-
1 courante
-
2 courante
n. Franse dans -
3 main courante
-
4 article de consommation courante
article de consommation couranteDictionnaire français-néerlandais > article de consommation courante
-
5 c'est monnaie courante
c'est monnaie courante -
6 dans la conversation courante
dans la conversation couranteDictionnaire français-néerlandais > dans la conversation courante
-
7 eau courante
eau courante -
8 monnaie courante
monnaie courantegangbaar, wettig betaalmiddel -
9 main
main [mẽ]〈v.〉1 hand ⇒ handbreedte, voorhand3 haak ⇒ handvat, ring♦voorbeelden:1 la main sur la conscience • met de hand op het hart, eerlijkde main de maître • met meesterhandà main armée • gewapenderhandmettre la dernière main à qc. • de laatste hand aan iets leggen(à) main droite, gauche • (naar) rechts, linksavoir la main ferme • gezag hebbenavoir la haute main sur qc. • ergens de lakens uitdelenavoir la main heureuse • geluk hebbenil a la main leste • hij heeft zijn handen los zittendessin à main levée • tekening uit de losse handavoir les mains liées • met handen en voeten gebonden zijnde longue main • sedert lang, lang van tevorenun article préparé de longue main • een artikel waar lang aan gewerkt isne pas y aller de main morte • er flink op los slaan; overdrijvenà pleines mains • overvloedigavoir la main prompte • losse handen hebben, er gauw op los slaanpolitique de la main tendue • verzoeningspolitiekavoir les mains vides • met lege handen staanbattre des mains • klappen, applaudisserenchanger de main • van eigenaar verwisselendemander la main d'une jeune fille • de hand van een meisje vragendonner la main à qn. • iemand helpense faire la main • zich oefenenun tricot fait main • een handgebreid vestflanquer la main sur la figure à, de qn. • iemand een klap in zijn gezicht gevenforcer la main à qn. • iemand voor het blok zettenjoindre les mains • de handen vouwenlever, porter la main sur qn. • iemand (gaan) slaanmettre, prêter la main à qc. • iets ondernemen, aan iets werkenmettre la main dessus • in beslag nemen, aanhoudenmettre la main sur qc. • de hand op iets leggen, iets terugvindenmettre la main sur qn. • iemand arresteren; iemand terugvindenen mettre sa main au feu • zijn hand ervoor in het vuur stekenpasser la main dans le dos de qn. • voor iemand kruipenperdre la main • z'n vaardigheid kwijtrakenl'affaire va vous péter dans la main • de zaak zal als een zeepbel uit elkaar spatten, zal volledig de mist in gaanporter la main sur qn. • iemand een klap gevenprendre qn. la main dans le sac • iemand op heterdaad betrappenserrer la main à qn. • iemand de hand drukkentendre la main • bedelenen venir aux mains • handgemeen worden〈 sport en spel〉 il y a main! • hands!haut les mains! • handen omhoog!〈 figuurlijk〉 haut la main • zonder enige moeite, met glansfrein à main • handremtomber aux, entre, dans les mains de qn. • in iemands handen vallend' une main • met één handmanger dans la main de qn. • uit iemands hand eten, tam zijnmarcher la main dans la main • hand in hand lopen; 〈 figuurlijk〉 in volledige overeenstemming handelende la main à la main • onderhands, ‘in 't handje’de première main • uit de eerste handtravailler de ses mains • met zijn handen werkenêtre en bonnes mains • in goede handen zijnmener un cheval en main • een paard bij de toom leidence livre est en main • dit boek is uitgeleend, in gebruikprendre en main qc. • iets ter hand nementenir en main la situation • de toestand in de hand hebbenentre les mains de qn. • in iemands handen, onder iemands hoedemener par la main • met de hand leidense prendre par la main • zich vermannensous main • onder(s)hands, heimelijkje n'ai pas mon dictionnaire sous la main • ik heb mijn woordenboek niet bij de handmain courante • trapleuning, zeerelingmain de toilette • washandjefaire main basse sur qc. • iets achteroverdrukkenjouer à (la) main chaude • blindemannetje spelen〈 informeel〉 c'est du cousu main • dat is te gek, dat is puik, áfpremière main • eerste naaisterf1) hand2) handbreedte3) poot, klauw4) handvat5) boek papier [25 vel]6) handschrift -
