-
1 huisvuil
-
2 huisvuil
-
3 huisvuil
-
4 huisvuil
n. rubbish, garbage -
5 huisvuil scheiden
huisvuil scheidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huisvuil scheiden
-
6 huisvuil tot compost verwerken
huisvuil tot compost verwerkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > huisvuil tot compost verwerken
-
7 de ophaaldienst van huisvuil
de ophaaldienst van huisvuilVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de ophaaldienst van huisvuil
-
8 het ophalen van huisvuil
het ophalen van huisvuilVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het ophalen van huisvuil
-
9 ordure
ordure [orduur]〈v.〉♦voorbeelden:ordures ménagères • huisvuilenlever les ordures • het huisvuil ophalenjeter, mettre aux ordures • weggooien1. f1) vuil, vuiligheid2) vies woord3) smeerlap2. orduresf pl1) vuilnis2) uitwerpselen3) vuile taal -
10 мусор
ngener. vuil, beestenboel, huisvuil, veegsel, vuilnis, vuilte, vullis -
11 garbage
-
12 put out
put out♦voorbeelden:put out to sea • zee kiezenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 aanwenden ⇒ inzetten, gebruiken3 uitdoen ⇒ (uit)doven, blussen4 verdoven ⇒ bewusteloos maken/slaan5 van zijn stuk brengen ⇒ verontrusten, irriteren♦voorbeelden:put one's tongue out • zijn tong uitsteken3 put out the fire/light • het vuur/licht doven8 the calculations may have been put out by one percent • er kan een afwijking van een percent in de berekeningen geslopen zijnput out an official statement • een communiqué uitgeven -
13 sullage
n. slib; rioolwater; huisvuil -
14 enlèvement
enlèvement [ãlevmã]〈m.〉2 wegneming ⇒ (het) weg-, ophalen♦voorbeelden:1 enlèvement d'enfant • kidnapping, kinderroofm1) ontvoering3) verovering -
15 enlever les ordures
enlever les ordures -
16 enlèvement des ordures ménagères
enlèvement des ordures ménagèresDictionnaire français-néerlandais > enlèvement des ordures ménagères
-
17 ordures ménagères
ordures ménagères -
18 мусор
ngener. vuil, beestenboel, huisvuil, veegsel, vuilnis, vuilte, vullis -
19 stortkoker
-
20 vuil
vuil1〈 het〉♦voorbeelden:1 iemand behandelen als een stuk vuil • traiter qn. comme un chiengrof vuil • objet encombrant mis au rebutergens voor oud vuil liggen • être abandonné de toushet vuil afkrabben • gratter la crasse〈 figuurlijk〉 met vuil gooien naar iemand • noircir qn.————————vuil21 [algemeen] sale2 [vervuild] pollué3 [bedorven] gâté4 [vuil makend] salissant♦voorbeelden:1 vuile dief! • sale voleur!een vuil gezicht zetten • prendre un air hargneuxvuile hond! • canaille!vuile schooier! • salaud!een vuile vent • un sale typevuil weer • un sale tempseen vuile zaak, een vuil zaakje • une histoire sordideiemand vuil aankijken • jeter un regard noir à qn.zich vuil maken • se salirvuil in de mond zijn • être ordurierhet vuile werk opknappen • faire le sale boulot
- 1
- 2