-
21 bij/door loting aanwijzen
bij/door loting aanwijzenselect/determine by drawing lots/by lotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij/door loting aanwijzen
-
22 door/volgens het lot aanwijzen
door/volgens het lot aanwijzendetermine/appoint by lotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door/volgens het lot aanwijzen
-
23 een acteur aanwijzen voor een rol
een acteur aanwijzen voor een rolVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een acteur aanwijzen voor een rol
-
24 een erfgenaam aanwijzen
een erfgenaam aanwijzenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een erfgenaam aanwijzen
-
25 een fout aanwijzen
een fout aanwijzenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een fout aanwijzen
-
26 een gebied aanwijzen voor de bouw van goedkope huizen
een gebied aanwijzen voor de bouw van goedkope huizenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gebied aanwijzen voor de bouw van goedkope huizen
-
27 een opvolger aanwijzen
een opvolger aanwijzenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een opvolger aanwijzen
-
28 gasten hun plaats aanwijzen
gasten hun plaats aanwijzenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gasten hun plaats aanwijzen
-
29 iemand tot erfgenaam benoemen/als erfgenaam aanwijzen
iemand tot erfgenaam benoemen/als erfgenaam aanwijzenappoint/make someone (one's) heirVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand tot erfgenaam benoemen/als erfgenaam aanwijzen
-
30 to assign a task to a person
aanwijzenEnglish-Dutch technical dictionary > to assign a task to a person
-
31 to nominate
aanwijzen -
32 suggerera
aanwijzen -
33 to appoint
aanwijzenvaststellen -
34 to backup
aanwijzen/creëren van een backup -
35 to point out
aanwijzensignaleren -
36 to read
aanwijzenaflezeninlezenlezenopnemen uit programma -
37 to show
aanwijzententoonstellentonen -
38 assign
-
39 point
n. punt (ook in computers); scherpe punt; essentie; bedoeling; zaak; (in computers) punt, een maat die gebruikt wordt bij het bepalen van de omvang van lettertypes--------v. aanwijzen; opmerken; slijpen; richtenpoint16 zin ⇒ bedoeling, effect♦voorbeelden:2 win/be beaten/lose on points • op punten winnen/verliezenscore a point/points off/over someone • het van iemand winnen 〈 in woordenstrijd〉; iemand van repliek dienento sail round the point • om de kaap varenat the point of a gun/at gun point • onder bedreiging van een geweerpoint of order • punt van orde, opmerking met betrekking tot de gang van zakenthe main point • de hoofdzaaklabour a point • in details tredenpursue the point • er verder op ingaanat all points • in alle opzichten8 point of departure • punt/tijdstip van vertrekthe point of the joke • de clou van de grappoint of view • gezichtspunt, standpuntwhen it came to the point • toen puntje bij paaltje kwamcome/get to the point • ter zake komenyou have a point there • daar heb je gelijk inI always make a point of being in time • ik zorg er altijd voor op tijd te zijnI take your point, point taken • ik begrijp wat je bedoeltat the point of death • op het randje van de doodthat's beside the point • dat heeft er niets mee te makenoff/away from the point • niet ter zake, niet relevanton the point of • op het punt vanthat's (not) to the point • dat is (ir)relevantup to a (certain) point • tot op zekere hoogte¶ in point of fact • in feite/werkelijkheid; bovendien, zelfscome to/make a point • 〈 van jachthond〉aangeven, (muurvast) staan 〈 bij schuilplaats van opgejaagd wild〉→ fine fine/————————point2♦voorbeelden:2 point to something • ergens naar wijzen, iets suggereren, iets bewijzenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in een punt maken ⇒ scherp/spits maken♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk〉 point a finger (of scorn) at someone • iemand in het openbaar beschuldigen/aanvallenpoint out a mistake • een fout aanwijzen/onder de aandacht brengen→ point out point out/ -
40 marquer
marquer [maarkee]1 markant zijn ⇒ markeren, indruk maken♦voorbeelden:1 événements qui marquent • bijzondere, belangrijke gebeurtenissenil marque plus que son âge • hij ziet er ouder uit dan hij isII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 markeren ⇒ aanduiden, aangeven, aanwijzen, merken3 blijk geven van ⇒ doen uitkomen, tonen4 een stempel drukken op ⇒ indruk maken op, tekenen, kenmerken♦voorbeelden:1 marquer d' une croix • een kruisje zetten bij, opmarquer d' une étiquette • een etiket plakken opmarquer d' un numéro • nummerenêtre marqué au coin de • getuigen vanv1) markant zijn, indruk maken (op)3) eruitzien5) markeren, aanwijzen6) noteren8) brandmerken9) scoren10) dekken [sport]
См. также в других словарях:
aanwijzen — sori … Woordenlijst Sranan
wijzen / aanwijzen — sori … Woordenlijst Sranan
Glas — 1. Das erste Glas beisst wie der Tod, das zweite schmeckt zu Brot; wenn s dritte fehlt, ist grosse Noth. Um zu bezeichnen, wie sich das Laster des Trunkes nur allmählich des Menschen bemächtigt. Die Ruthenen haben dafür das folgende Sprichwort:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon