-
1 houvast
1 hold, grip♦voorbeelden:niet veel/geen enkel houvast geven • provides little/no holdnergens houvast aan hebben • 〈 figuurlijk〉 have nothing to go by/ondit berichtje biedt ons enig/weinig houvast • this item gives us something/nothing to go on -
2 houvast
♦voorbeelden: -
3 houvast
прил.общ. опора, скупой -
4 houvast
n. hold, grip -
5 houvast
• grip• handgrip -
6 houvast
dayanak s -
7 houvast bieden
houvast bieden -
8 houvast zoeken
houvast zoeken -
9 houvast zoeken
houvast zoeken -
10 geen houvast hebben aan
geen houvast hebben aan -
11 dit berichtje biedt ons enig/weinig houvast
dit berichtje biedt ons enig/weinig houvastthis item gives us something/nothing to go onVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit berichtje biedt ons enig/weinig houvast
-
12 iemand houvast bieden
iemand houvast biedenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand houvast bieden
-
13 nergens houvast aan hebben
nergens houvast aan hebben〈 figuurlijk〉 have nothing to go by/onVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > nergens houvast aan hebben
-
14 niet veel/geen enkel houvast geven
niet veel/geen enkel houvast gevenprovides little/no holdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > niet veel/geen enkel houvast geven
-
15 handgrip
houvast -
16 loosen grip
houvast verliezen -
17 footing
n. steun, houvast, vaste voet; basis, niveau, sterkte[ foeting] 〈 voornamelijk enkelvoud〉3 voet ⇒ niveau, sterkte4 voet ⇒ verstandhouding, omgang♦voorbeelden:lose one's footing • uit/wegglijdenon the same footing • op gelijke voet -
18 grasp
n. greep; macht; houvast; bereik; begrip, bevatting--------v. omhelzen; vasthouden; begrijpen; pakkengrasp1[ gra:sp] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 houvast3 bereik4 begrip ⇒ bevatting, beheersing♦voorbeelden:————————grasp2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
19 hold
n. houvast; invloed--------v. vasthouden; inhouden; bewaren; geloven; schatten; houden; eigenaar zijn vanhold1[ hoold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 catch/get/grab/take hold of • (vast)grijpen, (vast)pakkenget hold of • te pakken krijgenget a hold on • vat krijgen ophave a hold over someone • macht over iemand hebbenlose hold of • zijn greep verliezen opkeep hold of • vasthoudenleave/quit hold of • loslaten¶ on hold • uitgesteld, vertraagd, in afwachtingput a project on hold • een project opschortenno holds barred • alle middelen zijn toegestaan————————hold21 houden ⇒ het uithouden, stand houden2 van kracht zijn ⇒ gelden, waar zijn♦voorbeelden:→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold on to hold on to/, hold out hold out/, hold up hold up/, hold with hold with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 hebben5 doen plaatsvinden ⇒ beleggen, houden♦voorbeelden:will you hold the line? • wilt u even aan het toestel blijven?hold one's nose • zijn neus dichtknijpenhold together • bijeenhoudenhold someone to his promise • iemand aan zijn belofte houden3 hold a title • een titel dragen/bezittenhold in • in bedwang houdenhold under • onderdrukken7 hold everything! • stop!hold something cheap/dear • weinig/veel waarde aan iets hechtenhold something against someone • iemand iets verwijten¶ hold it! • houen zo!; stop!hold one's own with • opgewassen zijn tegen→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold down hold down/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold out hold out/, hold over hold over/, hold up hold up/ -
20 toehold
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Датский
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский
houvast
Страницы