-
1 bekoelen
1 [koel(er) worden] cool (off/down)♦voorbeelden:dat heeft hun enthousiasme bekoeld/doen bekoelen • that's dampened their enthusiasm -
2 bekoelen
-
3 bekoelen
успокоиться; испариться; остыть (остынуть)* * *гл.1) общ. охлаждать, охлаждаться, остывать2) перен. успокаиваться -
4 bekoelen
v. cool, quench, cool down -
5 bekoelen
-
6 dat heeft hun enthousiasme bekoeld/doen bekoelen
dat heeft hun enthousiasme bekoeld/doen bekoelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat heeft hun enthousiasme bekoeld/doen bekoelen
-
7 refroidir
refroidir [rəfrwaadier]1 afkoelen ⇒ ver-, bekoelen, koud wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)koelen ⇒ verkoelen, kouder maken2 bekoelen ⇒ doen afnemen, verflauwen3 verflauwen ⇒ afnemen, bekoelen1. v1) (af)koelen2) bekoelen, doen afnemen3) vermoorden2. se refroidirv2) kou vatten3) bekoelen, afnemen -
8 abkühlen
abkühlenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)koelen ⇒ bekoelen, koel(er) maken♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
9 attiédir
attiédir [aatjeedier] -
10 остывать
vgener. afkoelen, afsterven (о чувстве), verkoelen, verslaan (о напитках), bekoelen -
11 охлаждать
vgener. bekoelen, blussen (раскалённый металл), frapperen, koelen, verkillen, verkoelen, afkoelen -
12 охлаждаться
vgener. bekoelen, koelen, verkoelen -
13 успокаиваться
v1) gener. bedaren, kalmeren, slechten, stillen, uitwoeden (о шторме и т.п.)2) liter. bekoelen, luwen -
14 alienate
-
15 damp
adj. vochtig--------n. vocht; nattigheid--------v. bevochtigen; invochten; onderdrukkendamp1[ dæmp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ cast/strike a damp over/into • een domper zetten op, een schaduw werpen over————————damp2〈bijvoeglijk naamwoord; dampness〉1 vochtig ⇒ nattig, klam♦voorbeelden:¶ damp squib • sof, fiasco————————damp3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:damp down someone's enthusiasm • iemands enthousiasme temperen -
16 dampen
v. vochtig maken, bevochtigen, nat maken; vochtig worden; temperen, verminderen, afzwakken, afraden, afstompen; geluidsdicht maken[ dæmpən]2 temperen ⇒ doen bekoelen, ontmoedigen -
17 throw cold water
iem. een koude douche bezorgen, iemands enthousiasme bekoelen -
18 throw cold water on
iem. een koude douche bezorgen, iemands enthousiasme bekoelen -
19 glacer
glacer [glaasee]1 doen bevriezen ⇒ sterk koelen, ijskoud maken♦voorbeelden:son comportement glace les gens • door zijn manier van doen schrikt hij de mensen afla pluie nous glace les mains • we krijgen ijskoude handen van de regenla peur le glaçait jusqu'aux os • hij was door de schrik volledig verlamd1 bevriezen ⇒ sterk afkoelen, ijskoud worden♦voorbeelden:v2) verlammen3) glanzend maken, glazuren -
20 glacer l'enthousiasme
glacer l'enthousiasme
Страницы
- 1
- 2