maat lopen • march in time/out of time, (not) keep stepop de maat van de muziek dansen • dance to the (beat of the) musictegen de maat in • against the beatuit de maat zijn • be off one's stroke, be out of timeII 〈 de (mannelijk)〉 -
13 mate
1 measure, extent ⇒ degree♦voorbeelden:1 in dezelfde mate • equally, to the same extentin geringe mate • to a small degree/extentin hogere mate • to a greater/larger extentin toenemende mate • in an increasing degree, increasinglyin welke mate ook • in whatever degreein welke mate? • to what extent?in zekere mate • to some/a certain extentin mindere mate • to a lesser degreein die mate dat … • to the extent that …in grote/hoge/ruime/sterke mate • to a great/large extent, largelymet mate • in/with moderation, moderately -
14 onderdoen
1 [de mindere zijn] be inferior (to)♦voorbeelden:zij doen niet voor elkaar onder • they are well-matchedvoor niemand onderdoen • yield to none/no oneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [onderbinden] put on ⇒ tie/fasten on -
15 over
over1♦voorbeelden:dat is over • that is done with/finishedover was de pret • the party was overII 〈 bijwoord〉1 [van de ene plaats naar de andere] across, over2 [resterend] left, over3 [boven de maat] spare♦voorbeelden:〈 verkeer〉 klaar, over! • cross now!met het vliegtuig ben je in een paar uur over • you get across in a few hours by (aero)planemorgen gaan we over • we are moving tomorrowdeze leerling is over • this pupil has moved upmen liep over en weer • there was a lot of toing and froingzij zijn over uit Canada • they are over from Canadaelkaar maar over en weer verwijten maken • do nothing but pass the blame (onto one another)als er genoeg tijd over is • if there is enough time lefthet is over van gisteren • that is left over from yesterday〈 communicatiemedia〉 over! • over (to you)!3 redenen te over • plenty of/abundant reasons————————over2〈 voorzetsel〉1 [boven] over, above2 [op, langs, aan de andere kant van] across, over3 [met betrekking tot het bedekken van een oppervlak] over, across4 [wat betreft] about5 [via] by way of, via6 [gedurende] over7 [wegens] about9 [na verloop van] after, in10 [meer/verder dan] over, past♦voorbeelden:2 hij werkt over de grens • he works across/over the borderover de heuvels • over/beyond the hillseen koude rilling liep over haar rug • a cold shiver ran down her spinemet de benen over elkaar (geslagen) • with legs crossedwerk verdelen over de mensen • share out work among the peopledwars over het pad • right across the patheen kleed over de tafel leggen • put a cloth over/on the tableover de hele wereld • all over the worldzij heeft iets innemends over zich • she has got something charming about herde winst over het vierde kwartaal • the profit over the fourth quarterover deze zaak heb ik niets te zeggen • on this matter I have nothing to sayzijn gedachten over iets laten gaan • turn something over in one's mindzij communiceren over de mobilofoon • they communicate by mobile telephonezij reed over Nijmegen naar Zwolle • she drove to Zwolle via Nijmegenover de post • by posteen brug over de rivier • a bridge over/across the riverover een periode van … • over a period of …verheugd over • delighted at/withvallen over iets/iemand • 〈 figuurlijk〉 take exception to something/someone9 over een dag of tien/twee minuten • in about ten days(' time)/in two minutes(' time)zaterdag over een week • a week on/from Saturdaytot over zijn oren in de problemen zitten • be up to one's neck in troublehij is over de twee meter (lang) • he is over two metres (tall)het is over vieren • it is past fourhet is kwart over vijf • it is a quarter past fiveeen man van over de zeventig (jaar oud) • a man of over seventy (years old)het is vijf over half zes • it is twenty-five to six -
16 verliezen
1 [kwijtraken] lose2 [niet meer kunnen doen gelden] lose, forfeit♦voorbeelden:de macht verliezen • fall from powerterrein verliezen • lose ground2 zijn aanspraken verliezen • lose/forfeit one's claims3 geen tijd verliezen met • lose/waste no time iner is geen tijd te verliezen • there is no time to lose/to be lost1 [de mindere blijken] lose♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich verliezen〉1 [opgaan] lose oneself (in) -
17 volk
♦voorbeelden:1 een zeevarend/een handeldrijvend volk • a seafaring/commercial peoplede Engelsen zijn een volk op zich • the English are a race aparthet mindere volk • the lower classes
См. также в других словарях:
Mindere [1] — Mindere, Fluß im türkischen Ejalet Khudavendiguiar, entspringt am Nordostabhange des Idagebirges u. mündet bei Kum Kaleh am Südausgange der Dardanellenstraße; er ist der Skamandros der Alten … Pierer's Universal-Lexikon
Mindere [2] — Mindere, regulirte Geistliche. M. Brüder, so v.w. Franciscaner od. Minoriten. M. Frauen, so v.w. Urbanistinnen u. Clarissinnen … Pierer's Universal-Lexikon
Mindere — Mindere, soviel wie regulierte Geistliche … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Mindere Zahl — Mindere Zahl, in alten Urkunden, bes. des 15. u. 16. Jahrh. die Jahrzahl in Zehnern u. Einern mit Weglassung der Tausende u. Hunderte angegeben, z.B. in der minderen (minnern) Zahl 55 in Urkunden des 15. Jahrh. ist: im Jahr 1455 … Pierer's Universal-Lexikon
Mindere Brüder — Mindere Brüder, s. Minoriten … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Mindere Brüder — Mindere Brüder, die Franziskaner (s.d.) … Kleines Konversations-Lexikon
Mindere Brüder — Mindere Brüder, Bezeichnung für die Franziskaner. … Universal-Lexikon
Mindere Regularkleriker — Die Minderen Regularkleriker (lat.: Clerici regulares minores, ital. Chierici Regolari Minori, Ordenskürzel: CRM) sind eine Ordensgemeinschaft von Regularklerikern in der Römisch katholischen Kirche. Ihre Mitglieder werden auch als Marianen oder… … Deutsch Wikipedia
mindern — mindere … Kölsch Dialekt Lexikon
minnizō- — *minnizō , *minnizōn, *minniza , *minnizan germ., schwach Adjektiv: nhd. mindere, kleinere; ne. minor; Rekontruktionsbasis: got., an., afries., anfrk., as., ahd.; Hinweis: s. *minni , *ministōn; Etymologie … Germanisches Wörterbuch
Liste der Männerorden — Diese Seite möchte einen Überblick zur Vielfalt der römisch katholischen Ordensgemeinschaften geben. Sie zeigt erst einen Bruchteil, doch wird sie sich sicherlich nach und nach füllen. weltlicher Name lateinischer Name Kürzel Bemerkungen A Adorno … Deutsch Wikipedia