-
1 voortbrengend
adj. productive -
2 generative
adj. generatief; geslachtelijk; generend; voortbrengend; produktief[ dzjenrətiv]2 genererend ⇒ voortbrengend, productief -
3 eugenic
adj. eugenetisch[ joe:dzjennik] 〈 eugenically〉 -
4 productive
adj. vruchtbaar; nuttig; productief[ prəduktiv] 〈 productiveness〉♦voorbeelden:2 a productive writer • een productief/vruchtbaar schrijver -
5 sporozoan
-
6 mellifluence
n. honing voortbrengend -
7 philoprogenitive
adj. vruchtbaar, veel nageslacht voortbrengend; kinderminnend; mbt liefde tot kinderen -
8 procreant
adj. voortbrengend; verwekkend; scheppend -
9 reproducteur
reproducteur [rəprodduuktur],reproductrice [rəprodduuktries]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:un reproducteur • fokdier= reproductrice; adj -
10 sonore
sonore [sonnor]〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉3 geluids- ⇒ geluid, klank voortbrengend♦voorbeelden:1. f 2. adj1) luid2) welluidend3) geluids- -
11 fructifère
fructifère [fruuktiefer] -
12 fumigène
-
13 générateur
générateur [zĵeeneeraatur],génératrice [zĵeeneeraatries]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 voortplantings- ⇒ (voort)telend, (voort)telings-♦voorbeelden:〈 techniek〉 un générateur • generator, dynamoun générateur de vapeur • stoomketel -
14 génératif
génératif [zĵeeneeraatief]1 voortbrengend ⇒ voortplantings-, geslachtelijk -
15 improductif
improductif [ẽprodduuktief]1 onproductief ⇒ niets opleverend, niets voortbrengend -
16 mellifère
-
17 sucrier
sucrier [suukrie.ee],sucrière [suukrie.er]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:un sucrier verseur • suikerstrooierun sucrier • suikerfabrikant; arbeider in suikerfabriek -
18 onvruchtbaar
-
19 vruchtbaar
-
20 onvruchtbaar
♦voorbeelden:
Страницы
- 1
- 2