-
1 glijdende werktijden
-
2 variabele werktijden
variabele werktijdenflexible/staggered working hours————————variabele werktijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > variabele werktijden
-
3 ongeregelde werktijden
ongeregelde werktijden -
4 verkorting van de werktijden
verkorting van de werktijden -
5 flexibele werktijden
flexibele werktijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > flexibele werktijden
-
6 glijdende werktijden
glijdende werktijdenBflexitime; flexible working hoursVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > glijdende werktijden
-
7 ongeregelde werktijden
ongeregelde werktijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ongeregelde werktijden
-
8 verkorting van de werktijden
verkorting van de werktijdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > verkorting van de werktijden
-
9 glijdende werktijden
mvGleitzeit f -
10 variabele werktijden
mvGleitzeit f -
11 werktijd
♦voorbeelden:glijdende werktijden • horaires mobilesvoor de halve werktijd in dienst zijn • être employé à mi-tempseen lange werktijd hebben • faire de longues journéesongeregelde werktijden • horaires irréguliers -
12 werktijd
♦voorbeelden:ongeregelde werktijden • irregular (working) hoursvariabele werktijden • flexible/staggered working hoursna werktijd • after hours -
13 horaire
horaire [orrer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:un horaire • tijdschema, roosterun horaire souple, variable • glijdende werktijden→ fuseau1. m1) dienstregeling, tijdschema, rooster2) werktijden2. adjper uur, uur- -
14 core time
-
15 flexitime
-
16 pointer
pointer1 [pwẽtur]〈m.〉————————pointer2 [pwẽtee]2 uitkomen ⇒ ontkiemen, te voorschijn komen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aantekenen ⇒ markeren, turven, controleren3 spitsen ⇒ puntig, scherp maken♦voorbeelden:pointer des ouvriers • werktijden met een prikklok controleren→ machine1 komen aanzetten ⇒ komen opdagen, verschijnenv3) aanbreken [dag]4) stempelen [werkloze]5) controleren6) richten, wijzen7) spitsen, aanpunten -
17 pointer des ouvriers
pointer des ouvriers -
18 un horaire souple, variable
Dictionnaire français-néerlandais > un horaire souple, variable
-
19 glijdend
-
20 klokken
1 [de werktijden laten vastleggen] pointer4 [sport en spel][de tijd opnemen] chronométrer♦voorbeelden:
- 1
- 2