10 stock sizes
-
11 stock
adj. gewoon, vast--------n. voorraad; aandelen, waarde papieren; houtblok, (boerderij) dieren; moederstam--------v. in voorraad hebbenstock1[ stok]1 stok ⇒ stam, (boom)stronk4 steel5 blok6 familie ⇒ ras, geslacht1 voorraad ⇒ stock, inventaris2 bouillon4 〈 economie〉aandelen(bezit/portefeuille) ⇒ effecten, fonds5 〈Brits-Engels; economie〉overheids/staatspapier♦voorbeelden:1 stock in trade • voorhanden/beschikbare voorraad; kneep (van het vak), trucwhile stocks last • zolang de voorraad strektlay in stock • voorraad inslaantake stock • de inventaris opmakenin stock • in voorraadout of stock • niet in voorraad4 active stocks • actieve/druk verhandelde aandelenbuy/hold stock • aandelen kopen/bezittendeferred stock • uitgestelde aandelen, aandelen met uitgesteld dividend〈 Amerikaans-Engels〉 preferred stock • preferente/prioriteitsaandelen〈 figuurlijk〉 her stock is rising • haar ster gaat op/rijsttake stock in • aandelen kopen van; 〈 figuurlijk〉 zich interesseren voor; 〈 informeel〉vertrouwen, geloven, belang hechten aan1 afkomst ⇒ familie, komaf2 materiaal ⇒ materieel, grondstof♦voorbeelden:IV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————stock2♦voorbeelden:————————stock3♦voorbeelden:1 stock up on/with sugar • suiker inslaan/hamsterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
12 courant
n. courante (Franse dans) -
13 consommation
consommation [kõsommaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:droit de consommation • verbruiksbelasting, accijnsfaire une consommation d'essence énorme • een zeer hoog benzineverbruik hebbenjusqu'à la consommation des siècles • tot het einde der tijdenf1) verbruik2) consumptie, gebruik3) voltooiing, vervulling -
14 conversation
conversation [kõversaasjõ]〈v.〉1 gesprek ⇒ onderhoud, conversatie♦voorbeelden:avoir de la conversation • een gezellige prater zijnfaire la conversation avec, à qn. • met iemand praten, een praatje met iemand maken→ fraisf1) gesprek, conversatie2) bespreking -
15 courant
courant1 [koerã]〈m.〉♦voorbeelden:1 courant d'air • luchtstroom, tochtcourant de marée • getijdebeweging, vloed-, ebstroomcourant de pensée • filosofische stroming, denkrichtingcourant continu • gelijkstroomremonter le courant • stroomopwaarts gaanmettre au courant • op de hoogte brengense tenir au courant de qc. • zich van iets op de hoogte houden→ prise————————courant2 [koerã]1 stromend4 lopend♦voorbeelden:courant février • in de loop van februarimonnaie courante • gangbaar, wettig betaalmiddelproblème courant • veel voorkomend probleem1. m1) stroom, stroming2) loop [tijd]3) lopende termijn [rente]2. adj1) stromend2) gangbaar3) actueel4) lopend -
16 eau
