-
1 geblokkeerd
2 [met betrekking tot wegen] blocked♦voorbeelden: -
2 geblokkeerd
♦voorbeelden: -
3 geblokkeerd
-
4 geblokkeerd
adj. blockaded -
5 geblokkeerd
• blocked• frozen• locked -
6 de remmen werden geblokkeerd
de remmen werden geblokkeerdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de remmen werden geblokkeerd
-
7 de wielen raakten geblokkeerd
de wielen raakten geblokkeerdVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de wielen raakten geblokkeerd
-
8 oproep-geblokkeerd
• call barredNederlands-Engels Technisch Woordenboek > oproep-geblokkeerd
-
9 frozen
geblokkeerd -
10 being blocked
Geblokkeerd, stop gezet -
11 blocked
geblokkeerdgesperd -
12 locked
geblokkeerdopgesloten -
13 bloquer
bloquer [blokkee]3 groeperen ⇒ verenigen, samenvoegen♦voorbeelden:1 bloqué par la glace • vastgevroren, ingevrorenbloquer les prix • een prijzenstop afkondigenbloquer les salaires • de lonen bevriezen, een loonstop afkondigen1. v1) blokkeren2) vastzetten, vastleggen3) stoppen [bal]4) versperren, afsluiten5) verenigen2. se bloquervgeblokkeerd raken, vastlopen -
14 блокадный
blokkade- ; geblokkeerd -
15 блокированный
adjgener. geblokkeerd -
16 foul
adj. vuil, stinkend; verstopt raken; bar slecht; grof; onwettelijk; walgelijk; hard; in moeilijkheden geraakt--------n. overtreding (in sport); botsing--------v. vuil maken, stinkend, smerig, vies worden; moeilijkheden veroorzaken; beroerd, verstopt raken; een overtreding begaan (bij sport)foul1[ faul] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————foul2〈bijvoeglijk naamwoord; foulness〉1 vuil ⇒ stinkend, smerig, vies2 vuil ⇒ obsceen, vulgair♦voorbeelden:1 foul weather • vies/vuil weera foul temper • een vreselijk/slecht humeurfoul language • vuile/obscene taaldoes the police suspect foul play? • meent de politie dat er opzet in het spel is?by fair means and foul • met alle oirbare en onoorbare middelena foul exhaust pipe • een verstopte uitlaat————————foul31 vuil worden ⇒ rotten, (beginnen te) stinken4 in de war raken ⇒ blijven haperen, onklaar raken→ foul out foul out/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 sport〉een fout/overtreding begaan tegenover♦voorbeelden:→ foul up foul up/ -
17 frozen
adj. bevroren; koude; met ijs bedekt[ froozn]1 bevroren ⇒ vast/dood/dichtgevroren♦voorbeelden:frozen over • dicht/toegevroren3 frozen food • diepvriesvoedsel/productenfrozen money • vastliggend geld -
18 icebound
-
19 impacted
adj. ingevoegd; samengedrukt; gespannen; gevangen (tand)[ impækted] -
20 lock
n. slot; sluis; lok--------v. sluiten; in sluis opsluiten; stoppen; samenbinden; opgenomen wordenlock17 〈 rugby〉voorwaartse in de tweede/derde rij van de scrum♦voorbeelden:1 her golden locks • haar gouden lokken/haar¶ lock, stock, and barrel • in zijn geheel, alles inbegrepen————————lock21 sluiten ⇒ gesloten/vergrendeld (kunnen) worden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 the child had locked himself in/out • het kind had zichzelf ingesloten/buitengesloten
- 1
- 2