-
81 medeklinkers waarvan het eerste deel stemloos is
medeklinkers waarvan het eerste deel stemloos isVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > medeklinkers waarvan het eerste deel stemloos is
-
82 onzalig
♦voorbeelden: -
83 oorspronkelijk
1 [het begin uitmakend van] original♦voorbeelden:1 de oorspronkelijke eigenaar • the original/first ownerin zijn oorspronkelijke staat herstellen • restore to its original stateeen oorspronkelijk kunstenaar • an original/innovative artistII 〈 bijwoord〉2 [zonder voorbeeld] in an original manner♦voorbeelden:wie is er oorspronkelijk op dat idee gekomen? • who first came up with that idea?; 〈 verontwaardigd〉 whose idea was that in the first place? -
84 ronddelen
♦voorbeelden:1 wie moet de kaarten ronddelen? • whose deal is it? -
85 rondje
1 [klein rond voorwerp] round3 [kaarten] round4 [drankje] round♦voorbeelden:hij gaf een rondje • he stood a round (of drinks), he bought drinks all roundwie is er aan de beurt om een rondje te geven? • whose round/shout is it?de verliezer moet een rondje geven • the loser buys a round -
86 schoonmaakbeurt
♦voorbeelden:wie heeft de schoonmaakbeurt? • whose turn is it to do the cleaning?jouw kamer is echt aan een schoonmaakbeurt toe • your room could do with a good cleaningVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > schoonmaakbeurt
-
87 trendvolger
trendvolger, trendvolgster1 [met betrekking tot lonen] someone whose salary is linked to civil service scales 〈 mannelijk, vrouwelijk〉2 [met betrekking tot mode] follower of fashion/trends -
88 uitkomen
2 [toegang geven tot] lead (to), give out (into/onto)4 [uit het ei komen] hatch (out)6 [+ voor] [bekennen] admit11 [rondkomen] manage, (be able to) live12 [waarneembaar zijn] show up, stand/come out ⇒ be apparent♦voorbeelden:5 het kwam uit • it was revealed, it transpiredeerlijk uitkomen voor • admit openly, be honest aboutmijn voorspelling kwam uit • my prediction proved correct/came true8 wie moet er uitkomen • whose lead is it?Ajax komt uit met drie buitenlandse spelers • Ajax are fielding three foreign playersmet klaveren/troef uitkomen • lead clubs/trumpsuitkomen voor het nationale elftal • play for one's countrydat komt goed uit • that suits me/us fine, that's very convenientwanneer het hem zo uitkwam • in his own good time, whenever the mood seized himsterk doen uitkomen • accentuate, emphasize, bring into sharp reliefiets goed laten uitkomen • show something to advantagetegen de lichte achtergrond komen de kleuren goed uit • the colours show up/stand out well against the light background -
89 van wie is dit boek? het is van mij
van wie is dit boek? het is van mijwhose book is this? it's mineVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van wie is dit boek? het is van mij
-
90 van
van1〈 bijwoord〉1 [weg] of, from2 [met betrekking tot een beginpunt] from3 [met betrekking tot een oorzaak] by, from4 [met betrekking tot het voorwerp van een gedachte/gevoel] of, about5 [met betrekking tot een al genoemde zaak] 〈zie voorbeelden 5〉♦voorbeelden:1 je kunt er wel een paar van nemen • you can have some/take a few (of those)5 daar komt niets van! • forget it!————————van2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot plaats/oorsprong] from2 [met betrekking tot tijd] [vanaf, sinds] from3 [met betrekking tot (bezits)relatie] [behorend bij/aan; wat betreft, over] of4 [gemaakt/bestaande uit] (made/out) of5 [met betrekking tot veroorzaker/maker] [door] by ⇒ of6 [als deel van] of♦voorbeelden:van dorp tot dorp • from one village to anothervan een bord eten • eat off/from a platevan tevoren • beforehand, in advancevan toen af • from then on, from that day/time (on)het hoofd van de school • the head(master) of the schoolde universiteit van Utrecht • the University of Utrecht, Utrecht universityde trein van 9.30 uur • the 9.30 traineen foto van mijn vader • 〈 eigendom〉 a picture of my father's; 〈 hem voorstellend〉 a picture of my fathervan wie is dit boek? het is van mij • whose book is this? it's mine5 dat was niet slim van Jan • that was not such a clever move of Jan's; 〈 informeel〉 that was rather daft of Janhet volgende nummer is van Van Morrison • the next number is by Van Morrisoneen plaat van de Stones • a Stones record, a record by the Stonesvan wie is dit boek? het is van Orwell • who wrote this book? it's by Orwelleen jas met van die koperen knopen • a coat with those brass buttonshij keek me aan zo van ‘moet dat nou?’ • he looked at me as if to say ‘is that really necessary?’¶ een beest van een vent • a beast/bear of a maneen dorp van nog geen drieduizend inwoners • a village of/with less than three thousand inhabitantsvan dat geld kon hij een auto kopen • he was able to buy a car with that moneysigaren van vijf gulden • five guilder cigarsdaar niet van • that's not the pointik geloof van niet • I don't think soik verzeker u van wel • I assure you I dohet lijkt van wel • it seems/looks like ithet was een feest van je welste • it was quite a party -
91 werkgemeenschap
1 [groep mensen die een bedrijf exploiteren] cooperative2 [groep personen die een probleem bestuderen] study group♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > werkgemeenschap
-
92 wie heeft de schoonmaakbeurt?