eau [oo]〈v.〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 s'en aller, tourner en eau de boudin • als een nachtkaars uitgaan, op niets uitdraaien〈 figuurlijk〉 eau du ciel • hemelwater, regeneau de Javel • bleekwaterun point d'eau • een tappunteau de roche • bergwatereau de rose • rozenwatereau de Seltz • sodawatereau de toilette • reukwater, eau de toilettec'est de l'eau claire • dat zijn banaliteiteneau courante • stromend watereau dentifrice • mondwatereau grasse • afwaswatereau plate • tafelwater zonder prikeau potable • drinkwatereau rougie • water met een scheut rode wijneau salée • zout watereau souterraine • grondwatereau thermale • water van warmwaterbronnenen disant cela, tu apportes de l'eau à son moulin • wat je daar zegt is koren op zijn molenen avoir l'eau à la bouche • ervan watertandenn'avoir pas inventé l'eau chaude • het buskruit niet hebben uitgevondenil coulera, passera de l'eau sous le(s) pont(s) • er zal nog veel water door de Rijn stromencuire qc. à l'eau • iets kokenêtre comme l'eau et le feu • water en vuur zijnêtre à l'eau, être dans l'eau • in het honderd gelopen zijnfaire venir l'eau à la bouche de qn. • iemand het water in de mond doen lopense jeter à l'eau • in het water springen 〈ook m.b.t. zelfmoord〉; 〈 figuurlijk〉 de sprong (in het duister) wagense jeter à l'eau de peur de la pluie • van de regen in de drup komenmettre l'eau à la bouche • doen watertandenpasser l'eau • het water overstekenporter de l'eau à la mer, à la rivière • water naar de zee dragen, uilen naar Athene dragentâter l'eau • z'n voelhoorns uitstekenaller à l'eau • het water ingaanaller sur l'eau • een boottochtje makenaller aux eaux, prendre les eaux • gaan kurenl'eau d'une perle • de helderheid van een parelbasses eaux • laagwatergrandes eaux • waterpartijenhautes eaux • hoogwatereaux industrielles • industrieel afvalwatereaux mortes • dood tijeaux résiduaires, usées • afvalwaternager entre deux eaux • de kool en de geit sparen, beide partijen te vriend houden1. f 2. eauxf pl1) kielwater2) vruchtwater3) kuur(oord)4) waterwerken [park] -
17 monnaie
monnaie [monne]〈v.〉1 munt(stuk) ⇒ geld, muntsoort♦voorbeelden:monnaie de banque • overboekingsgeldmonnaie de compte • rekenmunt(l'hôtel de) la Monnaie • de Munt, de Rijksmuntmonnaie de papier • papiergeldpayer qn. en monnaie de singe • iemand naar zijn geld laten fluitenc'est monnaie courante • dat is schering en inslagmonnaie électronique • betaalkaart(en)monnaie faible • zachte valutamonnaie forte • harde valutamonnaie magnétique • betaalkaart(en)monnaie scripturale • giraal geldbattre monnaie • geld aanmuntenpetite, menue monnaie • kleingeldfaire, donner la monnaie de cent francs • honderd frank wisselenfaire de la monnaie • geld wisselenpassez la monnaie! • hier met de centen!rendre à qn. la monnaie de sa pièce • iemand een koekje van eigen deeg gevenf1) munt(soort)2) kleingeld3) wisselgeld -
18 titre
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehaltem1) titel2) hoedanigheid3) akte4) opschrift [boek]5) kop [krant]6) effect, waardepapier7) rechtsgrond8) gehalte -
19 titré
titre [tietr]〈m.〉1 titel ⇒ hoedanigheid, kwalificatie2 rechtstitel ⇒ akte, bewijsstuk4 effect ⇒ waardestuk, waardepapier6 gehalte♦voorbeelden:titre de noblesse • adelbriefà titre d'ami • als vriendà titre d' essai • bij wijze van proefà titre d' information • ter informatieà ce titre • om die reden, in dat opzichtà titre de réciprocité • op basis van wederkerigheidà titre bénévole • kosteloos, vrijwilligà titre exceptionnel • bij wijze van uitzonderingà titre honorifique • als bewijs van eerà titre personnel • persoonlijk, op persoonlijke titelà plus d'un titre, à plusieurs titres • in meer dan één opzicht, om verschillende redenenau même titre • op dezelfde wijzeau même titre que • evenals, op dezelfde wijze alsau titre de l'article 10 • krachtens, uit hoofde van artikel 10en titre • vast aangesteld, officieelêtre admis sur titres • toegelaten worden op grond van diploma'stitres de propriété • eigendomsbewijsà juste titre • terechtà titre gratuit • gratisà quel titre • met welk recht, om welke redenavance sur titres • lening op onderpand〈 communicatie(media)〉 les grands titres de l'actualité • overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen4 titre de rente • obligatie, schuldbewijstitre d'un alliage • gehalte van een legeringor au titre • goud van het voorgeschreven gehalteadj -
20 titre courant
titre courant
См. также в других словарях:
courante — [ kurɑ̃t ] n. f. • XIVe; de courir 1 ♦ Pop. Diarrhée. 2 ♦ (1515) Mus. Danse française sur un air à trois temps. La courante ouvrait le bal à la cour de Louis XIV. ♢ Cet air, en vogue au XVIIe s. et utilisé dans la suite instrumentale au XVIII … Encyclopédie Universelle
courante — 1. (kou ran t ) s. f. 1° Ancienne danse très grave, qui se dansait sur un air à trois temps. Elle commençait par des révérences, après quoi le danseur et la danseuse décrivaient en pas de courante une figure réglée qui formait une sorte d… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
courante — COURANTE. sub. fém. Espèce de danse grave. Courante simple. Courante figurée. Danser une courante. Mener une courante. f♛/b] Il signifie aussi Le chant sur lequel on mesure les pas d une courante. Faire une courante. Composer une courante. Jouer… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
courante — Courante. s. f. Est une espece de danse. Courante simple. courante figurée. danser une courante. mener une courante. Il signifie aussi, Le chant sur lequel on mesure les pas d une courante. Faire une courante. composer une courante. jouer une… … Dictionnaire de l'Académie française
Courante — Saltar a navegación, búsqueda La courante, también llamada corrente , coranto o corant es el nombre dado a un familia de danzas ternarias de finales del Renacimiento y principios del período Barroco. Actualmente se suelen usar estos distintos… … Wikipedia Español
Courante — (franz., spr. kurāngt , ital. Corrente, auch Coranto), eine ältere, schon im 16. Jahrh. beliebte Tanzform im Tripeltakt, von lebhafter Bewegung ursprünglich mit Bevorzugung des Rhythmus und breiten Schlüssen später (zu B … Meyers Großes Konversations-Lexikon
courante — (izg. kurȃnt) m DEFINICIJA glazb. pov. francuski društveni ples brzog tempa (od 16. st.), stiliziran ulazi u umjetničku glazbu ETIMOLOGIJA fr.: trčeći ← courir: trčati … Hrvatski jezični portal
courante — [ko͞oränt′ko͞o ränt′] n. [Fr < courant, prp. of courir, to run, glide < L currere, to run: see CURRENT] 1. an old, lively French dance with running steps, or the music for this 2. a stylized dance of this type used as a movement in a… … English World dictionary
Courante — Corrente redirects here. For the surname, see Corrente (surname). The courante, corrente, coranto and corant are some of the names given to a family of triple metre dances from the late Renaissance and the Baroque era. Courante rhythm … Wikipedia
Courante — En musique, la courante est une danse, morceau de coupe binaire avec reprises, à 3 temps, précédés d une levée, et de tempo assez vif (moins rapide toutefois que ce que suggère son nom). En poésie, c est un poème formé de deux strophes en vers… … Wikipédia en Français
COURANTE — s. f. Espèce de danse grave. Courante simple. Courante figurée. Mener une courante. On ne danse plus la courante. Il signifie aussi, L air sur lequel on dansait une courante. Composer une courante. Jouer une courante sur le violon … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)