Перевод: со всех языков на нидерландский

с нидерландского на все языки

С нидерландского на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Немецкий
Нидерландский
Русский
Французский

koffiedik

Толкование Перевод

1 marc

marc [maar]

〈m.〉

1 dik 〈 bezinksel〉

2 droesem ⇒ draf

3 marc 〈 gedistilleerd uit wijndraf〉

4 glaasje marc

♦voorbeelden:

1 marc de café • koffiedik, -prut

lire dans le marc de café • koffiedik kijken

2 marc de pommes • appeldraf

m

( de café) koffiedik

Dictionnaire français-néerlandais > marc
2 reading in coffee grounds

in koffiedik lezen (toekomst voorspellen van iemand door middel van koffiedik (drab van kopje koffie)

English-Dutch dictionary > reading in coffee grounds
3 гадать на кофейной гуще

v
saying. waarzeggen uit het koffiedik

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > гадать на кофейной гуще
4 кофейная гуща

n
gener. koffiedik, prut van koffie

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > кофейная гуща
5 это неясно

n
ironic. zo helder als koffiedik

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > это неясно
6 это тёмное дело

n
ironic. zo helder als koffiedik

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > это тёмное дело
7 crystal gazing

crystal gazing

1 koffiedik kijken ⇒ de toekomst voorspellen met een kristallen bol

English-Dutch dictionary > crystal gazing
8 ground

adj. grond-, bodem-; vermalen, verbrijzeld
--------
n. aarde; grond; terrein; ondergrond; gebied; basis
--------
v. aan de grond houden; funderen; baseren; beargumenteren; aarden

ground¹

[ graund]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 terrein 〈 voornamelijk in samenstellingen〉

2 grond ⇒ reden, basis 〈 van handeling, redenering〉

3 grondlaag ⇒ ondergrond

4 〈 Brits-Engels〉 vloer

♦voorbeelden:

2   on religious grounds • uit godsdienstige overwegingen

II 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉〈Amerikaans-Engels; elektriciteit〉

1 aarde ⇒ aardleiding

III 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 〈 vaak the〉 grond ⇒ aarde, bodem 〈 ook figuurlijk〉

2 zeebodem ⇒ rivierbodem

3 gebied 〈 voornamelijk figuurlijk〉 ⇒ grondgebied, afstand

♦voorbeelden:

1   bring something to the ground • iets te gronde richten

     fall to the ground • falen, in duigen vallen

     go to ground • zich in een hol verschuilen 〈 van dier〉; onderduiken 〈 van persoon〉

     touch ground • vaste grond onder de voeten krijgen

     run oneself into the ground • zich uitputten

     get off the ground • van de grond/op gang komen

2   run to ground • aan de grond raken 〈 van schip〉

3   break (new/fresh) ground • nieuw terrein betreden, pionierswerk verrichten

     cover much ground • een lange afstand afleggen; veel terrein/onderwerpen bestrijken

     gain/make ground • veld winnen; erop vooruit gaan

     give/lose ground • terrein verliezen, wijken

     hold/keep/stand one's ground • standhouden, voet bij stuk houden

     shift one's ground • van argument/mening veranderen

¶ cut the ground from under someone's feet • iemand het gras voor de voeten wegmaaien

     feel the ground • poolshoogte nemen

     it suits him down to the ground • dat komt hem uitstekend van pas

→ common common/, familiar familiar/, firm firm/, fresh fresh/, solid solid/

IV 〈 meervoud〉

1 gronden ⇒ domein, park 〈 rondom gebouw〉

2 bezinksel ⇒ koffiedik

♦voorbeelden:

1   a house standing in its own grounds • een huis, geheel door eigen grond omgeven

————————

ground²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 op de grond terecht komen ⇒ de grond raken

2 〈 scheepvaart〉 aan de grond lopen ⇒ stranden

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 gronden ⇒ baseren, onderbouwen

2 〈 voornamelijk passief〉 onderleggen ⇒ voorbereiden, toerusten

3 aan de grond houden 〈 vliegtuig, vliegenier〉

4 laten stranden 〈 schip〉

5 〈Amerikaans-Engels; elektriciteit〉 aarden ⇒ van een aardleiding voorzien

♦voorbeelden:

2   be well grounded in Latin • een goede kennis van het Latijn hebben

3   the planes have been grounded by the fog • de vliegtuigen moeten door mist aan de grond blijven

————————

ground³

〈 verleden tijd en voltooid deelwoord〉

→ grind grind/

English-Dutch dictionary > ground
9 bouillie

bouillie [boejie]

〈v.〉

1 pap ⇒ brij

♦voorbeelden:

1 bouillie d'avoine • havermout(pap)

〈 figuurlijk〉 c'est de la bouillie pour les chats • 〈m.b.t. tekst〉het is zo helder als koffiedik, daar is geen touw aan vast te knopen

〈 informeel〉 mettre qn. en bouillie • iemand verpletteren, tot moes slaan

f

brij, pap

Dictionnaire français-néerlandais > bouillie
10 bouteille

bouteille [boetej]

〈v.〉

1 fles(je) ⇒ flacon

♦voorbeelden:

1 〈 figuurlijk〉 c'est la bouteille à l'encre • dat is zo helder als koffiedik

bouteille isolante • thermosfles

〈 informeel〉 aimer la bouteille • er wel eentje lusten

avoir de la bouteille • goed oud zijn 〈 van wijn〉; 〈 figuurlijk〉 ervaren zijn

mettre en bouteilles • bottelen

→ si

f

fles

Dictionnaire français-néerlandais > bouteille
11 c'est de la bouillie pour les chats

c'est de la bouillie pour les chats

〈m.b.t. tekst〉het is zo helder als koffiedik, daar is geen touw aan vast te knopen

Dictionnaire français-néerlandais > c'est de la bouillie pour les chats
12 c'est la bouteille à l'encre

c'est la bouteille à l'encre

dat is zo helder als koffiedik

Dictionnaire français-néerlandais > c'est la bouteille à l'encre
13 lire dans le marc de café

lire dans le marc de café

koffiedik kijken

Dictionnaire français-néerlandais > lire dans le marc de café
14 marc de café

marc de café

koffiedik, -prut

Dictionnaire français-néerlandais > marc de café
15 Kaffeesatz

Kaffeesatz

〈m.〉

1 koffiedik

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Kaffeesatz

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

koffiedik

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

koffiedik

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: