-
1 zeiken
〈 vulgair〉1 [zeuren] 〈 ongemarkeerd〉 go/harp/carry on2 [pissen] piss3 [stortregenen] piss down♦voorbeelden:3 toen we buiten kwamen begon het toch te zeiken • when we got outside it started to piss down like anything -
2 lig niet te zeiken
lig niet te zeikenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lig niet te zeiken
-
3 toen we buiten kwamen begon het toch te zeiken
toen we buiten kwamen begon het toch te zeikenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > toen we buiten kwamen begon het toch te zeiken
См. также в других словарях:
Old Frankish — Spoken in formerly the Netherlands, Belgium, Luxembourg, Northern France, Western Germany Era Evolved into Old Low Franconian by the 8th century Language family Indo European … Wikipedia
seichen — miktieren (fachsprachlich); schiffen (umgangssprachlich); harnen; Lulu machen (umgangssprachlich); eine Stange Wasser in die Ecke stellen (umgangssprachlich); pinkeln (umgangssprachlich); … Universal-Lexikon
seichen — Vsw harnen erw. vulg. reg. (8. Jh., Bedeutung 9. Jh.), mhd. seichen, ahd. seihhen, mndl. seiken Stammwort. Kausativum zu seihen, die Ausgangsbedeutung ist also rinnen lassen, tröpfeln lassen (ahd. bedeutet das Wort zunächst schmelzen ). Der… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache