-
1 scratch
n. schram; krab, -krab; onaangenaam geluid; gegier; gekraak; gekrabbel; beginpunt; vanaf het begin; nul; geld (slang)--------v. schrammen; krabben, -krab; onaangenaam geluidmaken; gieren; kraken; krassen, met moeite behalen; uitwissenscratch1[ skrætsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:bring someone up to scratch for a test • iemand klaarmaken voor een testcome up to scratch • het halen/reddenit comes up to scratch • het voldoet————————scratch2♦voorbeelden:————————scratch3♦voorbeelden:1 krassen ⇒ (zich) krabben, krassen maken/krijgen (in)♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 you scratch my back and I'll scratch yours • als de ene hand de andere wast, dan zijn ze beide schoon♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
crassier — [ krasje ] n. m. • 1754; de 2. crasse ♦ Amoncellement des scories de hauts fourneaux. ⇒ terril. ● crassier nom masculin (de crasse) Amoncellement des déchets, scories, etc., d une usine métallurgique. Synonyme de terril. ● crassier (synonymes)… … Encyclopédie Universelle