-
61 vuil
vuil1〈 het〉♦voorbeelden:1 iemand behandelen als een stuk vuil • traiter qn. comme un chiengrof vuil • objet encombrant mis au rebutergens voor oud vuil liggen • être abandonné de toushet vuil afkrabben • gratter la crasse〈 figuurlijk〉 met vuil gooien naar iemand • noircir qn.————————vuil21 [algemeen] sale2 [vervuild] pollué3 [bedorven] gâté4 [vuil makend] salissant♦voorbeelden:1 vuile dief! • sale voleur!een vuil gezicht zetten • prendre un air hargneuxvuile hond! • canaille!vuile schooier! • salaud!een vuile vent • un sale typevuil weer • un sale tempseen vuile zaak, een vuil zaakje • une histoire sordideiemand vuil aankijken • jeter un regard noir à qn.zich vuil maken • se salirvuil in de mond zijn • être ordurierhet vuile werk opknappen • faire le sale boulot -
62 doodsimpel
1 dead simple/easy ⇒ child's play♦voorbeelden: -
63 fris
fris1♦voorbeelden:1 een glaasje fris • a soft drink, a glass of pop————————fris22 [onbevangen] fresh5 [verfrissend] refreshing♦voorbeelden:met frisse moed • with fresh heart〈 schertsend〉 met frisse tegenzin • ±not exactly bursting with enthusiasmhet ruikt hier niet fris • it's stuffy (in) here -
64 interessant
1 [boeiend] interesting♦voorbeelden:1 het interessante is … • the interesting thing is …II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [met betrekking tot personen] interesting♦voorbeelden:3 dit zaakje is niet interessant voor ons • this isn't a good/profitable deal for us -
65 kieperen
-
66 koosjer
1 kosher♦voorbeelden: -
67 obscuur
-
68 verdacht
1 [onder verdenking staand] suspected3 [voorbereid op] prepared for♦voorbeelden:1 iemand verdacht maken • discredit/smear someoneeen verdacht zaakje • a questionable/shady businessII 〈 bijwoord〉1 [op verdenking wekkende wijze] suspiciously♦voorbeelden:1 dat lijkt verdacht veel op … • that looks suspiciously like … -
69 vies
♦voorbeelden:2 een vies drankje • a nasty/vile mixture3 een vies gezicht trekken/zetten • turn up one's nose, make a (wry) faceeen vieze lucht • a nasty/foul smeller wordt een vies spelletje gespeeld • there's dirty work afootbij een vies zaakje betrokken zijn • be involved in dirty/funny businessvies ruiken • smell, stink¶ ik ben er vies van • it makes me sick, it disgusts meergens niet vies van zijn • not be averse to somethingII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
70 vuil
vuil1〈 het〉♦voorbeelden:grof vuil • (collection of) bulky refuseergens voor oud vuil liggen • 〈 figuurlijk〉 lie in the gutter, be down and outvuil storten • tip/dump/shoot rubbishverboden vuil te storten • dumping prohibited, no tipping/dumping————————vuil2♦voorbeelden:1 de vuile kopjes • the dirty/used cupsvuile taal • dirty/foul/filthy language2 iemand een vuile streek leveren • pull a fast one/play a dirty/nasty trick on someonevuile viezerik/leugenaar • dirty/filthy swine/liareen vuile zaak/vuil zaakje • a dirty business3 iemand vuil aankijken • give someone a dirty/foul/filthy/nasty look5 het varken woog vuil 150 pond • the pig weighed 150 pounds with wastage/had a gross weight of 150 pounds〈 informeel〉 (van loon, salaris enz.) vuil in handen krijgen • be paid cash in hand (and no questions asked)6 een vuile maag hebben • feel queasy/sick -
71 wegdoen
2 [opbergen] put away♦voorbeelden:1 boeken wegdoen • get rid of/dispose of bookszijn winkel wegdoen • sell off one's shop2 doe dat mes weg! • put that knife away! -
72 winstgevend
1 profitable ⇒ 〈 lucratief〉 lucrative, 〈 belonend〉 remunerative, 〈 figuurlijk〉 fruitful, 〈 rendabel〉 economic♦voorbeelden:een winstgevende betrekking • a remunerative jobaan een winstgevend zaakje meedoen • cash in on a lucrative little dodgeweinig/niet winstgevend • marginal, uneconomic, unprofitable -
73 Bissen
Bissen〈m.; Bissens, Bissen〉1 hap, beet ⇒ hapje; stuk(je), brok♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 jemandem die besten Bissen zuschieben, zustecken • iemand (steeds) alle voordeeltjes toespelen〈 figuurlijk〉 ein fetter Bissen • (een) rijke buit, een voordelig, lucratief zaakje〈 figuurlijk〉 ein harter Bissen • een harde, zware dobber, een moeilijk geval -
74 Braten
-
75 Chose
-
76 Dreck
〈m.; Dreck(e)s〉 〈 informeel〉1 vuil, smeer2 modder, slijk♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 Dreck am Stecken haben • niet vrijuit gaan, boter op het hoofd hebbenin Dreck und Speck • vuil en weljemanden wie den letzten Dreck behandeln • iemand als een stuk vuil behandelen〈 figuurlijk〉 aus dem (größten, gröbsten) Dreck heraus sein • het ergste achter de rug hebben, uit de grootste penarie zijn5 macht euren Dreck alleine! • knappen jullie je zaakjes zelf maar op!das geht dich einen (feuchten) Dreck an • dat gaat je geen zier aan -
77 Handel
Handel〈m.; Handels〉♦voorbeelden:1 Handel treibend • handeldrijvend, neringdoendeHandel und Gewerbe • handel en nijverheidmit jemandem in den Handel kommen • met iemand zaken doen -
78 Kiste
-
79 Lädchen
-
80 Schwindel
Schwindel〈m.; Schwindels〉1 duizeling, duizeligheid2 bedrog, oplichterij ⇒ zwendel; leugen♦voorbeelden:ein Schwindel befiel mich • ik werd door duizeligheid bevangen
Страницы