-
1 voorlezen
1 [hardop lezen] read (aloud/out loud)2 [voorbidden] lead in prayer♦voorbeelden:iemand een brief/de krant voorlezen • read a letter/the newspaper to someonekinderen houden van voorlezen • children like to be read tovoorlezen uit een boek • read from a book -
2 voorlezen
v. read to, read out -
3 voorlezen uit een boek
voorlezen uit een boekVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voorlezen uit een boek
-
4 de aanklacht voorlezen
de aanklacht voorlezenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aanklacht voorlezen
-
5 een passage uit een gedicht voorlezen
een passage uit een gedicht voorlezenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een passage uit een gedicht voorlezen
-
6 een stuk uit een boek voorlezen
een stuk uit een boek voorlezenread a passage/section from a bookVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stuk uit een boek voorlezen
-
7 iemand een brief/de krant voorlezen
iemand een brief/de krant voorlezenread a letter/the newspaper to someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand een brief/de krant voorlezen
-
8 kinderen houden van voorlezen
kinderen houden van voorlezenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kinderen houden van voorlezen
-
9 aflezen
1 [uitlezen] finish (reading)2 [ten einde toe voorlezen] read out (the whole of)3 [met betrekking tot meetwerktuigen] read (off)♦voorbeelden:hij leest heel wat af • he reads a lot2 een lijst/namen aflezen • read out a list, call out names, call the names -
10 lezen
1 [kennis nemen van] read2 [voorlezen] read (out/aloud)♦voorbeelden:je handschrift is niet te lezen • your (hand)writing is illegible(niet) kunnen lezen en schrijven • be (un)able to read and writelezen, schrijven en rekenen • reading, writing and arithmeticdaarover staat in het rapport niets te lezen • the report says nothing about thathet is haast niet te lezen • it's almost impossible to read〈 studenten(taal)〉 heb je er veel omheen gelezen? • have you read up (a lot) on this subject?daar heb ik kennelijk overheen gelezen • I must have overlooked ithij heeft veel gelezen • he's well-readiets vluchtig lezen • skim through somethingdie krant wordt weinig/slecht gelezen • that newspaper has a small readershiphet is leuk/pijnlijk om te lezen • it makes enjoyable/painful readingveel lezen over een schrijver/een bepaald onderwerp • read up on a writer/on a particular subjectbij het lezen • when/while readingik lees hier dat … • it says here that …uit eigen werk lezen • read (from) one's own workII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [opmaken uit, ontcijferen] make of2 [interpreteren, uitleggen] read3 [opdragen] say♦voorbeelden:er meer in lezen dan er staat • read more into something (than intended)wat lees jij uit dit woord? • what do you make of this word?iets op iemands gezicht lezen • see something from someone's face1 [zich laten lezen] read♦voorbeelden:dat boek leest lekker weg • that book is easy reading -
11 lezing
1 [het lezen] reading2 [wijze waarop een gebeurtenis wordt voorgesteld] version3 [het voorlezen van een verhandeling] lecture4 [voorlezing] reading♦voorbeelden:1 bij oppervlakkige/nauwkeurige lezing • on a cursory/a careful reading2 zij gaf een geheel andere lezing van het gebeuren • she gave an entirely different version of what happened3 een lezing houden over • give a lecture on/about4 de tweede lezing van de begroting wordt voortgezet • the second reading of the budget will be continued -
12 passage
2 [doorgang] passage3 [overtocht] passage4 [overdekte winkelstraat] mall5 [muziek] passage♦voorbeelden:een passage uit een gedicht voorlezen • read an extract from a poem -
13 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
14 voorlezing
1 [het voorlezen] reading aloud2 [voordracht] lecture♦voorbeelden:2 voorlezingen houden • give lectures, lecture
См. также в других словарях:
Adelung — [1.] Er ist mit dem Adelung über den Fuss gespannt. Macht im Sprechen oder Schreiben grobe Verstösse gegen die Gesetze der deutschen Sprache. Die Franzosen sagen: Er gibt dem Vaugelas Ohrfeigen (donner un soufflet à Vaugelas). – Claude Faure de… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon