-
1 voldragen
♦voorbeelden:het kind was niet voldragen • the child was born prematurely -
2 voldragen
-
3 voldragen
-
4 een voldragen kind
een voldragen kind -
5 een voldragen kind
een voldragen kindVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een voldragen kind
-
6 half voldragen
half voldragen -
7 het kind was niet voldragen
het kind was niet voldragenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het kind was niet voldragen
-
8 terme
terme [term]〈m.〉2 termijn ⇒ limiet, betalingstermijn, vervaldatum4 termijnbetaling ⇒ kwartaalbetaling, (kwartaal)huur♦voorbeelden:en d'autres termes • met andere woorden, anders gezegdaux termes de • krachtensà court terme • op korte termijn, korte termijn-moyen terme • middellange termijnà terme • op termijn, in termijnenmarché, vente à terme • termijnmarkt, -verkoop3 être en bons, mauvais termes avec qn. • op goede, slechte voet staan met iemandmener qc. à son terme • iets tot een goed einde brengenmettre un terme à • een einde maken aanà terme • mettertijdenfant né avant terme • onvoldragen, te vroeg geboren kind→ force¶ moyen terme • middenpositie, tussenoplossing, middenweg1. m1) term, woord2) termijn, vervaldatum4) einde5) term6) tijd [geboorte, bevalling]2. termesm pl -
9 enfant né à terme
enfant né à terme -
10 onvoldragen
-
11 austragen
austragen1 bezorgen, rondbrengen3 uitdragen, ten einde dragen4 verspreiden ⇒ uit-, rondstrooien5 schrappen, doorhalen♦voorbeelden: -
12 ein ausgetragenes Kind
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский