-
1 zedenpreek
♦voorbeelden:1 een zedenpreek (tegen iemand) houden • faire la morale (à qn.) -
2 zedenpreek
♦voorbeelden:1 een zedenpreek houden tegen iemand • preach at/lecture someone -
3 zedenpreek
нравоучение, мораль; нравоучение; мораль* * *сущ.общ. мораль, нравоучение -
4 zedenpreek
n. moralizing sermon, homily, preach, pi jaw -
5 een zedenpreek (tegen iemand) houden
een zedenpreek (tegen iemand) houdenfaire la morale (à qn.)Deens-Russisch woordenboek > een zedenpreek (tegen iemand) houden
-
6 een zedenpreek houden tegen iemand
een zedenpreek houden tegen iemandpreach at/lecture someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een zedenpreek houden tegen iemand
-
7 een zedenpreek houden
-
8 мораль
ngener. moraal, moraliteit, moralisatie, zedelijkheid, zedenkunde, zedenleer, zedenles, zedenpreek -
9 нравоучение
ngener. les, moralisatie, terechtwijzing, zedenles, zedenpreek -
10 читать мораль
v1) gener. (кому-л.) (iem.) een zedenpreek houden, moraliseren2) liter. (кому-л.) (iem.) de tekst lezen -
11 preken
1 [Gods woord verkondigen] preach ⇒ deliver/preach a sermon♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский