-
1 be cast away
-
2 cast away
weggeworpen; gestrand {een schip}cast away♦voorbeelden:1 be cast away • (moederziel) alleen achterblijven; 〈 in het bijzonder na een schipbreuk〉 aanspoelen 〈 op een onbewoond eiland〉 -
3 cast up
-
4 wash ashore
-
5 wash up
wash upII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 wash
adj. kan gewassen worden--------n. was; wassen; afwas; schoonmaak; wasmiddel; laag; golfslag--------v. wassen; schoonmaken; afwassen; overstromen; overtrekken (met verf)wash1[ wosj]2 vieze, waterige troep ⇒ slootwater, slappe thee♦voorbeelden:have a wash • zich wassen♦voorbeelden:1 golfslag♦voorbeelden:————————wash2♦voorbeelden:it won't wash with him • hij zal het niet geloventhe stain will wash off • de vlek gaat er (in de was) wel uitII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:wash off • (eraf) wassen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский