-
1 voorhebben
1 [voor het lijf hebben] porter2 [tegenover zich hebben] avoir devant soi4 [van plan zijn] projeter♦voorbeelden:je vergeet wie je voorhebt • tu oublies à qui tu t'adresses4 wat heeft hij met hem voor? • qu'est-ce qu'il veut?het goed met iemand voorhebben • vouloir du bien à qn. -
2 voorhebben
avoir, porter -
3 de verkeerde voorhebben
-
4 het goed met iemand voorhebben
het goed met iemand voorhebbenvouloir du bien à qn. -
5 menen
1 [in ernst bedoelen] parler sérieusement⇒ être sérieux/sérieuse2 [voorhebben] vouloir dire3 [veronderstellen] croire♦voorbeelden:1 dat zou ik menen! • tu parles!dat meen je niet! • ce n'est pas sérieux!2 het goed met iemand menen • vouloir du bien à qn.ik meende dat … • je croyais que … -
6 verkeerd
♦voorbeelden:aan de verkeerde kant uitstappen • descendre du mauvais côtéhet verkeerd aanpakken • s'y prendre maliemand verkeerd aanpakken • prendre qn. à rebrousse-poiler verkeerd aan doen te • avoir tort deals er iets verkeerd gaat • en cas de malheurhet komt verkeerd uit • ça tombe malhet loopt verkeerd af • ça tourne maliets verkeerd uitspreken • prononcer mal qc.verkeerd verbonden zijn • s'être trompé de numéroiets verkeerd verstaan • comprendre qc. de travershij was in de oorlog verkeerd • il était du mauvais bord pendant la guerrede verkeerde voorhebben • se tromper de personne→ link=persoon persoonje hoed staat verkeerd • ton chapeau est de travers
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский
- Шведский