wie heeft de schoonmaakbeurt?whose turn is it to do the cleaning?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie heeft de schoonmaakbeurt?
-
93 wie is de gever?
wie is de gever?whose deal is it?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie is de gever?
-
94 wie is er aan bod?
wie is er aan bod?whose bid (is it)?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie is er aan bod?
-
95 wie is er aan de beurt om een rondje te geven?
wie is er aan de beurt om een rondje te geven?whose round/shout is it?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie is er aan de beurt om een rondje te geven?
-
96 wie is er oorspronkelijk op dat idee gekomen?
wie is er oorspronkelijk op dat idee gekomen?who first came up with that idea?; 〈 verontwaardigd〉 whose idea was that in the first place?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie is er oorspronkelijk op dat idee gekomen?
-
97 wie is het feestvarken?
wie is het feestvarken?whose party/birthday/ 〈enz.〉is it?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie is het feestvarken?
-
98 wie kwam er op die onzalige gedachte?
wie kwam er op die onzalige gedachte?whose silly/ 〈 ironisch〉bright idea was it?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie kwam er op die onzalige gedachte?
-
99 wie moet de kaarten ronddelen?
wie moet de kaarten ronddelen?whose deal is it?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie moet de kaarten ronddelen?
-
100 wie moet er uitkomen
wie moet er uitkomenwhose lead is it?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wie moet er uitkomen
См. также в других словарях:
whose — [ huz ] function word *** Whose can be used in the following ways: as a determiner (introducing a direct or indirect question): Whose idea was it to come here? (introducing a relative clause): The winner was a Brazilian player, whose name I have… … Usage of the words and phrases in modern English
whose — 1. Despite a long established folk belief (which Fowler deplored) that whose, when used as a relative, should only mean of whom and not of which, usage over several centuries from the time of Shakespeare and Milton supports its use with reference … Modern English usage
whose — W1S2 [hu:z] determiner, pron [: Old English; Origin: hwAs, from hwa; WHO] 1.) used to ask which person or people a particular thing belongs to ▪ Whose is this? ▪ Whose keys are on the kitchen counter? 2.) used to show the relationship between a… … Dictionary of contemporary English
whose — [ho͞oz] pron. [ME whos, hwas < OE hwæs, gen. of hwa, WHO] that or those belonging to whom: used without a following noun [whose is this? whose will look best?] possessive pronominal adj. of, belonging to, made by, or done by whom or which… … English World dictionary
Whose — (h[=oo]z), pron. [OE. whos, whas, AS. hw[ae]s, gen. of hw[=a]. See {Who}.] The possessive case of who or which. See {Who}, and {Which}. [1913 Webster] Whose daughter art thou? tell me, I pray thee. Gen. xxiv. 23. [1913 Webster] The question whose … The Collaborative International Dictionary of English
whose|so|ev|er — «HOOZ soh EHV uhr», pronoun. Archaic. of any person whatsoever; whose … Useful english dictionary
whose — gen. of WHO (Cf. who); from O.E. hwæs, gen. of hwa (see WHO (Cf. who)) … Etymology dictionary
whose — ► POSSESSIVE DETERMINER & PRONOUN 1) belonging to or associated with which person. 2) (as possessive determiner ) of whom or which. ORIGIN Old English … English terms dictionary
whose — [[t]huːz[/t]] ♦ (Usually pronounced [[t]hu͟ːz[/t]] for meanings 2 and 3.) 1) PRON REL You use whose at the beginning of a relative clause where you mention something that belongs to or is associated with the person or thing mentioned in the… … English dictionary
whose */*/*/ — UK [huːz] / US [huz] determiner, pronoun Summary: Whose can be used in the following ways: as a determiner (introducing a direct or indirect question): Whose idea was it to come here? (introducing a relative clause): The winner was a Brazilian… … English dictionary
whose*/*/*/ — [huːz] determiner, pronoun summary: Whose can be: ■ a determiner: Whose idea was it to come here? ■ a question pronoun: Whose is this jacket? ■ a relative pronoun: I asked whose it was. 1) used for showing that someone or something belongs to or… … Dictionary for writing and speaking English