-
1 zaniken
♦voorbeelden:om iets zaniken • pester/badger for somethinglig toch niet te zaniken • stop nagging/whining, will you -
2 zaniken
v. bother, nag -
3 lig toch niet te zaniken
stop nagging/whining, will youVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lig toch niet te zaniken
-
4 om iets zaniken
om iets zanikenpester/badger for somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > om iets zaniken
-
5 zij bleef net zo lang zaniken tot hij het haar gaf
zij bleef net zo lang zaniken tot hij het haar gafVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij bleef net zo lang zaniken tot hij het haar gaf
-
6 malen
2 [piekeren] worry3 [zaniken] nag4 [steeds weer opdoemen] keep going/running♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [polderwater uitpompen] pump, drain3 [met het gebit fijnmaken] chew♦voorbeelden: -
7 mekkeren
1 [met betrekking tot geiten/schapen] bleat2 [zaniken] keep on (at someone about something), nag -
8 mieren
-
9 zager
2 [iemand die op een viool krast] scraper -
10 zeuren
2 [eentonig geluid voortbrengen] moan♦voorbeelden:ik zeurde net zo lang tot zij het goed vond • I nagged her into saying yeswil je niet zo aan mijn kop zeuren • stop badgering mebij iemand om iets zeuren • pester someone for somethingiemand aan het hoofd zeuren (om/over) • nag someone (to/about)
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Французский