-
1 zwetsen
blòfDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > zwetsen
-
2 болтать без умолку
vgener. doordraven, tateren, zwetsen, kwebbelenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > болтать без умолку
-
3 хвалиться
v1) gener. ophakken, prijken, roemen, zwetsen, glorieren, pochen, pralen (met-÷åì-ô.), protsen, zich beroemen (op-÷åì-ô.)2) liter. paraderen -
4 хвастаться
v1) gener. stoefen (Belg., inf.), banjeren, opsnijden, pralen, bluffen (op- ÷åì-ô.), de boel opscheppen, glorieren, (только inf) grootspreken, ophakken, ophef maken, pochen, pronken, protsen, roemen (op-÷åì-ô.), zich laten voorstaan (op-÷åì-ô.), zich verheffen op (iets), zwetsen2) liter. paraderen -
5 quack
adj. zich voordoen als--------n. kwakzalver; kwak, gekwaak--------v. kwaken (eend); zich voordoen als (dokter, etc.), kwakzalvenquack1[ kwæk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————quack2〈 werkwoord〉 -
6 blòf
bluffen [v], opscheppen [v], pochen [v], snoeven [v], snorken [v], stoffen [v], zwetsen [v] -
7 Spruch
-
8 daherreden
-
9 herumreden
-
10 quasseln
-
11 quatschen
-
12 schwadronieren
-
13 blòf
bluffen [v], opscheppen [v], pochen [v], snoeven [v], snorken [v], stoffen [v], zwetsen [v]
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Пенджабский
- Русский
- Французский