-
1 vintage
adj. goede kwaliteit, uitstekend--------n. druivenpluk seizoen, wijnoogstvintage1[ vintidzj]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord; voornamelijk enkelvoud〉♦voorbeelden:1 a wine of 1947 vintage/the vintage of 1947 • een wijn van (het jaar) 1947, een 1947————————vintage21 uitstekend ⇒ voortreffelijk, superieur♦voorbeelden:a vintage silent film • een klassieke stomme film
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский