-
1 wegglijden
♦voorbeelden: -
2 afschuiven
♦voorbeelden:1 van het vuur afschuiven • shift/move away from the firehet kleed schoof van de tafel af • the cloth slipped off the table♦voorbeelden:3 [op een ander laten neerkomen] pass (onto someone)♦voorbeelden:zijn verantwoordelijkheid van zich afschuiven • shirk one's responsibility -
3 glippen
2 [voortglijden, voortschieten] slide♦voorbeelden:2 langs iemand heen glippen • slip/sneak/steal past someonenaar buiten glippen • sneak/steal outhij liet het glas uit de handen glippen • he let the glass slip from his hands -
4 slippen
2 [ergens in/uit komen] slip♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский