-
1 lawless
adj. wetteloos, zonder wet, tegen de wet, tegen de regels; bandeloos[ lo:ləs] 〈 lawlessness〉2 onstuimig ⇒ losbandig, wild -
2 anarchical
-
3 disorderly
adj. ongeregeld, slordig[ disso:dəlie] 〈 disorderliness〉1 wanordelijk ⇒ slordig, ongeregeld2 oproerig ⇒ gewelddadig, wetteloos♦voorbeelden: -
4 blackguardism
n. schurkerij, wetteloos gedrag; vuile taal -
5 lawlessly
adv. wetteloos; bandeloos -
6 ruleless
adj. zonder wet, wetteloos
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский