-
1 crever
crever [krəvee]1 barsten ⇒ opengaan, door-, losbreken, (open)springen3 doodgaan 〈 van plant, dier〉 ⇒ 〈 informeel〉 creperen 〈 van mens〉 ⇒ stikken 〈door hitte enz.〉 ⇒ sterven♦voorbeelden:faire crever du riz • rijst laten wellencrever d' ennui • zich doodvervelencrever de jalousie • stikjaloers zijncrever de santé • blaken van gezondheidII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 kapotmaken ⇒ (door)breken, openmaken, een gat maken in♦voorbeelden:crever un pneu • een band kapotsteken♦voorbeelden:v1) barsten, opengaan3) doodgaan, creperen6) afpeigeren -
2 torrentiel
torrentiel [torrãsjel]1 woest stromend ⇒ (als) van, als een bergstroom♦voorbeelden:pluie torrentielle • stortbui, wolkbreuk= torrentielle; adj -
3 nuage qui crève
nuage qui crève -
4 pluie torrentielle
pluie torrentiellestortbui, wolkbreuk -
5 trombe
trombe [trõb]〈v.〉1 hoos ⇒ windhoos, waterhoos♦voorbeelden:entrer en trombe • komen binnenstormenpasser en trombe • voorbijstuivenentrer comme une trombe • komen binnenstormen -
6 trombe d'eau
trombe d'eau
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский